van Nelie) die de aannemerij op Stroe inmiddels
hebben overgenomen van hun vader Dirk.
In de Elft heeft en creëert Jan ruimte voor zijn
hobby's. Er is een grote moestuin en boomgaard
waar hij met veel plezier tuiniert en paling rookt
(de lekkerste van Wieringen) en hij richt de boet
in om eindeloos te klussen en zijn fijne, precieze
timmermanskunst uit te oefenen. Hier bakt hij
ook regelmatig tong, want hij heeft zijn goede
contacten aangehouden in de haven van Den
Oever.
Gelukkig heeft hij ook voldoende ruimte voor
het opslaan van de zaken die echt nog niet weg
mochten. Een stukje hout bijvoorbeeld was al
tijd nog goed om ooit nog eens een lijstje van te
maken. Het pad naar de boet werd bestraat met
oude betonnen bermpalen waarop de afstanden
tot Leeuwarden en Amsterdam nog vaag zicht
baar waren. Ze waren door zijn werkgever afge
schreven, maar konden volgens Jan nog jaren
mee.
Uiteindelijk schaft hij, na met enige moeite
rond zijn vijftigste zijn rijbewijs te hebben be
haald, ook een auto aan bij de garage van oom
zegger Theo Boersen in Den Oever. Het hemd is
tenslotte nader dan de rok. Later volgt er zelfs
een caravan. Uiteraard geen nieuwe. Het is een
caravan die tijdens de windhoos op Ameland in
augustus 1972 veel schade heeft opgelopen. Jan
knapt de caravan eigenhandig in de avonduur
tjes op.
Jan vervolgt zijn waterbouwbestaan bij de
Rijkswaterstaat, waarin in 1971 de dienst Zuider
zeewerken is opgegaan. Eerst vanuit het dienst-
kringkantoor aan de Beltstraat. Later wordt Jan
rayonopzichter en verhuist hij naar het nieuw
gebouwde rayonkantoor op de hoek van de
Belterlaan en het Rozenlaantje (nu Burghout
Design&Druk). Vandaar uit stuurt hij in nauwe
en vaak vriendschappelijke samenwerking met
zijn collega's onderhoudswerken aan de dijken
van Wieringen en de havens van Den Oever en
de Haukes aan, totdat hij op 63-jarige leeftijd in
1979 gebruikmaakt van de nieuwe VUT-regeling
van de overheid.
Verhuizing van Stroe naar Hippolytushoef. Naast Jan zoon Marcel.
- 11 -
W1ER1NGEN_
Historische Vereniging Wieringen "Op de Hoogte" 28e jaargang nr. 2 - 2016