Op zondag gaan enige vletterlui met behulp van de reddingsvlet van de bergingsfirma Gebr. Zur Muhlen aan boord en brengen, zij het met veel moeite, enige compassen, instrumenten, lantaarns en dergelijke in veiligheid. Het schip verkeert dan nog in vrij goede conditie, hoewel er reeds veel water wordt gepeild, is er toch nog hoop om het schip te redden. Tegen de helse storm die dan volgt kan het schip het niet vol houden. Tegen drieën 's middags, bij het wassen van de vloed komen reusachtige golven, als dui nen zo groot, op het schip toerollen. Het wordt in één keer opgetild alsof het niets is en op een andere zandrug neergesmeten. In één ogenblik wordt het schip totaal uit elkaar geslagen en de len van het schip en van de lading houten balken vliegen overal in het rond, om daarna in een om mezien weg te drijven. De snelheid waarmee al les door de felle stroom wegdrijft is zo groot dat om half negen 's avonds uit Termunten in Gro ningen wordt gemeld dat daar balken in de Wad denzee ronddrijven. Langs de Helderse zeedijk is het, ondanks de woedende storm, ineens heel bedrijvig. Langs de kust is bij zulke gelegenhe den iedereen jutter, uit alle hoeken en gaten ko men mannen met bootjes, pikhaken, touwen en ander gerei opduiken om een deel van de buit te bemachtigen. Een groot deel van het wrak, het dek met een deel van de romp, wordt bij Fort de Harssens vastgelegd. Vermoed wordt dat er in de romp nog een deel van de lading ligt, maar dat is in de woeste zee niet te zien. Enkele sloeperlui en de bezetting van het Fort voeren een verbe ten strijd om het bezit van de tegen de glooiing aangespoelde balken. Het grote aangedreven wrakstuk wordt continu bewaakt door een acht tal sloeperlui, als wisselende wachtgroep voor zo'n tachtig man, om te voorkomen dat de con currenten er met delen vandoor gaan. Zij 'loge ren' daar gedurende de gehele nacht. Het me rendeel van de lading hout is met de stroom en de harde wind de haven voorbij gedreven, rich ting de Waddenzee en de Zuiderzee. Als de wind wat gaat liggen en door de eb de stroming keert, komt er een grote hoeveelheid hout terug. Om te voorkomen dat dat hout door het Marsdiep afdrijft naar de Noordzee, is op maandagmorgen alles en iedereen in de weer met de berging van de kostbare balkenlading. Aan de Buitenhaven heeft men dan reeds zo'n driehonderd mahonie houten balken, zeilen, vaten wijn en wrakhout aan land gebracht. Ook aan de Van Ewijcksluis is een honderdtal balken geborgen. De gehele vissersvloot van het dorp is doende geweest met deze ongewone bezigheid: het vissen naar hout. Schipbreuk „Roma". Amia-Paulowna. Tusaohen du va» Ewijck sluis en do Kooi zijn door bewoners run dun West-Polder on vletter! icd en uit Helder bijna 500 balken opgeviacht en geborgen, afkomstig van het in du Buitengronden ge strande schip *Roina". Voor deze lieden een aardig huilenkansje. By den havenmoeater-strandvoudur te Texel waren tot gisterenmorgen, door vis- sohers 42 balkon aangebracht, gemerkt mot een „P* of een «E*. Dit hout was vermoe delijk afkomstig van de iRoma" en werd op stroom opgepikt. Ook eonig rondhout word geborgen en by de strandvonderij aangegeven, Van het in de Tersobellinger gronden gestrande barkschip .Fernanda" is niets meer te zien. De balken hebben naar men zegt een waarde van 150 tot 200 gulden per stuk. Met een vijftal vaartuigen, geholpen door Helderse vletters, is men druk bezig om een groot wrakstuk aan wal te brengen. Na enige tijd wordt in de krant ge meld dat het "totaal aan balken, afkomstig van Historische Vereniging Wieringen "Op de Hoogte" 27e jaargang nr. 4 - 2015

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Op de Hòògte - Wieringen | 2015 | | pagina 17