Een vergelijkbaar exemplaar van het Munus Divinum type,
eveneens in Friesland geslagen.
Uiterst zeldzame vondst.
Zilveren munten van Karel de Grote, Lodewijk en Lotharius zijn in vrij grote aantallen geslagen, maar
kennen hun verspreidingsgebied vooral ten zuiden van de grote rivieren, hoewel er ook bekend zijn uit
Scandinavië. Veel munten daarvan kunnen door toedoen van handelaren en plunderaars daar gekomen
zijn. Vooral los gevonden munten zijn meestal het resultaat van reguliere handel, waar ook de inwoners
van Frisia deel uit maakten. Denk aan de vele en rijke schatvondsten uit Friesland en Groningen, die zijn
samengesteld uit goud en zilver uit alle windstreken.
De Noordzee handel was al in de zevende eeuw ontstaan en toen al ontstond er behoefte aan geregu
leerde muntslag. De 'sceatta's' zijn daarvan het bekendste voorbeeld. Deze worden vooral langs de kusten
in geheel noordwest Europa gevonden. Waar we weten dat Vikingen en Noormannen/Denen regelmatig
plunderden in Frankrijk, zal dat misschien in één op de duizend contacten tussen Franken en noordelijke
handelaren zijn gebeurd; de overige 999 keer werd er gewoon gehandeld. Plunderaars laten na hun be
zoek meestal geen geld achter. Gouden munten uit deze periode zijn zeer zeldzaam en komen eigenlijk
alleen voor in schatvondsten. Er bestaan meer imitaties dan originelen.
Imitatie van een Tremissis uit Dorestad op naam van Madelinus.
Gouden Tremissis van Dorestad op naam van Madelinus in een perfecte staat bewaard. Topstuk van Wieringen.
Madelinus was muntmeester in Dorestad. Diens munten werden in Noordwest Europa gewaardeerd om
hun gehalte (50%) en constante gewicht. De handelswaarde lag een fractie hoger dan de intrinsieke
(=goud)waarde. Dat is tevens de reden dat na Madelinus (630-650) vooral binnen het Friese gebied, de
Madelinus munten werden nagemaakt. Hoe meer zilver je door het goud mengde en hoe lichter van
kleur de munt werd en des te meer winst er viel te behalen bij het slaan van min of meer exacte kopieën.
Historische Vereniging Wieringen "Op de Hoogte" 29e jaargang nr. 3 - 2017
