In de nacht van 26 op 27 januari 1943 worden vier Lockheed Hudson bommenwerpers van Squadron
320 van de Marine Luchtvaartdienst (MLD) (VSQ 320), afkomstig van Bircham Newton, uitgezonden
om een Duits konvooi aan te vallen. De Hudson 'EW 919' wordt bij Terschellingerbank waarschijnlijk
het slachtoffer van Duits afweervuur (FLAK). Van het toestel en de vier bemanningsleden wordt niets
meer vernomen. Op internet is over de bemanning weinig informatie te vinden. Op de website van
de oorlogsgravenstichting wordt naast het geboortejaar ook de geboorteplaats vermeld. Bootsman
Kost is geboren in Den Helder. Tot nu toe heeft verder onderzoek in Den Helder niets opgeleverd.
De bemanningsleden van beide Hudsons staan vermeld op de Erelijst van Gevallenen 1940-1945.
Deze lijst is neergelegd in de gedenktafel in de hal bij de ingang Binnenhof 1a van de Tweede Kamer
der Statengeneraal. Deze lijst bevat de namen van degenen die als militair of als verzetsstrijder in de
Tweede Wereldoorlog voor het Koninkrijk der Nederlanden zijn gevallen. Iedere dag wordt door een
medewerker van de Tweede Kamer een pagina omgeslagen. De lijst bevat ongeveer 18.000 namen.
In de Gooi-en Eemlander van 3 Mei 2003 was een artikel gewijd aan Leendert Jonker, de laatst
levende van een groep van 15 mariniers die als boordschutters meevochten bij het 320 Squadron.
Ik citeer de onderzoeker Everard Bakker: 'De boordschutters waren niet te benijden. Zij moesten
het toestel beschermen tegen aanvallen van de Duitse jagers. Ze zaten in een nauw koepeltje
van plexiglas, bovenop de rug van het vliegtuig. De vluchten duurden zo'n vijf, zes uur. Probeer je
eens voor te stellen hoe dat geweest moest zijn. De motoren konden uitvallen, het kon plotseling
slecht weer worden, er konden navigatieproblemen ontstaan. Ze zaten daar in een torentje, dat
erg koud was door de enorme tochtstromen. Ze kwamen steeds totaal uitgeput terug. Ondanks de
eentonigheid moesten ze voortdurend alert blijven omdat ze elk moment onder vuur genomen
konden worden door de veel snellere Duitse nachtjagers. Als dat gebeurde moesten ze allereerst
tijdig aanwijzingen geven voor uitwijkmanoeuvres aan de piloot. De nachtelijke aanvallen van de
Hudsons waren gericht op Duitse boten. 'Hun konvooien werden beschermd door schepen met
luchtafweergeschut. Om een effectieve aanval te kunnen uitvoeren vielen de Hudsons in het begin
van de oorlog aan op masthoogte, waardoor er bij het 320 squadron grote verliezen te betreuren
waren'.
Het Luchtvaart- Oorlogsmuseum op Texel
In het Luchtvaart- Oorlogsmuseum op Texel staat een Pratt Whitney Twin Wasp-vliegtuigmotor
van een Bristol Beaufort torpedobommenwerper. De motor is door een Texelse kotter opgevist in de
Noordzee. De propeller is omwikkeld met staaldraad, waarschijnlijk afkomstig van de tuigage van een
schip. De omwikkelde propeller is een
symbool voor het riskante vliegen op
masthoogte, maar is ook een symbool
voor het verloop van mijn onderzoek;
je raakt erin verstrikt en het laat je niet
meer los!
In het volgende afsluitende
artikel wil ik de verhalen over de
vliegtuigmotoren op Vatrop afronden
met bronvermeldingen, reacties en
correcties.
Historische Vereniging Wieringen "Op de Hoogte" 28e jaargang nr. 2 - 2016