De Landbouwcrisis van de jaren dertig BEKENDMAKING. Heeren Land- en Tuinbouwers en Veehouders. Het Bestuur van de Landbouw-Crisis Organisatie voor Noord-Holland brengt ter algejneene kennis, dat in het be lang van een ieder aangeraden wordt, dat diegenen, die in overtreding zijn op de Landbouwcrisis-wet 1933 en de daarbij behoorende beschikkingen en besluiten, wat betreft teveel ixx voor raad hebben, of teveel verbouwen van crisis-producten, dit onverwijld oprui men of vernietigen. door Piet Luijt In1931 besluit de fokvereniging Oost-West Wierin- gen dat er geen geldelijke bijdrage kan worden ge leverd aan de landbouwtentoonstelling van 1932 en dat door de slechte tijds omstandigheden de jaarlijkse fietsvergoeding van de controleur met ƒ15,- wordt ge kort, tevens zal zijn salaris met ƒ0,50 per week worden verlaagd. Ook de leden, 23 veehouders, van kaasfa- briek 'De Eendracht' te Oosterland nemen bezuini gingsmaatregelen. Het jaarverslag van 1931 vermeldt: Kaasmaker Modder krijgt verlaging van loon. Crisis!! Na de beurskrach in New York van 29 oktober 1929 stagneerde de wereldhandel. Dat had voor Nederland, die met zijn open economie afhankelijk was van de handel in het buitenland, grote gevolgen. De exportcij fers en prijzen, vooral van landbouwproducten, gingen drastisch omlaag. Vanaf 1930 namen de meeste landen bescher mende maatregelen, zoals hoge invoerrechten en in voerquota die de Nederlandse export van landbouw producten ernstig belemmerden. De nekslag voor de export kwam toen Engeland in 1931, gevolgd door de Scandinavische landen, de Gouden Standaard*) losliet. De waarde van de gulden ten opzichte van het pond steeg, waardoor de Nederlandse producten erg duur werden voor de Britse markt. Als gevolg van de extreme afname van de export en de sterk gedaalde prijzen dreigde een groot deel van de Nederlandse landbouw te worden weggevaagd door de crisis. Protest van landbouworganisaties en de angst bij de politiek voor radicalisering onder de boe renbevolking leidden tot steunmaatregelen. In 1931 kwam de Tarwewet tot stand, die een jaar later werd gevolgd door de Crisis-zuivelwet en de Var- kenswet. In 1933 werden de crisiswetten samenge bracht in de Landbouwcrisiswet, die in juli 1934 van kracht werd. De overheid kreeg door de Landbouw crisiswet een groot aantal bevoegdheden tot regeling van productie, de in- en uitvoer, op de prijzen, verwer king en voorraden. Alle boeren moesten zich laten in schrijven bij een of meer crisisinstellingen, waarmee zij zich onderwierpen aan verschillende verplichtingen. Steun aan de agrarische sector werd verstrekt uit het Landbouwcrisisfonds. Wieringer Courant 10 juli 1934 In het begin van de malaise kregen alleen de ak kerbouwers een slechte prijs voor hun product, maar in korte tijd sloeg dit over op de veehoudersbedrij- ven. Het gevolg van de slechte graanprijzen was dat akkerbouwers zich op de veehouderij gingen toeleg gen, hierdoor ontstond grote overproductie. Hierbij kwam nog dat de uitvoer van producten werd belem merd, het duurde niet lang of de producten werden waardeloos. In januari 1931 bedroeg de melkprijs 10 cent per liter. Vanaf 1932 daalden de melkprijzen tot onder de vier cent per liter, onder het niveau van eind negentiende eeuw. De verdiensten waren zo slecht, dat het voor veel boeren moeilijk was om de eindjes aan elkaar te knopen. Sommigen verdienden zelfs minder dan een landarbeider. "...degemiddelde uitkomsten van 80 tot 90 veehou- dersbedrijven in Noordholland, over de zes boekjaren mei 1925-1926 tot en met 1930-1931. Uit deze uitkom sten blijkt dat de boer als loon en ondernemerswinst gemiddeld heeft verdiend in het eerste jaar f 1250,-, in het tweede f 1151,-in het derde f 755,-, in het vierde f 1289,-, in het vijfde f883,- en in het zesde f375,-. Er is dus in deze achter ons liggende jaren nog verdiend, doch vraagt men of het loon voldoet aan de normale eischen, dan zal een ieder toegeven, dat hiervan geen sprake is. In andere weidestreken zijn de resultaten nog slechter.1) Op Wieringen waren veel kleine boerenbedrijven die veelal te weinig produceerden om van te leven. Aantallen grondgebruikers op Wieringen naar grootte van de bedrijven in 1930: 5 ha-120, 5-10 ha-67, 10-15 ha-49, 15-20 ha-26,20-30 ha -7,30 ha- 4 in totaal 2732) Historische Vereniging Wieringen "Op de Hoogte" 29e jaargang nr. 1 - 2017

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Op de Hòògte - Wieringen | 2017 | | pagina 31