Lambertus Montulet was in de kost bij Reijntje,
de zuster van Jeannette. Reijntje was getrouwd
met Piet Duijnker. Jeannette verleende hand en
spandiensten bij Reijntje omdat er veel kostgan
gers waren. Zij kregen verkering. Maar dat gaf
problemen, want Lambertus was katholiek en
Jeannette was doopsgezind. Na dispensatie van
de bisschop van Haarlem zijn zij op 22 juni 1937
getrouwd in de katholieke pastorie op Wieringen
(in de kerk mocht niet). Zij moesten beloven dat
eventuele kinderen katholiek zouden worden op
gevoed. Het resultaat van die belofte in 2013:
zoon Paul niets, dochter Ina doopsgezind. Als ze
in Maastricht zouden zijn getrouwd, was er geen
dispensatie verleend.
Vraag van Jeannette aan de pastoor: "Hebben
ze in Maastricht een andere god dan op Wierin
gen?" Het antwoord van de pastoor was: "Geen
andere god, wel andere mensen". Na hun huwe
lijk zijn ze in de Beltstraat gaan wonen, op num
mer 57, later 27.
Op 19 september 1938 werd zoon Paul geboren.
Toen kwam de oorlog. In het eerste oorlogsjaar is
gedurende enige maanden een kindje uit Rotter
dam in huis opgenomen. Het was het dochtertje
van een familie, waarvan het huis was weggebom
bardeerd. Later hebben evacués uit Den Helder
bij hen ingewoond. Schapenwol werd gesponnen
en getwijnd om breiwol te maken. Zwager Pietje
Duijnker had met behulp van een stofzuigermo
tortje een elektrisch spinnewiel gefabriceerd. In
en na de oorlog werd er veel genaaid en gebreid.
De kinderen liepen veel in zelf gemaakte kleding.
Na haar huwelijk hield Jeannette het huisje van
haar vader in de Mekkenstuinweg schoon. Haar
vader was sinds 1933 weduwnaar.
Op een mooie voorjaarsdag in de oorlog was het
tijd voor de grote schoonmaak in de Mekkenstuin
weg. De inhoud van de kasten moest gelucht wor
den. Dus ook de rood-wit-blauwe Nederlandse
vlag hing pontificaal over de drooglijn te luchten.
Binnen de kortste keren stond een Duitse soldaat
aan de deur. "Was soil das bedeuten?" "Nou het
is schoonmaaktijd en alles moet luchten, ook die
vlag". Die vlag kon ze wel wegdoen, want die was
toch nooit meer nodig. "Die hebben we eerder
nodig dan jij denkt". De Duitser droop af.
In de zomer 1944 is de familie (vader, moeder
en zoon Paul) naar Maastricht geweest voor het
50-jarige huwelijksfeest van opa en oma Montu
let. Opa en oma Montulet waren op 6 juli 1894
in St. Pieter getrouwd. Kort daarna werd Zuid
Nederland bevrijd.
In het voorjaar van 1945 was een uitgehongerd
meisje van veertien jaar uit Haarlem enige tijd
pleegkind. Op een mooie aprilmorgen in 1945
kwam nicht Janna opgewonden het huis binnen
hollen. "Ze hebben de Meer onder water gezet".
Later hoorde je dat mensen onder dwang gaten
in de dijk hadden moeten graven. In de gaten
ging springstof. Met die springstof werd de dijk
opgeblazen. Op Wieringen kwamen evacués uit
de Wieringermeer. In het huis naast ons woon
den ook mensen uit de Wieringermeer. Uiteraard
hadden de boeren problemen waar ze hun vee
moesten laten. In de Beltstraat in Hippolytus-
hoef had een stel buren gezamenlijk een koppel
koeien in bruikleen. Er was wel eens een pro
bleem: waar moesten de koeien staan? De buren
hadden immers geen land. Maar dit probleem
werd steeds op tijd opgelost. De koeien werden
gemolken. Van de melk werd boter en kaas ge
maakt. Er waren ook mensen die verbleven op de
terp inWieringerwerf. Na de bevrijding waren er
bevrijdingsfeesten. Voor de kinderen was er een
rondrit met paard en wagen over het eiland. Toen
we bij De Haukes op de dijk kwamen en over de
watervlakte uitkeken met de boerderijdaken er
bovenuit, begonnen de kinderen uit de Wierin
germeer te huilen.
Jeannette met haar vader Cornelis Lont en zoontje Paul
Historische Vereniging Wieringen - "Op de Hóögte" - 25e jaargang nr. 2 - 2013