Joost met zijn kroost Joost Bakker werd geboren op 22 april 1913 te Sliedrecht. Hij was de zevende telg van het gezin, twee jaar later volgde er nog een tweeling: Kors en Klaas. Het geloof was belangrijk in het gezin en daarom was er in huize Bakker een harmonium aanwezig ter begeleiding van het zingen van de psalmen. Maar niemand kon het kamerorgel be spelen, behalve Joost. Puur op zijn gehoor speelde hij als broekie de meeste psalmen. Op zijn elfde jaar kreeg hij een accordeon, dat was zijn grootste wens. Omstreeks 1929 kwam het hele gezin naar Wieringen in verband met de Zuiderzeewerken. Al snel werd bekend dat hij de boel goed wist te amuseren met zijn accordeon, vaak begeleid door broer Kors op drums. Rond 1934 kreeg hij kennis aan Rie Cornelissen en op 11 september 1937 trad hij met haar in het huwelijk. Zij bleven wonen in Den Oever en kregen drie kinderen; Nico (1939), Cees (1941) en Ton (1947). Jaren speelde hij samen met zijn broer Kors en later met André Vredenburg, op bruiloften en par tijen in de kop van Noord Holland. DOOR TON BAKKER Historische Vereniging Wieringen "Op de Hoogte" 26e jaargang nr. 3 - 2014 De muziek is ons, mijn broers Nico, Cees en ik (Ton), dan ook met de paplepel in gegoten, of bijna letterlijk in de schoot geworpen toen wij nog in de buik van moeder Marie "woonden". Nico ging accor deon spelen en Cees gitaar en ik was toen nog te klein voor een in strument. Maar toen ik een jaar of vier was vond vader Joost het toch wel tijd dat ik ook wat ging doen. Maar wat? Het eerste jeugdkorps van Apollo was toen pas opgericht (1952) en Nico en Cees hadden zich daar ook aangemeld. Nico ging ba riton spelen en Cees klarinet. Wij woonden toentertijd vlakbij Hotel Wiron, de oefenlocatie van Apollo, Joost met zijn eerste accordeon, samen met zijn moeder zijn oudste zus Jans en de tweeling Klaas en Kors in 1924. Feestvreugde bij de polderjongens in 1931. Muzikanten v.l.n.r. Joost, Kors en Jaap Pijl. in de Voorstraat. Als er geoefend werd mocht ik ook wel eens mee. Op een keer was de grotetrom- speler verhinderd. "Dat kon ik wel even doen", zei m'n vader. En daar stond ik dan achter de grote trom. Veel te hoog om er bij te kunnen. Dus raakte ik staande op een stoel de maat aan het slaan. De knots was veel te zwaar voor mijn kleu terarmpje, maar vader Joost had -22-

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Op de Hòògte - Wieringen | 2014 | | pagina 24