1 -70- Op de boerderij is het hard werken met in het be gin twaalf melkkoeien, jongvee en twee paarden. De paarden zijn nodig omdat er ook nog 6 ha bouwland moet worden bewerkt, 's Zomers is er extra werk met wier rijden voor de wiermaaiers. De eerste twee jaar wordt nog met de zeis ge maaid, daarna komen er machines. Het land ligt op verschillende plaatsen, dat is soms tijdrovend. Toch vindt Lont na enige jaren boeren tijd voor het verenigingsleven. Hij wordt bestuurslid van de Hollandsche Maatschappij van Landbouw en blijft zijn leven lang lid. Hij is hoofdingeland van het Heemraadschap van 1937 tot 1952. Er komt een ruilverkaveling, een grote verbetering met minder percelen, al ligt het land ook dan nog niet aan elkaar en bij huis. Vrouw en moeder Maartje heeft aan de huishou ding, met de tien kinderen die in het gezin ge boren zijn, haar handen vol. Daarnaast heeft zij ook een taak als boerin. De melk van 's avonds wordt afgeroomd, bij die afgeroomde melk wordt de morgenmelk gedaan en dat gaat dan naar de kaasfabriek in de Koningstraat. Van de bewaarde room karnt zij boter. Eerst werd de karn door de hond gedraaid. Die liep in een tredmolen die door een mechaniek de karn liet draaien. Zo karnde de hond de boter, behalve als er niet op hem gelet werd, dan bleef hij staan. Later komt er een stokkarn en nog later één met een elektrische motor. Het kneden van de boter is het zwaar ste werk, dat doet haar man vaak voor haar. Ook maakt zij van schapenmelk schapenkaas. Aan de verkoop van de boter komt geen koopman te pas. Alles wordt aan huis verkocht aan mensen uit het dorp. De vraag is vaak groter dan de voorraad. Maartjes moeder Geertje Kort werd in 1895 we duwe. Maartje is dan nog maar zeven jaar. Geer tje komt bij haar dochter inwonen, die haar in haar ouderdom verzorgt tot haar dood in 1933. De kinderen groeien op. Het echtpaar Lont krijgt ook met verdrietig verlies te maken. Hun derde kindje Anna krijgt kanker en moet in het Anthonie van Leeuwenhoek Ziekenhuis in Am sterdam behandeld worden. De reis om haar met het openbaar vervoer te bezoeken is vanaf het eiland langdurig en ingewikkeld. Gelukkig kun nen ouders en familie overnachten bij tante Trui Kaleveld, die in Amsterdam woont. Anna sterft op bijna vierjarige leeftijd. Met hun dochter Maria gaat het aanvanke lijk heel goed. Zij is een uitblinker op de lagere school. Hoofdonderwijzer Van 't Hoff komt om Meijert en Maartje ervan te overtuigen dat zij naar de HBS in Den Helder moet. Hoewel het in die tijd uitzonderlijk is als meisjes gaan studeren, geven zij toestemming. Maria wordt verpleegster in Den Haag. Helaas krijgt zij een hersentumor en overlijdt op 22-jarige leeftijd. Een vriendin en collega van haar uit Den Haag houdt nog steeds contact met de familie. Dit gedichtje schreef Geertje Kort in 1899 in het poëzieal bum van Maartje De andere kinderen trouwen en gaan het huis uit. Dochter Jeanette (Jet) krijgt een relatie met Piet Timmerman en gaat in Den Oever wonen. Piet is schilder bij schildersbedrijf Jac. Bakker. Hij heeft als hobby sportvissen en op 26 oktober 1980 gaat hij samen met Frans Berghorst met een vletje het Wad op om te peuren. Door on bekende oorzaak raken zij in moeilijkheden en Piet en Frans verdrinken. Het lichaam van Frans wordt op 1 oktober 1981 gevonden in zee tussen Vlieland en Terschelling, dat van Piet wordt nog steeds vermist. Historische Vereniging Wieringen - "Op de Hoogte" - 24e jaargang nr. 3 - 2012

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Op de Hòògte - Wieringen | 2012 | | pagina 11