Herinneringen aan de evacuatie naar Wieringen
door B.E.N. Verberne
Wat vooraf ging
Eendenhouderij aan de Waterweg op De Haukes.
(foto HVW uit de collectie van Jan Tijsen)
De bevolking van Den Helder, waar ik in 1936 geboren ben en waar ik in 1944 woonde, was in dat
jaar al drastisch gedecimeerd doordat mensen in het begin van de oorlog waren gevlucht voor de zware
bombardementen (er zijn in het totaal 177 bombardementen geweest). Een ander deel was noodge
dwongen vertrokken omdat ze hun huis moesten ontruimen in verband met de voorgenomen groot
schalige afbraak, zoals bij mijn grootouders en vele anderen gebeurde. Toen kwam in augustus het bevel
dat iedereen die niet strikt nodig was voor de Duitse oorlogsinspanningen de stad diende te verlaten. Dat
betrof ook ons gezin.
Een bestemming werd gevonden op de boer
derij De Eerste van de familie Branderhorst aan
de Schelpenbolweg in de Wieringermeer, waar
we in een leegstaande koeienstal woonden tot
dat de Wieringermeer door de bezetter onder
water werd gezet in het streven zoveel mogelijk
schade aan te richten, ook al wisten de Duitsers
dat voor hen de oorlog verloren was. Wij woon
den daar met vier kinderen, waarvan ik de jong
ste was, en mijn moeder. Mijn oudste broer was
ondergedoken bij Nieuwe Niedorp en mijn va
der had een kosthuis in Schagen, waar het kan
toor van de boekhouding van de gemeente Den
Helder naar toe was verplaatst.
Op 17 april 1945 werden door de Duitsers
in de dijk van de Wieringermeer gaten ge
maakt met behulp van explosieven. Door de
ontstane gaten stroomde het water van het
IJsselmeer de polder in. Dat betekende na
tuurlijk niet dat het vollopen van de polder in
korte tijd klaar was, het was een proces van
dagen en dat gaf de bevolking voldoende tijd
om een goed heenkomen te zoeken. Alleen
voor de mensen die betrekkelijk dicht bij het I y-
gat in de dijk woonden was haast geboden,
daar was de schade ook het grootst. Wij zaten jj
helemaal aan de andere kant van de polder K4r*3j li
en er verstreek dan ook veel tijd voordat het
water ons bereikt had. Veel tijd ook voor al
lerhande gissingen, waarvan de belangrijkste JÊ
wel was hoe hoog het water aan onze kant
zou komen. Niemand die het wist en nie-
M&rrjm V ml
mand had uiteraard een hoogtekaart, maar
de gedachte was wel dat ons gedeelte van J
de polder tamelijk hoog lag (de boerderij was
niet voor niets als 'eerste' gebouwd) en er wa- KftjfeaL
ren dan ook plannen om op de zolder van de
koeienstal te gaan wonen. Gelukkig is dat er
niet van gekomen, want je kon er niet eens
rechtop staan.
Moeder Sijbrecht Verberne-Spruit *1902 tl990 met zoon
Alexander *1924 t2009 aan tafel in de koeienstal van boer
derij De Eerste aan de Schelpenbolweg in de Wieringermeer.
Historische Vereniging Wieringen "Op de Hoogte" 31e jaargang nr. 2 - 2019