c8
3f-êv/f*
SH
Dienst in de Tweede
Wereldoorlog
Als Simon Halfweeg van school
komt gaat hij werken bij zijn oom
Piet Kooij, de vader van Jan. Later
gaat hij twee jaar gedurende de
drie tot vier maanden van het ha
ringvissen werken op de WR 129,
een Wieringer aak (met een Deutz
motor van 20 pk met twee cilin
ders) van Jaap Bakker van Vatrop.
De aken moeten voor onderhoud
naar een houtwerf. Die waren op
Texel te vinden en ook in Den Hel
der en op Urk. Neef Jan Kooij gaat
als hij van school komt, werken op
de WR 78 (met een 50 pk motor
met 1 cilinder), van Klaas Bakker
ook gedurende twee jaar in de ha-
ringtijd, drie tot vier maanden, dan
is er veel geld te verdienen. Door
de bouw van de Afsluitdijk loopt
de haringvangst terug. Van 1932
tot 1939 wordt er steeds minder
haring gevangen, en na 1939 is het
radicaal afgelopen met de haring
vangst.
- Y Y
UITGEREJKT fl-IN
'y\-y\VX- O'W
- I Pi' r
DIE ALS LEERLING DER OPENBARE LAGERE SCHOOL TE HIPPOLYTUSHOEF.
GEMEENTE WIERINGEN, VAN 1 APRIL 19&&TOT HEDEN ZICH ONDERSCHEIDEN
HEEFT DOOR
GOED GEDRAG, BETOONDE VLIJT EN GETROUW
SCHOOLBEZOEK,
BIJ HET VERLATEN DER SCHOOL, DEN MAART 19/ty,
Getuigschrift van de lagere school in Hippolytus-
hoef, uitgereikt op 28 maart 1929.
Hij ging van laprii 1922 tot en met 28 maart 1929
naar de lagere school
Simon en Jan werken later sa
men op de WR 238, eigendom van
Piet Kooij. In de winter waren ze
dan aan het "wulleke" korren, vier
ijzeren korren slepen achter de
boot aan, dit visseizoen duurde van
oktober tot april. En in de zomer
waren ze aan het "krukele" korren
(alikruiken) met acht tot tien ijze
ren korren, die "krukele" zaten in
de wierranden. Op die "krukele"
mocht het hele jaar gevist worden.
De ijzeren korren werden gemaakt
door de havensmid Jan Metselaar
uit Den Oever. In de jaren twintig
en dertig heb je twee soorten sme
den: boerensmeden en havensme
den. Zoals de naam al zegt, werken
de boerensmeden voor de boeren
en de havensmeden voor de visser-
lui. In 1936 wordt Simon Halfweeg
opgeroepen om zijn dienstplicht te
vervullen. Hij kiest als visserman
voor de marine en wordt matroos.
In de achttien maanden van zijn
diensttijd heeft hij drie
keer verlof gehad van
drie dagen per keer en
heeft zijn familie dus in
die tijd drie keer gezien.
Op 10 mei 1940 liggen
's avonds twee Wierin
ger boten in de haven
van Delfzijl. De ene is
de aak van Piet Kooij
met daarop als beman
ning: Piet Kooij met zijn
zoon Jan en Gert Kooij,
de zwager van Jan en
de ijzeren boot, de WR
309 van Gert Kooij met
als bemanning: Gert
Kooij en Simon Half
weeg. De twee boten
vissen altijd samen.
Via de radio hoort Si
mon Halfweeg dat hij
gemobiliseerd wordt.
Meteen varen ze terug
naar Wieringen, waar
de aak van Piet Kooij
's nachts al aankomt, die is vlugger.
Gert Kooij komt de volgende dag
pas aan, want die loopt omdat het
intussen eb is geworden, eerst nog
aan de grond. Dus dat duurt wat
langer voor ze Wieringen berei
ken. Simon Halfweeg gaat dan met
de bus naar Den Helder om zich
te melden. Simon is lid van de be
manning van de Hr. Ms. Gruno, een
kanonneerboot ontworpen voor
havenverdediging en ter dekking
van mijnenleggers. Ten tijde van
de Tweede Wereldoorlog zijn de
drie schepen van de Gruno klasse
al helemaal verouderd doordat ze
geen luchtafweergeschut hebben.
Ze hebben opdracht de Noordelijke
territoriale wateren van Nederland
te bewaken. Hr. Ms. Friso en Hr.
Ms. Brinio zijn dan al op het IJssel-
meer en Hr. Ms. Gruno bevindt zich
hoofdzakelijk in de omgeving van
Terschelling. Met hun grote hoofd
batterij kunnen ze heel effectief
zijn, mits er geen vijandelijke vlieg
tuigen in de buurt zijn.
Hr. Ms. Gruno
Hr. Ms. Gruno lag bij Terschel
ling toen de oorlog uitbrak op 10
mei. De commandant was Ltz. Ie
klas H.T. Burghard. Op 12 mei kreeg
het schip de opdracht naar het IJs-
selmeer te gaan ter vervanging van
de Hr. Ms. Friso die op die dag door
Duitse bommenwerpers tot zinken
was gebracht.
Hr. Ms. Brinio
Historische Vereniging Wieringen "Op de Hoogte" 25e jaargang nr. 4 - 2013