M.U.Z.-park. Onze 'sluiproute'is goed zichtbaar.
genoeg gemaakt tijdens de Februaristorm, die
nog niet zolang geleden huisgehouden had in
Nederland. Diezelfde storm had er voor gezorgd,
dat het water over het dijkje achter het M.U.Z.-
park was geslagen. De mensen die aan de oost
kant van het M.U.Z.-park woonden hadden zelfs
water in huis gehad.
Al fietsende kwam Nico op het idee om de
weg af te snijden en achter het M.U.Z.-park langs
via de Bierdiek naar ome Kors en tante Geer te
rijden. Het water dat gedurende de storm over
het dijkje heen geslagen was, had ook de nodige
slik meegevoerd. Dit was inmiddels bezonken en
gedeeltelijk opgedroogd. Het zag eruit als aard
appelpuree met een dun laagje krokante paneer
er over. En juist over die schijnbaar opgedroog
de vlakte, daar moesten wij overheen. De eerste
meters verliepen nog redelijk, maar al snel be
gonnen de banden door het bovenlaagje te zak
ken. De spaken liepen helemaal vol met de on
derliggende vettige slikdrek en op laatst leek het
wel of we dichte wielen hadden. De hoeveelheid
drek die tussen de jasbeschermers zat gesmeerd
gaf zoveel weerstand, dat de vaart er helemaal
uit raakte. De fiets was nauwelijks meer vooruit
te branden en lopen was geen optie, want wat
te bedenken hoe het dan met onze zondagse
schoenen zou aflopen. Nico's spierkracht was uit
eindelijk niet meer
opgewassen tegen
de vette substantie.
We kwamen tot stil
stand en vielen om,
'd'r was gien houen
meer an'.
De Dikke en de
Dunne zouden ja
de fiets gespoeld werd. |oers zjjn geweest op
deze scène. De 'Sundusse'pakken waren opslag
even als de schoenen, niet meer om aan te zien.
Nico's, door moeders zelfgemaakte, 'drollenvan
ger' leek meer op een waadpak. Terugkeren was
geen optie, dus dan maar door lopen naar de
Bierdijk. Onder aan de Bierdijk woonde de fami
lie Hoep en Nico had bedacht om daar de fiets
schoon te laten spuiten. Bij de familie Hoep had
den ze toentertijd een zeehondje in de opvang,
zij noemden hem Robbie. Robbie had een eigen
gemetseld bassin, waarin hij zo af en toe wat kon
poedelen, zwemmen was een te groot woord,
daar was het te klein voor. De bak werd meestal
gevuld met water van over de dijk, zout dus en
stromend kraanwater was er toentertijd nog niet
aanwezig in huize Hoep.
Maar Hoep wist wel raad met de fiets, hij dom
pelde hem helemaal onder in het zoutwaterbad
van Robbie, totdat hij van de ergste drek verlost
was. Schoon was anders, maar we konden weer
rijden. Toch maar terug naar Den Oever, want zo
konden we ons toch niet vertonen bij oom en
tante en de neven op Stroe. Die zouden zich na
tuurlijk helemaal slap gelachen hebben en dat
was hun niet gegund. Dus terug, maar nu over
Vatrop en langs de Gemeenelandsweg. Onder
weg hadden we nog alle tijd om een openings
zin te bedenken die we ongetwijfeld nodig had
den bij terugkeer in de Voorstraat. Maar hoe goed
Voor 't eerst aan 't fietsen op moeders nieuwe fiets.
Het bassin van Robbie, waarin
Historische Vereniging Wieringen "Op de Hoogte" 278 jaargang nr. 3 - 2015