De akte wordt getekend. Van links naar rechts Matthisca Kooij-Modder
Tan Lont-Lont, notaris Butijn en Nel Fijnheer-Rotgans
omdat Gert Jan het even wat rus
tiger aan wilde doen. Tjee, dat was
wel even wat. Je komt er dan pas
achter, wat er zo allemaal in een
dergelijke vereniging omgaat. Er
is een redactiecommissie, die het
enorm gewaardeerde verenigings
blad Op de Hoogte viermaal per
jaar verzorgt, waarbij ook nog re
gelmatig een extra themanummer
gemaakt wordt.
Er is een genealogiecommissie,
die stambomen opzet en uitwerkt
en daar dan een paar weekenden
in het najaar openstellingen over
houdt. Er is een gravencommissie,
er is een groep mensen die zich
bezig houdt met het voorbereiden
van de uit te geven boeken, men
sen die het archief beheren en vele
vrijwilligers die Op de Hoogte rond
brengen. Enfin, al met al een ener
verende taak, maar ook leuk om de
vele dingen mee te maken.
Achter de schermen werd heel
hard gewerkt aan uit te geven boe
ken, het was natuurlijk mooi om als
een van de eersten het manuscript
in te kunnen zien. Het werd dan
ook vaak ook nachtwerk. Maar ja,
Penningmeester Jaap Fijnheer plaatst ook zijn handtekening
je moest toch ook weten wat je
in je voorwoord moest schrijven.
De eerste boeken voor mij waren:
Verdwenen Boerderijen en daarna
Bakkers op Wieringen van Peter
de Greef. Bij het boek ter gelegen
heid van het 50-jarig bestaan van
de vlootschouw in Den Oever, ge
naamd Varen, Vissen en Feesten
had ik het grote voorrecht om het
eerste exemplaar samen met Ton
Schouwenaar, voorzitter van de
vlootschouwcommissie, aan de
toenmalige koningin Beatrix te mo
gen overhandigen. Tevens mocht
ik Hare Majesteit rondleiden op
onze expositie boven op de net-
tenzolder van de C.I.V. in Den Oe
ver. Bij ontvangst vroeg ik haar of
het gepermitteerd was, dat ik dat in
het "Wierings" deed, omdat ik het
leuk vond, dat zij zich op Wieringer
grondgebied bevond. Zij had daar
totaal geen probleem mee, zei ze.
Zodoende stelde ik haar aan Tan
Lont voor en vertelde dat Tan spe
ciaal voor haar "der sundese jurk
antrokken had", hoewel het op een
zaterdag was. Al met al liep het be
zoek al een beetje uit ten opzichte
van het tijdschema, maar ze liet
zich niet opjagen zogezegd. Ze was
zeer geïnteresseerd en had ook nog
de nodige vragen en alles kwam
heel prettig over. We moesten dit
bezoek maandenlang geheim hou
den, daarom is het wel leuk om het
volgende te vertellen. Van tevoren
had natuurlijk de veiligheidsdienst
een bezoek aan de coöperatie ge
bracht. Toen ik daar een keer was
om met Jan van der Wiel, de be
drijfsleider van de C.I.V., een en an
der te bespreken, vroeg een van de
medewerkers wanneer "ze" kwam.
Ik vroeg hem: "Wie, hoe kom je er
bij?" Het antwoord was duidelijk:
"Hier was lest een kerel te kieken
en die had soveul touw an z'n barst
hangen, dat je er wel een skuut
mee an de kangt kon lége! Proost!"
Historische Vereniging Wieringen "Op de Hoogte" 26e jaargang nr. 2 - 2014