m |fi^« ft Verhandelingen, berigten, dichtstukken Stukken uit eene reize door het Koningrijk der Nederlanden. Deel 3, slot '31^ Ar; S719 Door Mr. J. Ackersdijck, hoogleeraar in de Statistiek aan de Hoogeschool te Luik, geschikt ge maakt voor publicatie in Op de Hoogte door Bob Gorter. 1# Wieringen, 2 Sept. 1826. c TB t J Er zijn vier schoolmeesters; de pastoor en de predikanten zijn le den der schoolcommissie. Sedert 4 jaren is er een leesgezelschap, waarin 26 leden zijn. Zie hier eenige bijzonderhe den omtrent de zeden gewoonten der Wieringers. Zij zijn ten uiterste gastvrij: elkeen noodigt degenen, die hem bezoeken, om het middag maal met hem te deelen. Wanneer iemand in verlegenheid is, wordt hij met de grootste hartelijkheid bijge staan; zoo is het, b.v., een ingesteld gebruik, dat de naburen regelmatig de zieken komen oppassen, zonder ooit eenige belooning daarvoor te genieten. Wanneer iemand sterft, nemen eveneens de buren alle zorg op zich, en de naastbestaan- den laten hun dit ook geheel over. De kosten der begrafenis beloopen op die wijze nooit meer dan twee gulden. De veiligheid en het goed vertrouwen der menschen zijn zoo groot, dat de meeste huizen nooit gesloten worden, en dikwijls ge heel geen slot hebben. Men heeft niet de gewoonte, om kwitantien te geven. Voor eenige jaren, zeide ons de Heer Eilbracht, was hij meerma len executeur geweest in boedels, waar vrij aanmerkelijke kapitalen uitgeleend waren, zonder eenig ander bewijs, dan de aanteeke- ning, welke de schuldeischer daar van gehouden had; en nooit was de schuld door den schuldenaar ontkend. In vroeger tijd, 20 of 30 jaar geleden, had men hier bijna geen geld in omloop: alle koopen en verkoopen werden op krediet ge sloten, en vier malen in het jaar werd afgerekend, namelijk: bij het verkoopen der lammeren, der wol, der oude schapen en der koeijen. Dit is nu eenigszins veranderd. De ingezetenen zijn zeer aan hun eiland gehecht, bij eene kleine afwezigheid bekomen zij heimwee, en net is bijna zonder voorbeeld, dat een Wieringer naar elders ver huist. Er is hier geen bijzondere klee ding: men volgt de Noord-Holland- sche dragt; zelf doet de mode som tijds veranderingen aannemen. Het voedsel is zeer eenvou dig: men eet weinig vleesch, veel zoogenaamd zakmeel, eene soort van koek, die van meel, in water gekookt, wordt toebereid en zeer zwaar is. Men heeft op dit eiland zeer goed welwater. Wanneer men gezelschappen heeft, is de gewoonte, om zeer laat bijeen te komen, en tot 's mor gens te blijven; men drinkt bij die gelegenheid koffij voor en na het avondeten. Het is de gewoonte, dat jonge lieden voor het huwelijk zeer ge- meenzamen omgang houden; daartoe is de woensdag bestemd. Zulke zittingen van de vrijende jeugd duren gewoonlijk tot den anderen morgen. De goede zeden lijden daarbij niet. Er zijn verscheidene herbergen, en die worden des zondags veel be zocht, want men kent hier weinig andere uitspanning; er zijn geheel geene volksvermaken, zelfs geen kinderspelen in gebruik. De meeste dezer bijzonderhe den ben ik aan den heer Eilbracht verschuldigd, welke sedert vele jaren het eiland bewoont, en zich scheen te verheugen over de ge legenheid, om zijne opmerkingen Historische Vereniging Wieringen "Op de Hoogte" 26e jaargang nr. 2 - 2014

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Op de Hòògte - Wieringen | 2014 | | pagina 17