- 21 -
infrastructuur van wegen, sloten en kanalen in
clusief de grote moderne boerderijen. Er moest
natuurlijk wel pacht voor worden betaald. In het
Algemeen Agrarisch Archief staat dat in 1941 de
gemiddelde pachtprijzen voor zeekleigronden
met akkerbouw rond de 90 gulden per hectare
liggen. Voor de lichtere gronden waren de prijzen
wat lager.
Zelfbinderen. Op de machine zit Nan Lont.
Ernaast staat broer Piet Lont
Pionieren
In november 1940 kregen ze het heugelijk be
richt dat hen een boerderij was toegewezen, en
wel kavel 13 aan de Oosterkwelweg 18. Ze waren
er overgelukkig mee, en vonden het ook span
nend. Zal alles lukken? Hoe organiseer je zoiets?
Waarschijnlijk zal er voor de nieuwe landbouwers
wel een soort standaard procedure zijn geweest.
Een draaiboek of iets van dien aard, waarin staat
hoe een en ander moest worden aangepakt. Ook
daar zal de overheid wel aan gedacht hebben.
Wel heeft Maartje vaak verteld dat ze, wat betreft
machines en geld niet zoveel hadden. Mogelijk
hebben ze gebruik gemaakt van een soort over
bruggingskrediet. Er moest overigens wel een
aanwijsbaar beginkapitaal zijn om voor de sollici
tatie in aanmerking te komen. Met twee vertim
merde landbouwwagens, gemaakt van oude Che-
vroletonderstellen door wagenbouwer Zon uit
Hippolytushoef, huisraad, landbouwwerktuigen
en een paar paarden ging het richting de Wierin-
germeer, naar de nieuwe boerderij. Hoeveel keer
ze heen en weer zijn gereden? Geen idee. Het
zullen zeker meerdere ritjes zijn geweest, temeer
daar de reis naarWieringen kort was.
De boerderijen aan de Oosterkwelweg staan twee
aan twee. Ze waren daarom erg benieuwd wie
hun buren zouden worden. Dit was de familie
van Vilsteren, Jan en Anna Vilsteren Boerkamp.
Een schot in de roos! Ze konden uitstekend met
elkaar opschieten. De bedrijfsvoering werd er
in een later stadium zelfs sterk door beïnvloed.
Veel machines werden samen aangeschaft, over
en weer werden er medewerkers uitgewisseld
en later werd er ook gezamenlijk "los land" bij
gehuurd. Het zogenoemde Land aan De Dijk".
Eerst 10 en later zelfs 16 hectare.
De eerste jaren waren niet eenvoudig. Alles was
nieuw en moest worden opgebouwd. Bovendien
was het oorlog. Hoe ga je daarmee om? Geluk
kig waren ze jong en dus creatief in het beden
ken van oplossingen. Maartje heeft veel verteld
over de eerste jaren. Er was relatief veel tijd voor
het ontwikkelen van nieuwe vriendschappen. Ze
leefden in een soort roes van die nieuwe wereld
die voor hen de toenmalige Wieringermeer was.
In april 1942 werd hun geluk nog groter, name
lijk de geboorte van hun tweede zoon, Corne-
lis, vernoemd naar de vader van Maartje. In het
laatste oorlogsjaar werden ze geconfronteerd met
de Hongerwinter. Vele mensen kwamen langs en
bleven 's nachts slapen. Veelal ging het om ge-
improviseerde slaapplaatsen in de stal of schuur
vanwege de grote aantallen en ook het niet ken
nen van de mensen. Wie had dat ooit kunnen be
denken dat de mensen uit de stad zo massaal het
platteland opgingen om voedsel te verzamelen.
Hoeveel kon je en mocht je geven? Een ongekend
verschijnsel.
Op Stroe;van links naar rechts, Maartje Lont Sprenkeling,
Klaas Sprenkeling, onbekend persoon en Cees Sprenkeling
vader van Klaas en Maartje). Jongetje voor Maartje is
zoon Cees. Meisje is onbekend. Rond 1946 Wieringen
Historische Vereniging Wieringen - "Op de Hoogte" - 25e jaargang nr. 2 - 2013