Vertrokken wordt begin juli op een mooie
ochtend vanuit de haven in Nieuwediep (Den
Helder) met een zeewaardig motorbootje be
mand door joviale pleziervaarders. Door de
schaarste aan petroleum, een gevolg van de eer
ste wereldoorlog, kon de tocht niet eerder wor
den gemaakt. Straks is Wieringen geen eiland
meer. Dan is het Amsteldiep, dat Wieringen van
de Noordhollandse wal scheidt, door een dam
afgesloten. Door een dam die, later doorgetrok
ken van Den Oever op het eiland naar Piaam
in Friesland, de Zuiderzee van de Noordzee zal
scheiden (er is later besloten het oorspronkelijke
tracé Den Oever - Piaam niet te volgen maar de
dijk iets noordelijker bij Zürich aan land te laten ko
men).
Voor een leek op het water, niet bekend met
de vele zandbanken en de daar tussendoor lo
pende geulen en slenken in het vaargebied
rond Wieringen, lijkt het, na het verlaten van de
haven, of er een heel andere koers wordt geva
ren dan naar de verblijfplaats van de Duitse ex
kroonprins.
Vanuit de haven is de molen van Hippoly-
tushoef in het zuidoosten zichtbaar terwijl de
motorboot een noordoostelijke koers aanhoudt.
Het uitgestrekte Balgzand ten Oosten van Nieu
wediep, droogvallend op verschillende plaatsen,
verhindert het varen linea recta. Er wordt meer
richting Texel gevaren dan naar Wieringen. Met
de achtervloed mee tuft het bootje met 15 kilo
meter per uur over de tot 25 meter diepe Texel-
stroom. De rode tonnen van de Zuidwal van het
Balgzand blijven aan stuurboord. Voor de boot
ligt de rood- en zwart gestreepte kogelton van
het Malzwin die, evenals de daarop volgende
zwarte ton, aan bakboord blijft. Het Malzwin
is smaller en minder diep maar er staat nog al
tijd 11 tot 14 meter water. Tussen deze geul en
Texelstroom liggen de ondiepe ruggen van Lut-
jewaard.
De vrij sterke vloedstroom die tussen de rug
gen en het Balgzand loopt zal van weinig bete
kenis meer zijn als de afsluitdijk naar Friesland
is aangelegd. Na ongeveer 10 kilometer door te
hebben getuft en over een ondieper gedeelte,
die het Balgzand met Lutjeswaard verbindt, te
zijn gevaren, wordt een zuidelijker koers aan
gehouden. De eerdergenoemde molen op Wie-
ringen ligt nu in het zuiden, schuin achter ons.
De lichtboei van de Bollen, een geul naar Texel
stroom, ligt aan bakboord en er wordt nu geva
ren in zuidoostelijke richting de Waterkaap, een
landmerk op Wieringen. De tweekops drijfba-
kens worden aan stuurboord gepasseerd en de
éénkops zwarte aan bakboord. Zichtbaar wordt
nu de rood-zwart gestreepte kogelton van Bree-
horn, gelegen op de scheiding van het Amstel
diep en de in te varen Wierbalg. Het hoog gele
gen Wieringen is nu duidelijk zichtbaar en levert
een prachtig gezicht op evenals de vele mossel
schepen links en rechts van het bootje.
Tussen de ruggen van Lutjeswaard aan bak
boord en de zandbank Breehorn aan stuurboord
wordt de Wierbalg gevolgd tot het scheidings-
punt wordt bereikt van het Zwin en het nauwe
Visjagersgaatje, aangegeven door een rood
zwart gestreepte kogelton.
Het dorp Den Oever wordt aan bakboord
zijde op 700 meter afstand gepasseerd. Den Oe
ver bezit een klein haventje maar in de toekomst
zal er een aanzienlijk grotere haven ontstaan in
verband met de bouw van een afsluitdijk tussen
Den Oever en Friesland. Er worden veel schepen
en materiaal verwacht. De vrees bestaat wel dat
veel overlast van slibvorming gaat ontstaan.
Deze mening wordt niet door iedereen gedeeld
en sommige deskundigen wijzen er op dat straks
het boezemwater van het IJsselmeer hier langs
stroomt en er langs de afsluitdijk een sterkere
ebstroom ontstaat door het hogere vloedwater
bij Harlingen.
Het bootje tuft het smalle Visjagersgaatje
door waarbij de ondiepe Zout- of Robbenplaat
aan stuurboord ligt. Op deze plaat zullen de uit
watering- en schutsluizen worden aangelegd
voor het lozen van het overtollige IJsselmeer wa
ter en de scheepvaart. We komen bij een zwart
geschilderde rood licht tonende lichtboei ge
legen tegen de Nieuwezeug die aan bakboord
wordt gepasseerd. Dit is één van de interessant
ste punten van de tocht omdat we hier slechts
Historische Vereniging Wieringen "Op de Hoogte" 30e jaargang nr. 3 - 2018