een tweetal geurige cigaretten, die in drie, vier trek jes op waren) heb ik heel gezellig ruim drie kwartier met Z.K.H. zitten praten. Z.Ed. stelde tal van vragen over godsdienst, jacht, het eiland, beteekenis van eenige woorden, Hippolytushoef, biggen (want ik vertelde hem dat de scheldnaam der Wieringers big gen was, waarschijnlijk te danken aan de Germaan- sche Godin Hertha aan wie het zwijn als teeken der vruchtbaarheid was gewijd. Dit vond hij blijkbaar interessant, want hij heeft dadelijk weer verteld aan Coumou, die mij zulks mededeelde) enz. Op gods dienstig gebied was Z.K.H. het telkenmale volkomen eens. We hebben er wat over gesproken te veel om u alles uitvoerig te kunnen mededeelen. Ik vertelde hem ook nog een paar moppen waar hij hartelijk om moest lachen. Wat de godsdienstige vragen betreft begreep ik eerst bij later nadenken, waar hij heen wilde, en wanneer ik nog eens de eer geniet Z.K.H. te ontmoeten en Z.Ed. begint er weer over, dan geloof ik het wel, dat ik hem kan inlichten beter dan ik deed toen (op troostgebied n.l.). Vervolgens sprak hij nog over mevrouw en U, met wie hij recht aangenaam kennis had gemaakt, informeerde naar mijn zijn vroeger en nu op Wieringen en in Friesland, lachtte over mijn beschrijving van die rimboe; ver volgens naar mijn vrouw en wist dat zij keurig piano speelde, hij deed aan muziek-viool en na nog een aangenaam gesprek over dit en dat liet hij mij zijn teekeningen zien, lachte witjes toen ik het waagde hem een compliment te maken over zijn teekenkunst (of dit geoorloofd is weet ik niet), reikte mij de hand, bedankte mij voor de visite, waarop ik hem hartelijk bedankte voor de eer door Z.K.H. ontvangen te zijn. Met een elegante lichaams-draai verdween hij weer in de achterkamer en ik smeerde 'm naar buiten. Een groote bruine mokka hazewind, die nog bij eenige verschijnselen van braakneigingen door Z.K.H. met een heraus en een schop de serre werd ingestuurd, woonde de audiëntie bij. Door mijnheer den adju dant werd ik uitgeleide gedaan tot het hekje. En zoo was weer voorbij een voorval in mijn leven, waar ik zoo tegen op zag, doch nimmer vergeten zal hoe gemakkelijk dat ontmoeten gemaakt werd doorZ.K. Hoogheid. Ik ben blij dat U er mij toe hebt aangezet die vi site te maken. Ik geloof, dat Z.K.H. ook eens bij ons komt, tot groot een schrik van de vrouw. Als hij er geweest is, zal ik het U eens melden. Wat zijn de daagjes, die Mevrouw en u hier waart, omgevlogen. Al de Wieringers waren met uw bezoek vereerd en op mijn daarna volgend huisbezoek was het steeds het eerste onderwerp van gesprek. Van deze gelegenheid maak ik ge bruik U nogmaals recht hartelijk te bedanken, Me vrouw en u, voor alles wat wij weer van U mochten ontvangen. Wij vernamen van Monsieur Poiriër, die gisteren (donderdagavond) met zijn vrouw een vi site bij ons maakte, dat U weer behouden en wel in Epe zijt teruggekeerd. Wij hopen dat Mevrouw geen nadeelige gevolgen zal hebben van deze voor H. Ed. zoo vermoeiende reis. Het weer blijft maar mooi, een regenbui echter zou niet onwelkom zijn aan tuin en land en regen bak. Ontvang met Mevrouw ons aller beleefde en hartelijke groeten. Hoogachtend Uw vriend H. Bax Hippolytushoef 22 mei 1919 In de aanhef van dit artikel sprak ik mijn ver bazing uit over het aanzien dat de kroonprins genoot. De onderdanige toon in deze brief be vestigt dat de Wieringers de kroonprins in eerste instantie als een Koninklijke Hoogheid zagen en bepaald niet als een oorlogsmisdadiger. Velen gingen met hem op de foto en deden al het mo gelijke om in zijn nabijheid te zijn. De brief is in 1919 geschreven en Henk Broer verwoordt in zijn boek "Met het oog op de Hip- polytuskerk" dat de jongste zoon van ds. Bax (overleden in 1997) vertelde hoe de kroonprins met de predikant gejaagd heeft en hij een graag geziene gast was in de Nederlands-hervormde pastorie aan het Kerkplein. Geconcludeerd kan worden dat na het eerste onderdanige bezoek een soort vriendschap is ontstaan. De voor de pastorie tijdens de burgemeesterfeesten in 1920 genomen foto spreekt in dit verband voor zich. Ds. Hendrik Bax wordt omschreven als vrijzin nig protestants. Hij was predikant op Wieringen van 1897 tot 1912 en van 1919 tot zijn dood in 1922. Hij werd slechts 54 jaar. Historische Vereniging Wieringen "Op de Hoogte" 30e jaargang nr. 2 - 2018

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Op de Hòògte - Wieringen | 2018 | | pagina 8