Het geleende drumstel
Landbouw- en middenstands
tentoonstelling Wieringen
door Ton Bakker
Deelname groter dan
ooit te voren.
Groots van opzet, een honderd
jarige Hollandsche Maatschappij
van Landbouw waardig, is in Hlp-
polytushoef de middenstandsten-
toonstclling. Het was voor dc or
ganisatoren nog een puzzle otn In
de 1300 m2 grote tent alle stand
houders een plaatsje aan te wijzen.
Ook de deelname aan de veekeu
ringen was aahzienlijk groter dan
voorgaande jaren. Ken van de be
langrijkste medewerkers, het weer,
liet zich vrijdagmorgen van de
goede kant zien. zodat het al spoe
dig een gezellige drukte was op het
feestterrein aan de Elft.
PRETTIGE SFEER.
In de theetuin verwelkomde de
heer W. Mostert, voorzitter van de
Hollandsche Mij van Landbouw, de
aanwezigen. Hieronder bevond
zich ook burgemeester C. J. Schel-
linger, die de officiële opening van
Naar aanleiding van dit krantenknipsel uit de
Wieringer Courant van 20 september 1961 ont
stond het volgende verhaal.
Bladerend in een boek vol compilaties uit di
verse Wieringer kranten van de heer Jan Conijn,
trok boven vermeld artikel onze aandacht. "Was
dat niet die keer, dat wij met de heren Meijert
Kooij en Herman Zon hebben gespeeld?", vroe
gen mijn broer Cees en ik ons af. Het oude op
schrijfboekje van Cees bevestigde het gebeuren.
Omdat de Hollandse Maatschappij van Land
bouw honderd jaar bestond was er een midden
standstentoonstelling aan gekoppeld. Heel veel
stands van de plaatselijke middenstanders vul
den de tent. In het midden van de tent bevond
zich een soort theetuin. Hier kon men even rus
ten en genieten van een hapje en een drankje.
En... een muziekje. De organisatie had de heren
Kooij en Zon benaderd om voor een achter
grondmuziekje te zorgen gedurende drie dagen.
Meijert Kooij op viool en Herman Zon op piano.
Maar speciaal voor deze gelegenheid wilden zij
zich uitbreiden met een drummer. Kooij was een
week van tevoren naar Den Oever getogen om te
vragen of er bij de familie Bakker nog een drum
mer beschikbaar was. Cees was toentertijd de
vaste drummer van de Bakkertjes en kon zich op
twee van de drie dagen beschikbaar stellen. Al
leen op zondag kon hij niet, omdat hij met vader
Joost en broer Nico op een bruiloft moest spelen
in Breezand. "Maar die kleine kan toch ook drum
men", zei Kooij, "en daarbij, het is 's middags van
twee tot zes, dus het wordt geen nachtwerk""Als
hij wil, van mij mag ie", zei m'n vader. En ik wilde
ook wel. Er was echter één probleem: we hadden
maar één drumstel. "Dan moeten we vragen of
we het drumstel van ome Kors van Stroe mogen
lenen, dat is misschien een optie" Ome Kors,
die jaren met mijn vader samen gespeeld had,
was niet meer actief in de muziek, maar had het
drumstel nog altijd bewaard. Een belletje naar
Stroe leverde uitkomst, echter op voorwaarde
dat ik er heel voorzichtig mee moest zijn. "Uiter
aard", zei m'n vader. De soort muziek die de heren
Kooij en Zon speelden was van een ander genre
dan dat van de opkomende Stones en Beatles.
Dus wat dat betrof had het drumstel niets te vre
zen. Er werd met ome Kors afgesproken dat het
drumstel zondag tegen de middag gehaald zou
worden, zodat we meteen door konden rijden
naar de feesttent aan de Elft. Op de bühne in de
theetuin werd het drumstel opgebouwd naast
de piano.
Het optreden verliep goed die middag. Wat
heet goed, niemand had ons gehoord in de
drukte en zonder versterking van geluidsappara
tuur. Desalniettemin, de organisatie was uiterst
tevreden en ik had vijftien gulden verdiend, wat
een bedrag! "We gaan bij mij thuis nog even wat
eten", zei Kooij "en daarna breng ik je naar huis"
Aldus werd ik na de maaltijd weer netjes in Den
Oever afgeleverd. Nog even gebabbeld met mijn
moeder, een kopje thee en op tijd naar bed. Het
was toch wel vermoeiend geweest en de volgen
de dag moest ik weer naar school.
ri» fppcfjart vprrlchtfp
Historische Vereniging Wieringen "Op de Hoogte" 27e jaargang nr. 4 - 2015