De autoscooter
Aanvullingen en verbeteringen
door Ton Bakker
Een prachtige foto van Karel Draaisma en Dirk Kooij
in de autoscooter van Sipkema op de kermis in Hip
po. Het roept de herinnering op dat je met genoe
gen naar de botsende autootjes stond te kijken en
hoe ze dan de rubberen politieman van de sokken
reden. Ooit stond ik daar ook te kijken, maar mijn
herinnering is minder genoeglijk.
Mijn broer Cees
had van Dick Doorn
een brommertje
gekocht. Een Be-
rini M21. Dick Doorn
had hem als fiet
senmaker behoor
lijk onder handen
gehad. Hij liep veel
harder als de toege
stane snelheid van
zestig, had een bud
dy-zit en was geel
met rood geschil
derd. De brommer
stond bekend als de
'Rode Duivel'.
Tja, en als je dan in bezit bent van zo'n 'mon
ster' wil je ook weten of hij aan je eisen voldoet.
Een testrit moest volgen. Voor het testen van de
buddy-zit was ik de pineut. Mijn broer paaide mij
door te zeggen dat ik mee mocht naar de kermis in
Hippo. Dat leek mij fantastisch. En zo 'skeurden we
door de Westeling op Hippo an'. Een geweldige be
levenis voor een jochie van tien. De brommer werd
geparkeerd bij André en Trijnie Vredenburg in de
Slingerweg en vandaar lopend naar de kermis. Ik
keek m'n ogen uit.
Bij de autoscooter
was het grote drukte.
De al eerder genoem
de politieagent moest
het behoorlijk ontgel
den en dat werkte bij
veel mensen op de
lachspieren. Maar ik
stond achteraan, klein
van stuk en zag he
lemaal niets van dat
spektakel. Dus drong
ik mij tussen de men
sen door naar voren
tot het hekwerk. Eigenlijk kon ik het toen ook nog
niet goed zien, maar met mijn hoofd tussen de spij
len door (op de foto nog goed zichtbaar) had ik pri
ma zicht op het vermakelijke schouwspel. Dat had
ik mooi versierd, eerste rang. De toeter ging om de
wisseling naar de volgende rit aan te kondigen. Ik
vond het ook wel welletjes, maar toen ik mijn hoofd
wilde terugtrekken uit de spijlen, blokkeerden mijn
oren de terugweg. In paniek, roepen naar je broer,
je steun en toeverlaat in bange momenten. Maar
die zei, "Jammer, maar ik ga naar huis", en liep weg
uit mijn gezichtsveld. Blèren, tranen met tuiten en
niemand die dat kleine kroike uut Noever hielp. Het
zal misschien niet lang geduurd hebben, maar voor
mij leek het wel een uur, toen mijn flaporen bij el
kaar gedrukt werden, zodat mijn hoofd bevrijd kon
worden. Weliswaar door mijn broer, maar hij moest
er vreselijk om lachen en dat was nog het aller, aller
ergste.
Veel later heb ik wel eens gedacht, zou het door
je oren komen dat je maar één keer geboren wordt.
Foto: Collectie Marietje Bron
Berini M-21, 'De Rode Duivel'
Op de Hoogte 2017-1-blz.26
Dorpsfiguren deel 5. Cornells Evert Keijzer (1926-1989)
Van mevrouw Niesje Elza Baijs ontvingen wij het volgende schrijven:
"Allereerst een mooi verhaal, maar op de foto staat Kees niet met Toos de Vries-Tijsen, maar met mevrouw
Metje Machiela-Dijkstra, dit heb ik van Henk Veenstra vernomen, daarbij nog even de vermelding dat de naam
van de familie Veenstra met een V geschreven dient te worden."
Historische Vereniging Wieringen "Op de Hoogte" 29e jaargang nr. 2 - 2017