Over de burgerlijke stand in Nederland en over hoe de
registratie voor invoering ervan geregeld was
Deel 1- de kerkboeken
door Bob Gorter
In Op de Hoogte wordt van tijd tot tijd gespro
ken over de burgerlijke stand. Drie keer per jaar
worden opgaven gepubliceerd uit de registers
van honderd jaar daarvoor van de voormalige ge
meente Wieringen. Voor degenen die zich bezig
houden met de familiegeschiedenis is de burger
lijke stand een uitkomst. In Frankrijk voerde men
na de revolutie van 1789 een strikte scheiding
van kerk en staat door. Vanaf 1792 gebeurde de
registratie van geboorten, huwelijken en overlij-
dens door de burgerlijke gemeente in plaats van
door de kerken. De burgerlijke stand is dus niet
ingevoerd door Napoleon, zoals soms wel wordt
gedacht, maar veel eerder, in Frankrijk, tijdens de
Franse Republiek. In het grootste deel van Neder
land werd de burgerlijke stand op 1 maart 1811
ingevoerd door de Fransen, nadat in 1810 het
hele Nederlandse grondgebied bij Frankrijk werd
ingelijfd als deel van het Franse keizerrijk onder
keizer Napoleon. Een kleiner deel van Nederland
werd al in 1795 door de Fransen tot Frans grond
gebied verklaard. Daar werd de burgerlijke stand
in 1796 of in sommige streken in 1798 ingevoerd.
Dat was toen dus nog niet het Franse keizerrijk,
maar na de Franse revolutie in 1789 de Franse
republiek. Op Wieringen is men wat later met de
registers begonnen, op 1 januari 1812. Vanaf die
datum moesten alle geboorten, huwelijken en
overlijdens op het gemeentehuis worden aange
geven. Van elke aangifte wordt er een akte op
gesteld. Toen de Fransen hier weggingen is het
systeem zo gebleven, zoals veel zaken die door
de Fransen waren ingesteld.
De kerkboeken
Hoe ging het dan voor dat er een burgerlijke
stand was? De kerken hebben doop- trouw- en
begraafboeken bijgehouden, de zogenaamde
DTB-registers. Die gaan soms terug tot voor 1600,
maar zijn soms ook pas begonnen vanaf 1725. Het
verschilt enorm wat er in die boeken staat, soms
zijn de gegevens tamelijk volledig, maar soms ook
heel beperkt. Veel is er ook verloren gegaan in de
loop der eeuwen door oorlogen, rampen of door
dat de archieven slecht werden bewaard. Een paar
voorbeelden. Je bent op zoek naar de naam van de
echtgenote van, ik noem maar een naam, Pieter
Jansen. Als zijn vrouw later overlijdt dan hij staat er
soms 'de weduwe van Pieter Jansen', of als zij eer
der komt te overlijden 'de vrouw van Pieter Jansen'.
Ook komt het in de eerste jaren vaak voor dat de
naam van de moeder niet wordt genoemd in het
doopboek, dan staat er bijvoorbeeld 'Pieter Jansen
heeft zijn kind laten dopen. Een geboortedatum
werd vaak niet vermeld, alleen de doopdatum.
Tegen het einde van de achttiende eeuw werden
de kerken verplicht ook de geboortedatum in het
boek op te nemen. Als iemand doopsgezind was
wordt het moeilijker zoeken, omdat daar volwasse-
nendoop gebruikelijk is. Op Wieringen is het echter
later in de tijd niet veel moeilijker zoeken, zoals la
ter in dit artikel wordt uitgelegd.
Wieringen - Oosterland en Stroe - hervormd
In 1714 begon de predikant van de hervormde
kerk van Oosterland en Stroe voor het eerst met
een doopboek. Het dopen vond plaats in Ooster
land, Stroe en Den Oever. Het begint zo:
Historische Vereniging Wieringen "Op de Hoogte" 29e jaargang nr. 3 - 2017