In april 1934 bood de Directie Wieringermeer voor de behuizing van de vluchtelingen twee voor malige kantines en barakken van de Zuiderzeewer ken en cultuurarbeiders aan, afkomstig van nabij Nieuwesluis en uit Middenmeer. Tevens werd het voormalig kantoor van de Dienst der Zuiderzeewer ken in De Haukes beschikbaar gesteld. Dit kantoor werd, na enkele aanpassingen, gebruikt als woning en kantoor van de directeur van het werkdorp en kreeg in de volksmond de naam Het Haukeshuis. Het merendeel van de Werkdorpers was tussen de 20 en 25 jaar oud en waren Duits-joodse vluch telingen. Na de bezetting van Oostenrijk en Polen kwamen er ook leerlingen uit die landen. Najaar 1939 telde het werkdorp zo'n 300 leerlingen. Per 1 maart 1934 werd cultuurboer A.C. Kemmeren aan gesteld tot bedrijfsleider van het te starten Werk dorp. Van hem werd een huzarenklus gevaagd: een bedrijf met akker- en tuinbouw en veeteelt leiden op een bedrijf met diverse grondsoorten, met als personeel joodse vluchtelingen van wie, zoals hij zelf schreef "velen geen koe van een varken konden onderscheiden." Gelukkig kwamen er al gauw Ne derlandse assistenten, die als werkleiders gingen fungeren voor de diverse bedrijfsonderdelen. Later werd het Werkdorp nog uitgebreid met pluimvee, een timmerwerkplaats, meubelmakerij, smederij en bouwvakken zoals metselaar en stuka door. Voor de vrouwen was er de keuken, een was- en strijkkamer, een bakkerij en slagerij. Er werd altijd naar Joodse wet geslacht door een Joodse slager die wekelijks hiervoor uit Den Helder over kwam. Toen het aantal vluchtelingen toenam groeide ook het aantal hectares ter bewerking tot ruim 200, deels gelegen aan de Noorderdijkweg. De leerlin gen gingen met een 'eigen' autobus dagelijks heen en weer naar dat land. De Werkdorpers hebben zelf barakken voor bewoning bijgebouwd en later onder leiding van een Nederlandse architect en uitvoerders een ge meenschapshuis gebouwd in de stijl van de toen reeds bestaande boerderijen in de Wieringermeer. De leerling-bouwvakkers leerden aldus het vak in de praktijk. In dit gemeenschapshuis vond men een eetzaal voor ca. 250 personen, een grote keu ken, cursuszalen, ontspanningsruimte en een syna goge. De barakken waarin de leerlingen gehuisvest waren stonden in een halve cirkel om dit gemeen schapshuis heen. Het werken op het bedrijf verliep nogal moei zaam. De leerlingen misten elke ervaring en wan neer ze eenmaal de slag te pakken hadden verlie ten ze het Werkdorp en kwam er weer een nieuwe groep, die alles weer vanaf de basis moesten leren. Op 17 maart 1941 komen er heel onverwacht zeven lege autobussen, een tweetal personenauto's en een vrachtauto met Duitse soldaten het terrein van het Werkdorp oprijden. De Duitse soldaten sprin gen uit de vrachtwagen en omsingelen het gehele terrein. Het is juist middagpauze, de eetzaal zit tjok vol. Alle barakken worden uitgekamd en ook alle ruimten in het gemeenschapshuis worden door zocht. Intussen overlegt bedrijfsleider Kemmeren met de Duitse commandant. Hij krijgt te verstaan dat de Joodse vluchtelingen allemaal zullen wor den afgevoerd. Kemmeren probeert de Duitsers op andere gedachten te brengen. Hij wijst op het be lang van het Werkdorpbedrijf voor de voedselvoor ziening, een gegeven waarvoor de Duitsers zeer gevoelig blijken te zijn. Uiteindelijk mag Kemme ren 60 vluchtelingen aanwijzen die mogen blijven om de werkzaamheden op het bedrijf voort te zet ten. Wanneer hierna alle Werkdorpers gedwongen buiten staan opgesteld staat Kemmeren, zoals hij het zelf verwoordde, voor de moeilijkste keuze van zijn leven. Nooit zou hij de bijna 300 paar starende ogen vergeten. Diezelfde middag werden ongeveer 240 Werk dorpers afgevoerd richting Amsterdam, de achter blijvers in grote paniek achterlatend. In Amsterdam werden de Werkdorpers om onverklaarbare rede- De hoefsmid aan het werk. Historische Vereniging Wieringen "Op de Hoogte" 31e jaargang nr. 2 - 2019

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Op de Hòògte - Wieringen | 2019 | | pagina 13