Ipi
ïffSllgjW
Mosselinlegbedrijf
Riebo's conserven te
Den Oever
J-yl jaar
Haringvangst Noorderoeverdijk met fuiken en schutwand, 1933
Het startkapitaal van 5000 gulden
wordt beschikbaar gesteld door
B W Wieringen. Deze ziet toe
komst voor de industrie en ver
wacht een sluitende exploitatie. Al
wordt het geheel door een aantal
raadsleden werkverschaffing ge
noemd, maar dat is altijd beter dan
werkloos. Als voorwaarde wordt
gesteld dat de Gemeente als eerste
deelt in de winst. Het lijkt allemaal
rond, maar alle goede bedoelingen
en inzet strandden op de goedkeu
ring van hogerhand. In april 1939
valt het besluit: de garnalendroge-
rij gaat niet door. Van overheidswe
ge wordt gewaarschuwd tegen de
risico's dat de fabriek zou moeten
worden gesloten door gebrek aan
consumptiegarnalen. Dit is de liqui
datie van de garnalendrogerij, al
dus het bestuur. Het einde van een
industrie die nooit van de grond is
gekomen.
De garnalenvisserij blijft de
Wieringers trekken al is het soms
toch zoeken waar de garnalen zich
bevinden om er een goed stuk
brood mee te kunnen verdienen.
De garnalen worden voor Den Oe
ver steeds belangrijker, gezien de
gevolgen van de vangstbeperkende
maatregelen in de visserij. Er zijn
garnalenvissers die hun heil rich
ting Duitsland, Sylt, zoeken. Ook
daar waren de vooruitzichten niet
gunstig, maar het trok aan. Het
huispelverbod, de traditionele en
ambachtelijke wijze, wordt op 1
juli 1990 ingesteld terwijl de vraag
naar garnalen enorm is. De kosten
van het pellen lopen door dit ver
bod op en dan het heen en weer rij
den met grote vrachtwagen vraagt
beleid. Veel vraag is er naar de gar-
nalenpelmachine, alleen deze kan
niet alle maten garnalen aan, wat
inspanningen vraagt van de vissers.
Net als de mosselvisserij in de Wes
telijke Waddenzee is in de jaren ne
gentig de garnalenopbrengst goed.
Aan het begin van de Tweede
Wereldoorlog voegen de twee
jonge ondernemers Riemersma en
De Boer de daad bij het woord. Zij
richten met hun vestiging onder de
naam Riebo, de eerste visverwer-
kende industrie te Den Oever, op.
Op 6 december 1941 wordt de hin
derwetvergunning afgegeven, het
bedrijf bestemd voor het concerve-
ren van vis, kan in werking worden
gesteld. Drie weken later wordt de
bouwvergunning afgegeven.
Tot dan toe rustte er een blaam
op Den Oever, een vissershaven
van betekenis, waar jaarlijks grote
hoeveelheden vis worden aange
voerd, maar zonder een visverwer-
kende industrie. Het bleef tot begin
1900 bij enkele particuliere kleine
rokerijen en een paar zouterijen.
Deze waren niet op een industri
eel doel gericht. Daarna kwam de
mosselindustrie, maar daar wa
ren er intussen niet veel meer van
over. Een tekortkoming in een vis
serijcentrum als Den Oever, waar
toch een belangrijke hoeveelheid
vis werd aangevoerd, maar die niet
kon worden verwerkt. Den Oever
liep hierdoor achter op andere vis
sersplaatsen, waar gestreefd werd
naar zoveel mogelijk profijt hebben
van het eigen product waarmee
voor de bevolking een tweede om
zet kon worden verkregen. Maar
Den Oever kende al een lijdensweg
van de plannen rond de oprich
ting van een garnalendrogerij die
door de onzekerheden ten aanzien
van de garnalenvangst niet van de
grond kwam. Daarnaast waren de
inkomsten van de visverwerkende
industrie de jaren ervoor geen aan-
moeding geweest om een dergelijk
bedrijf op te zetten en ontbrak het
daardoor aan initiatieven op dit
vlak.
Het zijn dan voor Wieringen wel
begrensde mogelijkheden, maar er
is ingesprongen op een braak lig
gende sector. Het getuigt van in
zicht en het bedrijf kan uitgroeien
tot een bedrijf waarin praktisch alle
soorten vis, die vanaf de afslag ko
men, kunnen worden verwerkt, zo
stelde men. Op voorhand was het
inleggen van mosselen de voorop
gezette bedoeling. In de daarvoor
speciaal gebouwde inrichting, ach
ter de Bakkerstraat en Dijkstraat,
zijn al gauw een twintigtal pellers
werkzaam. De meesten variërend
in de leeftijd van 14 tot 18 jaar. Het
Historische Vereniging Wieringen "Op de Hoogte" 26e jaargang nr. 2 - 2014
-28-