ioniers en vakmensen van de oude stempel - 30 - Jan Nieuwenhuizen, Jan van Mook en Rinus Filius door Piet Luijt Rinus Filius Rinus Filius werd op 12 december 1911 te Goes geboren. Hij was voor 1948 als chauffeur in dienst bij de M.U.Z. (Maatschappij Uitvoering Zuiderzeewerken). Het had als voordeeldat hij daar door niet in dienst hoefde. Hij heeft van 1940- 1945 als smidsknecht gewerkt bij Hillebrand te Sint Laurensdat boven Middelburg op het eiland Walcheren ligt. Na de Tweede Wereldoorlog stond Walcheren onder water door bombardementen van de Ge allieerden op de dijken. Nadat de dijken gedicht waren werd Rinus door de M.U.Z. naarWestka- pelle gestuurd om een dragline (een P&H 150) op een dieplader te zetten voor transport naar Den Oever. Daar heeft hij een half jaar gestaan en Rinus kon er op oefenen. Vervolgens ging hij met de dragline, op huurbasis, naar de Sloter- meerpolder om voor Ros en Kalis de veengrond te verstevigen met opgespoten zand (het zoge naamde "kaaien"). De dragline stond op hou ten schotten van ongeveer drie en halve meter lang en een meter breed, om verzakking in de veengrond te voorkomen. Het werken met de kraan beviel Rinus en zijn baas zo goed, dat hij draglinemachinist werd en zich aansloot bij "Het Zwarte Corps" ondanks het feit dat hij dagelijks met de trein en later op een motorfiets (Norton 500 cc) van Middelburg naar Slotermeer moest reizen. (Het Zwarte Corps zijn machinisten en ZZR-ers op grond verzet, wegenbouw, spoor wegmachines, hijskranen, heimachines enz., ver der onderhouds-en service monteurs en arbei ders van betoncentrales. In 1949 werd de P&H dragline ter motorre paratie naar Zikking en Schrier in Amsterdam Noord gebracht en Rinus stapte over naar een andere baas. En wel naar de firma Jannes Bosker te Wieringen. (voorheen aannemersbedrijf Okko Bosker). Ook daar kwam hij te werken op een dragline, een Rapier 10. Rinus en zijn echtgeno te Lenie woonden in een salonwagen, gebouwd door wagenmaker Herman Zon. Met de Rapier verrichtte hij veel werk te Swalmen (gemeente Roermond) in de buurt van de Maasbrug). De werkzaamheden bestonden uit reparatie van de glooiing. Het was soms pont op pont af. Verder moesten er tjalken van 50 tot 70 ton met teel aarde geladen en gelost worden boven grindla- gen. Jaap Bakker, Kees Willeboordse en Herman Pennekamp waren chauffeur. In de winter werd Rinus met de Rapier verhuurd. Als er geen werk was, ging hij op transport naar de smederij van Jan van Mook aan de Slingerweg voor de nodige reparaties. Dan was Rinus bij Jan in de kost en hielp hij mee met de werkzaam heden. Dat kon goed, want hij was smidsknecht geweest in Zeeland en bij de M.U.Z. In Roer mond kreeg Rinus onenigheid met de uitvoerder en vertrok hij voor een weekje naar Middelburg. Onderweg werd hij door de boekhouder gebeld, dat hij een andere kraan van Bosker (een zoge naamde Kering) kon ophalen. Die stond in de In deze keet werd de reparatie van de Rapier verricht. Rinus Filius met motor ervoor, in het midden Jan Mook Historische Vereniging Wieringen - "Op de Hoogte" - 25e jaargang nr. 2 - 2013

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Op de Hòògte - Wieringen | 2013 | | pagina 31