De groenteboer
door Ton Bakker
Die dag had ik het al kunnen weten. Ik mocht met
mijn twee oudere broers mee naar Oosterland. Op de
Hoit woonden tante Ma en ome Cornelis. Als ik met
mijn broers mee mocht, dan hadden ze mij meestal
ergens voor nodig, maar daarover later. Bij tante Ma
en oom Cornelis was het altijd leuk. Ze hadden var
kens, kippen en een groot erf met allerlei fruitbomen.
Wij werden dan ook meestal overvoerd met appels,
peren, aardbeien, bessen of een geklutst eitje met
warme melk en suiker. En als de buiken weer vol wa
ren, was het weer tijd om op te stappen. Op de heen
reis had ik achter op de bagagedrager gezeten, maar
op de terugreis had ik de eer om op het onderstel van
onze oude kinderwagen plaats te nemen, vastgebon
den achter de fiets van één van de twee.
Zomer 7 949. De gebroeders Bakker, de kinderwagen
toen nog voor normaal gebruik.
Een paar plankjes dienden als bodem. Juist, daar
hadden ze mij dus voor nodig. Over het Molgerweg-
getje naar Noever toe. De rit verliep redelijk tot de
bocht bij de Gesterweg. Door de snelheid gingen de
vier kinderwagenwieltjes rechtdoor in plaats van links
af en met een smak belandde ik in de heg van Broer
Dirks (ooit Wim de Smit). Schrammen en janken na
tuurlijk.
5 mei 1955 werd 10 jaar bevrijding gevierd. In het
hele land werd dit met wat extra aandacht gevierd, zo
ook op Wieringen, dus ook in Den Oever. Vele spelle
tjes, zaklopen, hoepelen, mastklimmen, touwtrekken.
Ook was er een optocht georganiseerd. Hieraan kon je
meedoen als eenling, als paar, maar ook in groepsver
band. Mijn moeder had bedacht, dat ik ook wel mee
kon doen met de optocht, en als ik nou ergens een
hekel aan heb, dan is het aan optochten. Maar goed,
ik ging overstag, in de veronderstelling, dat mijn moe
der me naar de hoogste tree van het ereschavot zou
leiden. In overleg werd gekozen om een groenteboer
uit te beelden. Een houten paard, ooit in de oorlog
gemaakt door de firma Hermans, op vier houten wie
len zou de groentekar zogenaamd trekken en het
nog steeds bestaande onderstel van de kinderwagen
diende als kar.
5 mei 7 955. Op de achtergrond Nel en Gerie Bruul met
hun winnende bloemenzwaan.
Twee sinaasappelkistjes fungeerden als laadbak.
Normaal trekt een paard de kar, maar nu moest ik, én
het paard én de kar trekken. Op de dag van de op
tocht werd mijn kar gevuld met wat appels, sinaas
appels een bos wortelen en heel veel piepers (die
waren het goedkoopst). Slingers van hyacintenbloe
metjes werden om de kar gedrapeerd. Ik had bij Theo
Heijligenberg nog nooit hyacinten aan zijn kar zien
hangen, maar goed, het doel heiligt de middelen. De
'groenteboer'kreeg een blauwe overall aan, een werk-
pet van m'n vader op de kop en een rooie zakdoek
om en als kers op de taart een paar nieuwe, veel te
grote, gele VV klompen. En zo begon ik op het school
plein mijn optocht, zeg maar aftocht. Ik slipte conti
nue uit m'n klompen en na vijfhonderd meter had ik
al behoorlijk zere wreven. En dan dat paard en die kar.
Acht wielen die maar één kant op wilden, RECHTUIT.
Waar had ik dat ooit eerder beleefd? Het was afzien,
alleen maar afzien. Maar goed als de prijs er dan maar
naar is, dan is al dit leed nog te dragen. Maar helaas
geen prijs, zelfs geen poedelprijs Zere biêne en een
tenniselleboog waren mijn prijzen. Op de foto staan
Nel en Gerie Bruul achter mij. Gerie zit in een prach
tige bloemenzwaan en Nel trekt het karretje. Een kar
retje op twee wielen met luchtbandjes. Wat een luxe,
en een eerste prijs. En ik acht wielen zonder lucht en
helemaal niks. Discriminatie!
"Tja, we kunnen niet allemaal winnen", zei m'n
moeder en ze pakte een appel uit m'n kar. "Hier, eet
maar lekker op".
Historische Vereniging Wieringen "OpdeHöögte" 31ejaargang nr. 2 - 2019