.s.
Overpeinzingen van een bezorger
door Gerard Hille
Tijdens de bezorging van Op
de Höögte nr. 2 van jaargang 28
liet ik zo mijn gedachten eens
gaan over de periode waarin ik
genoemd blad heb bezorgd. Dat
is een lange periode, namelijk
sinds we weer op Wieringen kwa
men wonen, zo'n 25 jaar geleden.
Ik zat toen ook enkele jaren in
het bestuur van de Historische
Vereniging en voor de bezorging
van het verenigingsblad kreeg ik
wijk 3 toegewezen. Een logische
keuze als je op Westerland woont,
want het behelsde Westerland,
De Haukes, Quarantaine en De
Hoelm. De laatste jaar of vijf heb
ik de route wat ingekort, want
om voor één blad helemaal rond
te moeten rijden over De Hoelm
en hetzelfde voor wat betreft de
Quarantaine, leek me wat te veel
gevraagd. Ik vond dat de club
daar wel een postzegeltje aan kon
besteden, als, volgens mij, de rijk
ste club van Wieringen. Toch pro
beerde een bestuurslid me laatst
nog over te halen om de Quaran
taine er weer bij te nemen, want
ja, scheelde weer een postzegel!!!
In de eerste jaren bezorgde ik
ruim zestig bladen en de laatste
jaren drieënveertig. Als ik daar
een berekening op loslaat zijn dat
er totaal zo'n 5660 stuks. Daar
voor heb ik totaal ongeveer 710
kilometer gefietst en ben ik dus
5660 keer af- en opgestapt. Want
je moet bij bijna elke abonnee
van de fiets. In mijn route kan ik
maar twee keer op de fiets blijven
zitten, zoals bij Kees Hos, waar
grote zwerfkeien tegen de muur
liggen, waar je dan je rechtervoet
op kunt zetten om steun te zoe
ken. Maar dan moet je wel weer
helemaal je rug draaien om een
exemplaar uit de fietstas te kun
nen pakken.
En dan die brievenbussen!
Kijk, die normale groene, meest
gebruikte, daar is niks mis mee.
Dan kun je desnoods met één
hand het dekseltje openen en
het blad erin laten glijden. Maar
er zijn ook andere! Bijvoorbeeld
die zelfgemaakte, met een touw
er omheen, waaraan een brok
lood, om te voorkomen dat hij
openwaait. Of waar een fietsbin-
nenband omheen zit, die er dan
afglijdt als jij hem open doet.
Of die grote gietijzeren dingen,
waarbij je bijna door je knieën
moet om dat akelig kleine lipje te
vinden, waaraan je de klep open
kunt doen. De ergste zijn echter
die kleine metalen dingen, die
even hoog zijn als Op de Hoogte
lang is. Om het blad er helemaal
in te krijgen moetje hem tot ach
ter het klepje duwen, met je hand
er dus bijna helemaal in. En als je
dan je hand er weer uit haalt heb
je gegarandeerd diverse ontvel
lingen door het tegenwerkende
klepje. Ik heb één keer het blad
er een stukje uit laten steken en
prompt wachtte de abonnee me
de volgende keer op om me te
vragen dat nooit meer te doen,
want door een regenbui was
't blad deels natgeregend en
daardoor waren de bladzijden
aan elkaar geplakt! Weer wat ge
leerd.
Gelukkig zijn er ook nog van
die ouderwetse brievenbussen
in de voordeur, van glimmend
gepoetst koper. Wat een plezier is
het om daar het blad doorheen te
laten glijden. Ik heb er één halver
wege de route en nog één bijna
aan het eind. Dat maakt alles
weer goed. Soms trek ik het blad
nog weer even terug, vlak voor
ik hem loslaat, om hem nog een
keer heerlijk naar binnen te laten
glijden!
Maar goed, aan het eind van
het jaar komt de beloning in de
vorm van een kerstpakket. Hier
mee drukt de vereniging haar
dank uit aan de bezorgers, die,
zoals u nu heeft kunnen lezen, er
heel wat voor over hebben om
het verenigingsblad bij de leden
te brengen!
Met groet, Gerard Hille.
P.S.: dit is een verhaal met een
knipoog, dus geen kritiek leveren
op aantal kilometers enz., s.v.p.
-3-
Historische Vereniging Wieringen "Op de Höögte" 28" jaargang nr. 4 - 2016