Toen begon de Tweede Wereld oorlog. Van het begin af aan was Maarten een fel tegenstander van de Duitse bezetter. Hij verdroeg geen onderdrukking. Door zijn on stuimige aard nam hij vele risico's. Om de transporten van en door de Duitsers zo goed mogelijk te kunnen volgen werden er door de brugwachter P. de Boer bij de brug te van Ewijcksluis twee personen onder het mom van hulpbrugwach ter aangesteld. Deze personen waren Anne van Os en Maarten Snoodijk, beide waren zij ingedeeld bij de gewestelijke sabotagegroep. Uit latere verklaringen blijkt het volgende: Op 12 april 1945 zijn door deze beide heren de spring ladingen onder de brug onklaar gemaakt, door de aangebrachte springladingen te vervangen door onschuldige blokjes hout. Die bij een oppervlakkige inspectie voor het originele materiaal zouden worden aangezien. Als deze brug opgeblazen zou worden zou Wie- ringen geïsoleerd zijn en dat moest te allen tijde worden voorkomen. Hoewel door brugwachter De Boer naderhand over deze beschrijving een geheel andere lezing werd ge geven. Hoe en wat en welke uitleg de juiste is, zal altijd een vraag blij ven. De 17e april bliezen de Duit sers de Wieringermeerdijk op zo dat een ieder hals over kop moest evacueren. Op 24 april verleende Snoodijk met een roeivlet van de Dienst der Zuiderzeewerken hulp bij de evacuatie van enkele bewo ners. Hij vertrok die morgen vanaf de brug waar hij die dag niet is te ruggekeerd. Op 26 april is Maarten op het Hoekje in Hippolytushoef aangehouden door Jurgen Hinrich sen "het scheermes" en overge bracht naar de politiepost te Wes- terland, de onderwijzerswoning bij de Lagere School. Diezelfde avond zijn Hinrichsen, een ondercom- Ondervraging van Jurgen Hinrichsen mandant en twee manschappen van de post van Ewijcksluis met me deneming van Snoodijk vertrokken richting De Kooi. Onderweg langs het kanaal is hij gefusilleerd en in de berm in een mangat begraven. Negen dagen daarna was de oorlog voorbij. Maarten was al eerder op gepakt en had 10 maanden gevan gen gezeten vanwege het feit dat hij gezegd had het liefje van Hin richsen, Letty Obreen de dochter van notaris H.P.D.J. van der Speek Obreen, na de oorlog zou vermoor den. Toen hij een keer langs het huis van Hinrichsen fietste werd er gezegd, "daar gaat Snoodijk dat is die kerel die Letty Obreen zou afmaken". Dat en mede door het feit dat hij naar een verboden zen der luisterde gaf het "scheermes" aanleiding hem te arresteren. Je verrader slaapt nooit. Het feit dat Hinrichsen ook wist dat het einde van de oorlog naderde meende hij zijn vriendin te moeten bescher men door Snoodijk te vermoorden. Maartens moeder is de dag na zijn vermissing navraag gaan doen bij de Duitse commandant te Wes- terland, haar werd verzekerd dat haar zoon spoedig naar huis zou komen. Op 28 mei 1945 schreef zij een hartverscheurende brief naar haar broer Douwe Plekker, in Rot terdam, waar deze politieagent was, waarin zij de hele geschiede nis uit de doeken deed. Deze broer heeft Hinrichsen opgespoord, hij zat in Alkmaar gevangen. De heer J. de Krijger heeft hem opgehaald en naar Wieringen gebracht, hier voor heeft hij wel een papier moe ten ondertekenen dat hij de gevan gene levend naar Wieringen zou brengen. Tevens schreef zij op 6 juli 1945 een brief naar "Het Bureau van Politieke Misdrijven". Ik las gisteravond in de Wierin- ger Courant een advertentie die mij aanleiding gaf U één en ander aangaande mijn zoon te schrijven. Mijn zoon was al enige maanden in dienst van de ondergrondse, hij was aangesteld bij de Knokploeg om de brug van Ewijcksluis te be waken. Mijn lieve jongen is bij mij uit huis gegaan Donderdagmorgen om half twaalf, 26 April en ik heb sedertdien nooit meer iets van hem vernomen. Hij is dus al twee maan den weg. Naam van mijn zoon is Marten Pieter Snoodijk. Geboren te Utrecht 17 Maart 1914. Hij was gekleed in een wit hemd en broekje blauw shirt, blauwe overal. Kort bruin gehokt jasje, zwarte sokken en zwarte schoenen. Armbandhor loge zwart bandje plat vierkant horloge met naam aan de achter kant. Op duim van de linkerhand litteeken. Hopende dat hij gevon den mag worden, wij zitten dag en nacht in spanning. Zwarte krul- lebol en lichtbruine oogen. De ver moedelijke daders die weten waar mijn zoon is, zijn Letje Obreen, zit gevangen in de gevangenis aan de Weteringschans of Gartmanplan- soen in Amsterdam, die heeft mijn zoon in 1942 ook 10 maanden in de gevangenis geholpen wegens luis teren naar den Engelschen zender. En verder een Duitse commandant genaamd Hinrichsen, zit gevangen Historische Vereniging Wieringen "Op de Hoogte" 26e jaargang nr. 3 - 2014

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Op de Hòògte - Wieringen | 2014 | | pagina 20