^NBEKENDE GASTEN IN DE OORLOG
-36-
door A. Korevaar-ten Caat
Velen zag ik komen en gaanja zo ging het toen bij ons thuisik herinner mij nog als de dag van
gisteren dat het af en toe gebeurde dat er mensen bij ons aan tafel schoven die wij totaal niet kenden
Nee, wij hadden geen restaurant, al leek het er bij ons wel eens op en de maaltijden waren geen hoog
standjes en er lag ook geen menukaart op tafel. Onze gasten waren niet veeleisend en niet kieskeurig,
zij hadden geen trek, nee, ze hadden honger, echt honger!
Wij woonden op het platteland en hadden geen
honger., maar wel trek zoals je dat noemt, wij
hadden een grote tuin waar mijn vader groenten
en aardappelen verbouwde, zodat onze magen
alle dagen wel gevuld werden.
De maaltijden waren eenvoudige vlees was op de
bon, maar was te weinig en dat werd meestal be
waard voor de zondag. Bijna alle levensmiddelen,
zo ver als ze er nog waren, was op de bon, zo ook
kleding en schoenen, alles was zeer schaars of he
lemaal niet meer te krijgen.
De meeste gasten die met ons mee aten kwamen
veelal uit Amsterdam en omgeving, lopende met
soms handkarren waar soms oudere mensen op
lagen, of op de fiets trokken ze naar het platte
land om aan eten te komen. Want bij hen in de
stad was nagenoeg niets meer, ze leefden van
aardappelschillen of bloembollen of ander afval
dat nog enigszins te eten was. Ik was toen nog
een jong meisje en maakte dat allemaal mee. La
ter toen ik ouder werd, besefte ik pas goed, hoe
erg dat is geweest.
Ik zie mijn moeder nog zitten bij de tafel, met een
kopje surrogaat koffie voor zich en op de keuken
tafel een grote pan, waar zij al schillend aardap
pel voor aardappel in liet plonzen, zodat er af en
toe spetters water boven de pan uit kwamen. Het
geluid van iedere aardappel die in de pan met
water viel was zo vertrouwd, het dagelijkse ritu
eel, eigenlijk niets bijzonders, maar ik vond het
altijd heel gezellig. Ik keek dan naar mijn moe
ders handen hoe zij de aardappel in snel tempo al
draaiende afschilde, zodat de schil in een mooie
krul naar beneden zakte tot hij er afviel en in het
houten schillenbakje belandde dat zij op haar
schoot had.
De grote pan werd alle dagen uit voorzorg maar
vol met aardappelen gekookt, want mochten er
weer onverwachts hongerige mensen voor de
deur staan dan konden ze mee eten, dan aten wij
groente en aardappelen zonder vlees, jus maak
te mijn moeder van een gebakken uitje met een
beetje water en wat kruiden om het een beetje op
jus te laten lijken.
We hadden de meeste dagen ook nog een toetje,
naast ons woonde een boer waar wij melk kon
den bemachtigen, daar kookte moeder dan het
toetje van, nou toetje, zeg maar gewoon een ste
vig bord pap!
Ik woonde destijds op Wieringen, zodat wij in de
Wieringermeer bij een boer tarwe kochten, die
wij zelf maalden in een oude koffie molen. Mijn
moeder builde*) de tarwe weer om witte bloem
te verkrijgen, hoe ze dat deed weet ik niet meer.
Van de gemalen tarwe bakte ze brood en de witte
bloem werd gebruikt om pap te koken. Je kunt
wel zeggen gewone meelpap, maar wij en vooral
onze gasten smulden er van, vooral onze gasten
noemden de pap zelfs heerlijke roompap, terwijl
er niet eens suiker in zat, want dat was ook op
de bon en zeer schaars, dat werd bewaard voor
bijzondere gelegenheden.
Ik weet nog dat de mensen bij ons aanbelden en
schuchter om een boterham vroegen of iets an
ders dat maar eetbaar was. Het waren geen bede
laars, maar de honger dwong ze er toe. En mijn
moeder liet ze binnen en ze mochten mee-eten.
Ik vond het als jong meisje wel interessant en be
studeerde dan stiekem de nieuwe gasten.
Maar één voorval is mij altijd bij gebleven. Het
was eigenlijk verschrikkelijke triest, maar ik als
jong meisje kon mijn lachen nauwelijks inhou
den. Er zaten op een avond weer nieuwe gasten
bij ons in huis, mijn moeder had ze iets te drin
ken gegeven want het eten was nog niet klaar,
en werd hun geduld danig op proef gesteld en
als je honger hebt is iedere minuut een uur. De
tafel was gedekt en zo als altijd stond de grote
Builen: Het verwijderen van zemelen en kiemen uit het meel door het te zeven (red.)
Historische Vereniging Wieringen - "Op de Hoogte" - 24e jaargang nr. 2 - 2012