aangekondigd op het raambiljet: taaitaaie-
maanen en spekulaazenpopen. Of: benanen as
heipaalen. In de Nederlandse taal waren ze niet
zo onderlegd.
Dolf staat ook wel op kermissen met een
snoepkraam en hij gaat zich toeleggen op de
uitbreiding van de ijsverkoop. Sinds 1919 werd
er verpakt ijs verkocht, maar inl933 vindt de ijs-
bereiding plaats in het stenen schuurtje achter
het huis, met elektrische machines. IJsfabriek'De
Noordpool'is een feit. Als de ijsmachines draaien
is dat buiten goed te horen en dus komen de
jongens uit de buurt er op af om te zien of er
misschien 'een lik' ijs in de machines achterblijft
om dat snel op te kunnen snoepen. Jan Conijn
stond ook eens bij zo'n ijsbereiding te kijken en
zag dat Dolf er een keer in kwatte!"Voor 't geluk",
zei DolfJan zei: "Gerard, 't is eerlijk waar, ik heb
't zelf gezien!!" Dan kunnen wij toch niet aan z'n
woorden twijfelen?
Voor de verkoop van ijs waren bekertjes no
dig en Dolf kon bij de leverancier een zeer voor
delige aankoop doen. Hij moest daarvoor wel
zelf die bekertjes uit Culemborg halen. Op een
donderdag vertrok hij, geld op zak (tevergeefs
geprobeerd om van buurman Visser te lenen),
met de bus naar Anna Paulowna, trein naar Am
sterdam en zo verder, om op de vrijdag daarna
weer terug te komen. Die vrijdag was er echter
geen Dolf te zien, noch zaterdag, noch zondag.
Pas op donderdag, een week later, zagen spe
lende jongens op 't Hoekje een vreemd manne
tje uit de bus stappen: in overhemd, zonder jas,
kaalgeschoren hoofd. "Verrek, 't is Dolf!", zeiden
ze, toen ze hem van dichterbij zagen. Inderdaad,
Dolf was weer thuis, zag er vreemd uit en zonder
ijsbekertjes. Broer Ab was woedend en Dolf had
heel wat uit te leggen. Hij vertelde dat hij bij aan
komst in Amsterdam was gearresteerd, z'n geld
was afgenomen, hij werd kaalgeschoren en vast
gezet! Het was oorlogstijd en er gebeurden rare
dingen, blijkbaar. Later kwam echter de aap uit
de mouw: het verhaal was compleet door hem
verzonnen! Hij was in Amsterdam 'aan de barrel
geweest en had zelf z'n hoofd kaal laten scheren
om zijn verhaal echt te laten lijken.
Waar Dolf volgens mij het meest bekend om
is geworden is de druppel aan z'n neus! Hij ging
met zijn IJskarretje zelfs tot in Den Oever om
wat te verdienen. Dat was een hele inspanning,
dus veel zweten, dus vandaar die 'druup an z'n
neus'. Volwassenen van nu, die nog als kind aan
z'n ijskar hebben gestaan om een ijsje van vijf te
kopen, weten nog hoe spannend het was om die
'druup' in de gaten te houden: als 'ie maar niet in
mijn ijsje valt! (ze moesten eens weten dat er ook
al in gekwat was!).
i UtSTl MïUtTfil
[DlttlfPTU >^5ll)
Waardoor iemand al niet in herinnering kan
blijven. Saskia en Serge zongen het al:" 't zijn de
kleine dingen die 't doen, die 't doen...".
Rond 1950 stopt Dolf met z'n handel en hij ver
trekt naar familie in Beverwijk. Hij overlijdt in een
tehuis in Steenwijk op 16 februari 1969. Broer Ab
overlijdt op 17 juli 1970 in 't Noorderlicht te Hip-
polytushoef.
Dank aan Jan Conijn voor de foto's; Joop Visser
voor z'n verhalen; Winkels op Wieringen deel 2,
van de Historische Vereniging Wieringen.
't Hoekje 193 7
Historische Vereniging Wieringen "OpdeHöögte" 27e jaargang nr. 3 2015