an Bakker - Wieringerrandweg 10, Slootdorp
- 14-
door Tiny Hoogschagen-Metselaar,
met medewerking van mevrouw Geerie Lont-Bakker
Jan Bakker was een kleinzoon van JB Bakker (1831-1922)bijgenaamd Jan de Rijmer, landman
op de Gest bij Den Oever. Grootvader Bakker kreeg de bijnaam "de Rijmeromdat hij gedurende
zijn leven talloze rijmen en gedichten heeft gemaakt die vaak verhaalden over bepaalde gebeurte
nissen die zich afspeelden op het eiland. Met deze rijmen en gedichten heeft hij een periode in de
geschiedenis vanWieringen vastgelegd. De jongste van zijn drie kinderen, en enige zoon, is Herman
(1870-1936). Herman trouwt met Geertje Lont 1873-1961uit Stroe. Zij krijgen zeven kinderen:
Trijntje 1896-1970, Maartje 1899-1989, Jan 1900-1988, Simon 1902-1924, Geertje 1904-1994,
Pieter 1907-1993 en Cornelis 1908-1978.
Tijdens een kerkdienst in Oosterland wordt va
der Herman onwel, hij sterft in de kerkbank.
Moeder Geertje blijft op de boerderij op de Gest
met hulp van Pieter, die ongehuwd blijft.
Jan Bakker
Jan is geboren op 8 april 1900 in de boerderij op
de Gest. De boerderij is niet groot genoeg om
alle vier de zonen er hun brood te laten verdie
nen. Cornelis is een bijzonder goede leerling op
school. Op advies van hoofdonderwijzer Spaan
der van de Oosterlanderschool leert Cornelis
door en wordt onderwijzer. Simon sterft jong. Jan
en Pieter werken op de boerderij. Jan doet daar
naast seizoenswerk, in de zomer in het zeegras en
in de winters werkt hij bij de dorsmachine, daar
geeft hij leiding aan de dorsploeg. In 1926 trouwt
hij met Geertje Halfweeg, dochter van schipper
Pieter Halfweeg en Neeltje Gorter. Schoonmoe
der Neeltje heeft een kruidenierswinkeltje aan
de Zeestraat. Geertje helpt haar moeder in de
winkel en wil dat blijven doen. Na hun huwelijk
wonen Geertje en Jan achter het winkeltje aan
de Zeestraat. In 1931 wordt hun dochter Geerie
Nellie geboren.
Jan vindt de situatie niet ideaal. Na het wegval
len van het zeegras rijden zoekt hij een vervan
gende bron van inkomsten en een eigen woning.
Hij besluit een kans te wagen om in de droog
gevallen Wieringermeer een boerderij te pachten.
Met succes, krijgt hij een boerderij toegewezen
met 30 ha land bestemd voor akkerbouw, het
bedrijf is gelegen aan de Wieringerrandweg. In
november 1937 verhuist het gezin met paard en
wagen naar hun nieuwe adres. Ondanks de grote
verschillen tussen het wonen op het oude en het
nieuwe land kan het gezin zich goed aanpassen
aan de nieuwe woonomgeving. De contacten
met de buren Straat en Grin zijn goed en dat zal
zo blijven tot op de laatste dag. Dochter Geerie
gaat dagelijks over het witte bruggetje, schuin te
genover hun boerderij, naar de Openbare Lagere
School in Hippo, 's Zondags gaat Geertje op de
fiets naar Den Oever om haar ouders en familie
te bezoeken.
Het nieuwe land wordt omgeploegd
Historische Vereniging Wieringen - "Op de Hoogte" - 25e jaargang nr. 2 - 2013