hij nog eens de tinnen kroes van naast de pomp
- waarom zou hij de moeite doen om een glas te
zoeken - vol met het geurende vocht. Een gevoel
van warmte gloeit door hem heen. Herinneringen
uit de kinderjaren komen terug. Over moeder die
op kerstavond de oostelijke sterrenhemel afzocht,
zoekend naar het Licht. Zei Jesaja niet dat het volk
dat in duisternis wandelt een groot licht zal zien?
Hij zal ook gaan zoeken naar het licht. Slaat zijn
cape om, trekt de hoge hoed ver over het hoofd en
maakt de staldeur open. Bijna zou de storm hem
beletten zijn opdracht uit te voeren. De pelerine
waait omhoog tot over zijn hoed als hij het stille
dorp uitrijdt, de Gemeenelandsweg op.
Ergens bij het kerkhof op Stroe, waar de jonge
moeder ligt begraven, voelt hij de ijskoude regen
en de sneeuw die zijn gezicht striemt. Met ontzet
ting beseft hij ziek te zijn, beschonken. En dat nog
wel op deze mystieke plaats waar zijn twijfel een
luguber hoogtepunt bereikte. (3)
Zwaar leunt hij op zijn paard. Stamelend om
licht. Hijgend van uitputting, met kleren die zwaar
en doorweekt om hem heen hangen, hijst hij zich
omhoog. Plotseling maakt het paard een verschrik
te beweging. Maar Abraham IJsbrand schrikt niet.
Uit de duisternis boven de kolkende zee klimt een
lichtschijnsel omhoog, nog eens en nog eens. Als
dartelende engelen. Zijn hele wezen loopt vol met
een alles overspoelende vreugde. Een gevoel van
vrede en oneindige genade. Dit licht, dat in hem als
een ster blijft branden, geeft hem de kracht om de
moeilijke weg naar huis terug te vinden.
De volgende dag, het is Kerstmis, is de kerk van
Hippolytushoef leeg. Maar de mensen hebben ge
noeg om over te praten. Over de storm die bomen
velde en het schip dat was vergaan. Sommigen
hadden het vuur gezien dat de radeloze schipbreu
kelingen hadden ontstoken.'4' Die onthutsende
uitleg van het Licht had de grote genadige hand,
die heel de wereld omvat, Abraham IJsbrand Ver-
denius bespaard.
Aanvullingen van de redactie:
(1) - Het verhaal bestaat uit fantasie waarin enkele
reële gebeurtenissen uit een ver en minder ver ver
leden van Wieringen te herkennen zijn. De schrijf
ster is Hermanna van Almelo, pseudoniem van me
vrouw Hermanna B. Baijs-Pezie (*1917-t1999). Zij
werd geboren in Almelo en woonde destijds in de
Van Pomerenstraat.
(2) - Op 23 juni 1868 werd de bevolking van Wie-
ringen opgeschrikt door een drama dat zich heeft
afgespeeld in het gezin van Jacob Tijsen, molenaar
op korenmolen De Pool op Zandburen. Zijn vrouw
Grietje Kooij, moeder van zeven kinderen onder
wie een drieling, leed aan een postnatale depres
sie. In overspannen toestand wierp zij twee van
haar kinderen in de waterput, waar zij verdronken
en pleegde daarna zelfmoord.
(3) - Het kerkhof op Stroe is sinds mensenheugenis
een mystieke plaats - een locatie voor religieuze
doeleinden - verweven met legenden en verhalen.
Volgens de overlevering zou daar in de voorchris
telijke tijd een heidense tempel hebben gestaan.
Willibrord, de apostel der Friezen, zou reeds in 704
deze voor de Germaanse Friezen heilige plaats ge
kerstend hebben met een klein houten kerkje. Veel
later verrees hier een tufstenen kerk gewijd aan
missionaris en aartsbisschop Willibrord. Boven een
Noormannenpoortje in de noordelijke muur was
de afbeelding van een zwijn zichtbaar. Onderwerp
van verscheidene legenden die de volksnaam Hei
dense Kapel (gangbaar na de reformatie) verkla
ren. Eén ervan betreft de Germaanse god Freyr die
vruchtbaarheid en voorspoed beloofde. Zijn attri
buut was een zwijn met gouden borstels.
JW1ER[NGE>LJ'
De nieuwe Heidense Kapel.
Historische Vereniging Wieringen "Op de Hoogte" 29e jaargang nr. 4 - 2017