En Robbie keerde nooit meer weerom I Robbie heette hij. Het was namelijk een mannetje. Op een zonnige voorjaarsmorgen in mei van het jaar 1951 troffen ze hem aan op de stenen dijkglooiing van Vatrop. Een klein zielig hoopje zeehond. Een huilertje, dat zijn moeder was kwijtgeraakt op het Wad. in de boet op een jute zak, overdag kwam hij vaak een kijkje nemen in huis. Op zijn buik schoof hij dan zo de huiskamer binnen. Kijken of er nog wat te halen was. De katten, die ook een goed tehuis gevonden hadden bij de familie Hoep, keken nauwelijks meer op of om als Rob bie weer eens puffend kwam aan zetten. Hij hoorde er gewoon bij en had toch nooit kwaad in de zin. Bij speciale gelegenheden mocht hij wel eens plaats nemen aan tafel. Dan nam Leendert-Jan Hoep hem op zijn schoot, zodat Robbie net bij het etensbordje kon. Groots als een aap was hij dan. Jarenlang behoorde Robbie tot het vaste meubilair van het gezin Hoep. ledereen wist dat op Va trop een vreemde gast huisde. Ook de media kregen er lucht van. Zo plaatste het familieblad Panorama in de jaren vijftig een foto van de zeehond en zelfs in Amerika be stond belangstelling voor Robbie, de huisrob. Wereldnieuws dus. Leendert-Jan Hoep die in een houten keet op Vatrop woonde, kreeg direct medelijden met het van God en iedereen verlaten beestje. Het Texelse zeehonden centrum Ecomare was er nog niet en ook Lenie 't Hart van de zeehon dencrèche in Pieterburen lag nog in de luiers. Maar veertig jaar terug deden ze nog niet zo moeilijk. Gast vrijheid was toen een groot goed. Leendert-Jan Hoep en zijn vrouw Antje konden het niet over hun hart verkrijgen om het jonge zee hondje te laten creperen onder aan de dijk. Ze bedachten zich niet en ontfermden zich over het zoogdier- tje. Robbie werd hij gedoopt. Alras verwierf hij zich een vaste plaats in het gezin Hoep. In het begin viel het niet mee om Robbie aan het eten te krijgen. Hij was helemaal van slag. Met veel geduld lukte het Leendert-Jan om Robbie met behulp van een fles melk aan te laten sterken. Allengs werd het beter met de eetlust van de jonge rob. "Iedere dag moest mijn vader vis halen in de afslag van Den Oever. Robbie schrokte er heel wat van weg. Maar mijn vader deed het graag", vertelt Neeltje Hoep-Sprenkeling, de dochter des huizes Hoep. Robbie kreeg een eigen beton nen bak, waarin hij zich naar harte lust kon uitleven. Iedere dag werd de bak bijgevuld met vers zeewater. Dat deed Leendert-Jan Hoep met een paar emmertjes. Ook de kin deren mochten wel eens emmer tjes water halen. Robbie vond het allemaal prima. Hij had een leven als een prins, 's Nachts verbleef hij Maar een zeehond is een zee hond. Hoewel Robbie een voortref felijk tehuis had gevonden, kon hij de vrijheid toch nooit helemaal uit zijn hoofd zetten. En hij was natuur lijk een mannetje. Zijn hormonen roerden zich hevig. Steeds vaker zat hij in zijn betonnen bak te den ken aan de bekoorlijke vrouwtjes die in de Waddenzee rondzwom men. Hij had geen keus, hij moest ervandoor. Hij kon geen weerstand meer bieden aan de zoete lokroep van de vrijheid. Historische Vereniging Wieringen "Op de Hoogte" 26e jaargang nr. 1 - 2014 -28

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Op de Hòògte - Wieringen | 2014 | | pagina 30