Het weer toen Schaatsdrama op de Zuiderzee jaar Het was koud begin januari 1901. Een matige vorst maakte zich meester van het water. Sloten en plassen bevroren, de Zuider zee veranderde geleidelijk in een grote ijsvlakte. De schaatskoorts sloeg toe in ons land. Zo ook op het eiland Wieringen dat een groot aantal schaatsliefhebbers telde en waarvan velen zich op het ijs waag den. Zestien januari 1901 was een zonnige en onbewolkte dag. Bij het KNMI in De Bilt werd een ge middelde temperatuur van -0,6 C. gemeten. Terwijl de bewoners van het eiland Wieringen genoten van het mooie winterweer voltrok zich op de Zuiderzee een drama. Bron: KNMI in De Bilt DOOR INA SCHOENMAKER-WIEGMAN Als Koning Winter met strenge hand regeerde, werd tante onrus tig. "Ja kien", zei ze dan op z'n Wie- rings, "toen vroor het ook zo hard." Dan haalde zij de doos met kran tenknipsels van zolder en kwam het hele verhaal op tafel. Zo werd ik - het kind - aandachtig luiste rend deelgenoot van haar familie drama, waarbij vader, broer en opa omkwamen. Op 16 januari 1901 was de Zuiderzee veranderd in een gladde ijsvloer. Vijf Wieringers waagden op de schaats de tocht naar Kolhorn. Eén besloot onderweg terug te keren, het werd zijn redding. De anderen verdronken in het ijskou de water. Reeds vele jaren daar voor zouden Simon Wigbout (70) en zijn broer Piet (68) deze tocht al met succes hebben volbracht. Komende uit een oud geslacht van vissers en schaatsers, waren ze als geen ander bekend met de Zuider zee. Bij het Hoelmerhaventje wer den die donkere ochtend om half acht de gladde ijzers ondergebon den. Toen vertrokken Simon (70), broer Pier (68), diens 44-jarige zoon Jan en kleinzoon Piet jr. (16). Ook buurjongen Kraan ging mee. Allen waren voorzien van lijnen en haken, om elkaar niet uit het oog te verliezen. Niet lang onderweg voelde Simon zich niet lekker en besloot terug te keren. De anderen gingen door richting Kolhorn waar ze na overnachting de volgende dag weer huiswaarts zouden gaan. Toen de dagen verstreken en op het thuisfront taal noch teken van het viertal uitbleef, nam de onge rustheid toe. Al gauw kwam vast te staan dat de schaatsers daar nooit waren aangekomen. De verslagen heid op het eiland werd met de dag groter. Wieringer vissers besloten het ijs te breken en gingen met hun aken zoeken, evenals de marine en de Zuiderzeepolitie. Echter tever geefs. Toen eind februari de dooi in viel werd ook nog zonder resultaat langs de Friese kust gezocht. Intus sen kwijnde Diewertje Wigbout, de echtgenote van Piet, weg van verdriet om het lot van haar man, zoon en kleinzoon. Ze stierf op 2 maart 1901, nog voor de licha men van haar geliefden werden geborgen. Het eerste lichaam dat werd gevonden was van buurjon gen Kraan. Het horloge dat hij nog DOOR TRIJNIE KUUT-WIEGMAN droeg was stil blijven staan om even over negen. Waaruit bleek dat het fatale moment zich waar schijnlijk al na anderhalf uur had voltrokken. Pas drie maanden la ter werden ook Piet sr. en Piet jr. gevonden. In mei werd het laatste slachtoffer, de 44-jarige Jan gebor gen. Hij had de schaatsen nog on der. Simon Wigbout, die toen be sloot terug te gaan zal de tragedie zijn hele verdere leven meedragen en hij heeft het verhaal vele malen verteld. Hij leefde na de ramp nog zestien jaar en werd 86 jaar. De Wigbouts liggen aan de noordzijde van de Hippolytuskerk begraven ter weerskanten van de door ver driet gestorven Diewertje. Rond hun graf een hekje en daarachter op de twee zuilen - gebroken om het voortijdige levenseinde te sym boliseren - staat: "De rustplaats ee- ner lieve moeder. Na pijnlijke leed en zielesmart. Brak hier de draad van 't leven." De teksten op de grafstenen zijn weer goed leesbaar, omdat een fa milielid de restauratie ervan heeft georganiseerd, zodat het verhaal van de schaatsers voor altijd le vend blijft. Historische Vereniging Wieringen "Op de Hoogte" 26e jaargang nr. 1 - 2014 -27-

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Op de Hòògte - Wieringen | 2014 | | pagina 29