De Stamboom van de
familie Halfweeg
rug gezet als de vangst goed was.
Zo niet, dan werd een andere plek
gekozen.
Ze werkten met vier lijnen van
elk 40 fuiken in 18 tot 22 meter wa
ter en vervolgens 46 tot 55 meter
naarmate het seizoen vorderde.
Elke fuik had een eigen lijn met
vier 20 cm drijvers van polystyreen
aan de bovenkant en een 10 cm
drijver twee meter boven de fuik.
Daardoor werd de lijn vrij van de
bodem gehouden en kon dan niet
in de rotsen verward raken. Het
werk was zwaar, nat en soms ge
vaarlijk. Het dek was geen stabiele
werkvloer daar ze meestal met een
pittige zuidwester te maken had
den. De financiële beloning was
buitengewoon als de vangst goed
was. Het werk leek altijd zwaarder
en moeilijker als de vangst mager
was. De kreeftenvangst is sterk ver
anderd sinds het midden van de
jaren zestig. De boten zijn sneller
en lichter en de GPS wijst de weg
naar je favoriete stek en onthoudt
die ook. Met Kerstmis 1964 kreeg
Simon van zijn vrouw een nieuwe
schipperspet. Hij nam de pet mee
naar het schip en legde die meteen
weg en zette zijn oude versleten pet
weer op. Terry vroeg waarom hij
dat deed, was het antwoord: Met
deze oude pet heb ik veel kreeften
gevangen". Op 15 november 1965
werd het visseizoen 1965-1966 ge
opend. Simon en Terry waren op
Fisherman's Harbour in Fremantle
bezig met het beladen van de Kes
trel Mannina met de 159 fuiken en
de voorraden voor het nieuwe sei
zoen. Er stond een zeer krachtige
oostenwind. Op de boot beëindig
den Simon en Terry (waarbij Neil
ook aanwezig was), hun gesprek
over de lunchpauze en de bezighe
den voor die middag. Simon draai
de zich om en zonder een geluid of
een woord stortte hij neer en stierf
in de richting waarin de wind hem
blies, 50 jaar oud.
Simon Halfweeg heeft nooit
meer de gelegenheid gehad om
naar Noord Stroe terug te keren,
eerst gooide de oorlog roet in het
eten en vervolgens had hij de zorg
voor een gezin en was de reis naar
Nederland niet te betalen. In het
visseizoen 1964-1965 begon hij
met zijn zoon Terry te praten om
een manier te vinden weer naar
Nederland te gaan en zijn familie
te bezoeken. Zijn vader was in 1953
gestorven en zijn moeder in 1957,
zonder dat hij ze ooit nog heeft ge
zien na zijn overhaaste vertrek uit
Nederland.
Het verlangen van de kinderen
van Simon Halfweeg om het huis
en de omgeving te zien waar hun
vader opgroeide werd steeds ster
ker. In oktober 2001 presenteerde
de werkgroep genealogie van de
Historische Vereniging Wieringen
de stamboom van de familie Half
weeg. Door de leden van de werk
groep werd ik (Dineke Halfweeg)
gevraagd om het gezin van mijn
vader uit te werken voor de stam
boom. Nan Jacob Halfweeg, ook lid
van de werkgroep vond een Half
weeg in Australië. Hij kreeg contact
via e-mail met Terry Halfweeg. Dit
resulteerde erin dat Terry met zijn
vrouw Robyn en hun dochtertje
Pauline naar Nederland kwamen
om het evenement in de Wester-
lander kerk bij te wonen.
Op de eerste dag van de pre
sentatie van de stamboom was
Terry druk in gesprek met Herman
Lont uit Den Oever, die als tolk fun
geerde voor Terry en Jan Kooij. Jan
is zoals eerder vermeld de achter
neef van Terry. Jan spreekt geen
Engels en Terry spreekt geen Ne
derlands. Dus Robyn en Pauline za
ten er wat verloren bij in alle druk
te, daarom ben ik erheen gegaan
en begon met ze te praten. Robyn
vroeg meteen of er een toilet was,
want Pauline moest zo nodig en ze
wist niet hoe ze dat moest vragen,
omdat iedereen druk bezig was.
Vanaf dat moment is onze vriend
schap ontstaan. Later in de week
belde Terry op om te vragen of ik
tolk wilde zijn bij hun bezoek aan
Jan Kooij en zijn vrouw Alie, toen
die nog aan de Molgerdijk woon
den. Dat gebeurde en zodoende
maakte ik ook kennis met Jan en
Alie. Het was emotioneel voor Ter
ry om voor het eerst op Wieringen
te zijn en de plaatsen te zien waar
Simon samen met zijn zoon Terry, klaar voor het nieuwe visseizoen
Historische Vereniging Wieringen "Op de Hoogte" a 25e jaargang nr. 4 - 2013
- 22 -