Ml
De Spijkerbol
-19-
J M
door Ton Bakker
Een Spijkerbol.
Tot voorkort wist ik niet dat een hier afgebeeld
vaasje een spijkerbol heet. Misschien kent u ze wel, of
heeft u er zelf nog een in bezit. De vaasjes kwamen
uit Leerdam en waren karakteristiek voor de midden
jaren dertig. De vaasjes vallen op door de luchtbelle
tjes die in een regelmatig patroon opgesloten zitten
in de glaswand. De decoratie werd veroorzaakt door
het hete glas in een houten vorm te blazen, die aan de
binnenzijde was voorzien van regelmatig ingeslagen
spijkertjes, waardoor er kleine luchtbellen ontstaan.
De Glasfabriek Leerdam heeft bestaan van 1936 tot
1953. Spijkerbollen zijn nog steeds te koop, maar dan
bij de antiquair. Voor het afgebeelde bolletje van zo'n
zeven centimeter hoogte betaal je anno 2016 tussen
de dertig en zeventig euro. Niet echt goedkoop voor
zo'n kleinood.
Een dergelijk vaasje stond bij onze overburen
Baijs op de kamertafel. Op de tafel lag een mooi Per
zisch kleed, precies in het midden een wit gehaakt
kleedje en op dat kleedje stond het vaasje. Mooi laten
staan zou u zeggen, maar daar gaat het verhaaltje nu
juist over.
Wij hadden thuis nog geen televisie, maar de
overburen wel en mijn vriendje Sjaak, de jongste
zoon van buurman en buurvrouw, nodigde mij steeds
uit als er wat leuks op de TV kwam. Ook die avond
nodigde Sjaak mij uit om te komen, want er was een
Dikke en Dunne-film voor de televisie. Nou graag, dat
vond ik prachtig. Niet alleen de Dikke en de Dunne,
maar ook buurman Baijs en de oudste zoon Jan vond
ik altijd vermakelijk. Ik zie ze nog zitten, pal voor de
televisie, naast elkaar, ieder op een kamerstoel tot...
de eerste lollige actie, want dan lagen ze letterlijk slap
van het lachen op de grond en daar moest ik dan weer
onbedaarlijk om lachen. Als jongetje al, maar nu nog
En toen buurman en Jan bij een volgende ko
mische actie van Laurel en Hardy weer eens op de
grond belandden, propte ik op dat moment per on
geluk mijn pink te ver in de opening van het vaasje.
Opzich niet erg, maar hij wou er niet meer uit. En ter
wijl 'de grondwerkers' niet meer bij kwamen van het
lachen, zat ik daar met een spijkerbol aan m'n pink.
Nadat ik een kwartier met m'n Houdini-act bezig was
geweest, zei ik bedeesd, "Buurman, ik kan mijn vin
ger niet meer uit het vaasje krijgen". Nog nooit had
ik buurman een scheldwoord horen zeggen dat met
een G begon, maar ook die grammatica beheerste hij
tot mijn stomme verbazing. We raakten naar de keu
ken. Vinger en vaasje onder de koude kraan. Geen
beweging. Maar gelukkig!,een beetje ABRO bracht
uitkomst.
De pink, danig gezwollen en rood verliet de
spijkerbol. Dat luchtte op, ook voor buurman, want
die had in gedachten het bolletje al in stukken gesla
gen zien worden. Van de film weet ik mij niets meer
te herinneren, wel weet ik dat ik net als bij al die an
dere TV-bezoekjes aan de buurtjes Baijs een gepelde
navelsinaasappel kreeg. "Lekker opeten", zei buurman
en nooit meer doen". Nee, nooit meer heb ik aan het
vaasje gezeten, hoewel mijn handen jeukten af en
toe.
steeds kan ik moeilijk mijn handen stil houden, of de
situatie nu saai is of vrolijk, die handen moeten gaan.
Bij de buurtjes was het vaasje dan ook vaak mijn doel
wit. Buurman Baijs had al vaker gezegd: "Tonny Bak
ker lit dat vaaske staan, straks is 't stik." Maar niet lüüs-
tere vanzelluf. Je kon het zo leuk door de rondte laten
draaien, de belletjes in het glas leken dan streepjes te
worden.
De Dikke en de Dunne
Historische Vereniging Wieringen "Op de Hoogte" 28e jaargang nr. 4 - 2016