Door de tijd heen, werd de uitvoering van de munten steeds slechter - er waren duidelijk mensen aan de
gang die niet konden lezen of schrijven - en de kleur van het goud steeds bleker. De tremissis werd rond
700 in populariteit vervangen door de Sceatta's.
Arent Pol en Bouke van de Veen zeggen er in een artikel over onderzoek te Katwijk, dit over:
De handelsnederzetting te Dorestat was in de Vroege-Middeleeuwen van zeer groot belang, en daarbinnen
had de muntactiviteit van Madelinus in die plaats een speciale positie. Dat daarnaast diens munten ook op
grote schaal werden nagebootst, onderstreept de importantie van Dorestat nogmaals. Maar tegelijkertijd
confronteert het ons met een probleem, namelijk dat van de datering en lokalisering van die nabootsingsacti
viteit. Immers, van de imitaties is niet duidelijk waar en wanneer zij werden gemaakt. Het valt niet uit te sluiten
dat een deel van wat nu als imitatie wordt gekarakteriseerd toch in Dorestat is geslagen, maar pas na Ma
delinus' functioneren tot stand kwam als een soort 'type immobilisée'. Het is echter zonder meer aannemelijk
dat het overgrote deel van de pseudo-Madelinus tremisses elders ontstond, deels al toen Madelinus in functie
was en deels ook nog (ruim) daarna. Waar en wanneer precies is echter met geen mogelijkheid vast te stellen.
Na 35 jaar sterk verouderd, is de kaart die Pol in 1978 maakte van het voorkomen van de Madelinus mun
ten toch duidelijk dat in de verspreiding van de munten het accent binnen het Friese gebied ligt.
Verspreiding Madelinus Tremisses
Pol 1978
Historische Vereniging Wieringen "Op de Hoogte" 29e jaargang nr. 3 - 2017