-82-
TweevoetspacL, nu Van Hengelstraat
allengs de "Helderse Buurt" werd gedoopt. Op
zaterdag 20 september 1941 schreef een repor
ter in de Wieringer Courant., ondanks het feit.,
dat de onteigening ten behoeve van de bouw
van woningen voor de Helderse Vluchtelingen
in deze gemeente nog niet officieel is uitgespro
ken (dinsdag jl. konden nog bezwaren worden
ingediend) staan de plannen nu toch wel vast.
De maandag daarvoor was men begonnen met
het uitzetten van de wegen en woningen en de
uitvoering van het grondwerk. In het wegenplan
stond, dat het zogenaamde Tweevoetspad vanaf
de Parklaan tot een lengte van vijfenzeventig me
ter werd verlengd en de rest van dit pad kwam
te vervallen. Het verlengde pad boog bij de wo
ning van de heer Jb. Kool (voorheen de heer J.F.
Lub) in een flauwe boog af naar Zandburen en
kwam hier tussen de huizen die toen bewoond
werden door de weduwe Takes en de heer K. ten
Bokkel op de weg, deze weg werd dertien me
ter breed. Onmiddellijk aan de Zuidkant van de
heer Kool, kwam de zuidelijkste verbindingsweg
naar de Slingerweg, die precies evenwijdig zou
lopen langs de Parklaan en langs de Wielerbaan
vlak langs de woning van de heer Ypma en op de
Slingerweg zou uitkomen. Honderd meter ver
der, tegenover de woning van N. Kok kwam de
tweede weg uit. Deze weg liep vanaf de Slinger
weg honderd meter parallel met de Zuidelijkste
verbindingsweg en boog daarna flauw af naar de
nieuwe verbindingsweg Parklaan-Zandburen.
Deze wegen werden acht meter breed. De zuide
lijkste weg was tweehonderd en de noordelijkste
tweehonderdvijftig meter lang. Honderd meter
evenwijdig met de Slingerweg werden de wegen
De nieuwe woningen
werden gebouwd op
perceeltjes van vijfen
twintig tot veertig me
ter diepte, ongeveer vijf
meter uit de weg. Het
type woningen was
royaal van opzet, wer
den gebouwd in blok
ken van verschillende
grootte, in blokken
van twee, drie, vier,
zes, acht of negen wo
ningen. Alle woningen
kregen een bovenver
dieping, waarbij de muren recht werden opge
trokken. Een zogenaamde "Zwitserse kap", met
als voordeel dat in de boven vertrekken geen hin
der van de kap- of balklaag werd ondervonden.
De woningen bestonden uit een voor- en ach
terkamer, een keukentje en een bergplaats. De
bovenverdiepingen kregen drie slaapkamers en
daar bovenop kwam een ruime zolder. De wo
ningen hadden allemaal een hoofdingang aan de
voorzijde en een achteringang. Alleen de hoek
woningen hadden de hoofdingang aan de zijkant
van het huis. Alle woningen hadden aan de voor
zijde zowel boven als beneden één groot raam
met kleine ruitjes, aan de achterzijde waren de
raampjes iets smaller.
Straatnamen nieuwe wijk
Vele huizenblokken, door de Opbouwdienst te
Hippolytushoef gesticht voor de Helderse eva
cuees naderden hun voltooiing of waren al voor
bewoning gereed. Vanzelfsprekend liepen door
en langs deze nieuwe wijk ook straten, waaraan
de namen werden gegeven: de Heldersestraat, de
Van Pomerenstraat en de Van Hengelstraat. De
eerste naam zou de nieuwe bewoners natuurlijk
niet vreemd in de oren hebben geklonken, die
was eigenlijk vanzelfsprekend. De twee laatste
straatnamen werden genoemd naar burgemees
ters uit een ver verleden. Jacob van Pomeren was
in de achttiende eeuw Schout, Notaris en Dijk
graaf op Wieringen en vertrok in 1796 naar Me-
demblik. Van Pomeren was getrouwd met Sijtje
Wigbout, zij hadden één zoon met de naam Piet,
die Jacob in al zijn functies opvolgde. Piet had
twee dochters, Sijtje en Pietertje. Sijtje huwde
met elkaar verbonden
door een weg van en
kele meters breed.
Historische Vereniging Wieringen - "Op de Hoogte" - 24e jaargang nr. 3 - 2012