-35- had het er heel moeilijk mee. Ik leerde daardoor dat het leven heel donkere en droevige tijden kent., vooral door de oorlog. Ik leerde ook wat 'nood breekt wet' betekende., dat had ik aan den lijve ondervonden. Ook leerde ik dat het leven hard kon zijn uit bittere noodzaak., mijn moeder had het er eveneens moeilijk mee. In onze woonkeuken werd het varken uitgebeend door mijn oom. Dat kon hij heel goed., ik zie het nog zo voor me, overal stonden schalen en bak ken met vlees en die afschuwelijke darmen die gebruikt werden voor worst, onze keuken zag er uit als een slagerij, zo te zien een grote bende. Ik ervoer de hele situatie als een zeer lugubere gebeurtenis, maar in de tijd van schaarste deed je alles om aan eten te komen. Mijn moeder was ook nog angstig voor de braad- geur die je moeilijk binnen kon houden, ze was bang voor passerende Duitse militairen die het misschien zouden ruiken en poolshoogte zouden komen nemen, er werd hard gewerkt onder grote spanning. En wat moesten ze veel werk verzetten om alles weg gewerkt te krijgen, dat was niet niks, mijn moeder maakte zelf worst die gedroogd werd en ook bloedworst. Zij braadde alle karbo nades van heel het varken, om daarna te wecken in glazen. Dat was op zich al een hele klus. Dit moest wel want het was toen de enige manier om het vlees goed te houden. Ze bereidde zelf de hammen. Die werden eerst gekruid en in de pe kel gelegd, om daarna aan het plafond gedroogd te worden. Dat gebeurde ook met de worsten, behalve de leverworst en bloedworst. Die kon je niet lang bewaren en die werden het eerst opge bruikt. Daar werd veel van uitgedeeld aan familie en buren. En mijn ouders konden dat allemaal, ik kan haast niet begrijpen hoe ze dat allemaal voor elkaar kregen, maar ze redden het. Ik heb mijn moeder nooit horen klagen dat de muren op haar af kwamen. Dat hoor ik tegen woordig weieens, omdat ze denken dat ze het zo moeilijk hebben. Ik neem het ze niet kwalijk, hoe kun je nu weten hoe het is om in oorlogstijd te moeten leven, wanneer je dat nooit hebt meege maakt? En wat hadden wij het eigenlijk nog goed in vergelijking met de mensen uit de steden want die hadden pas echt honger! Wij hebben geen honger geleden. Er was altijd wel wat te eten, al waren er veel dingen niet te krijgen. De maaltij den waren eenvoudig, maar je kon er van leven. En wat smaakte alles heerlijk! Het woord kies keurig kwam in die tijd in het woordenboek niet voor. Wat er toen gebeurde zou nu ondenkbaar zijn. Het was oorlog en dan gelden er andere regels en gebruiken uit noodzaak, niemand zal het nu in zijn hoofd halen om bijvoorbeeld de plankjes uit zijn eigen kasten te halen en in de kachel op te stoken, maar dat gebeurde wel bij verscheidene gezinnen. Zelfs de palen en hekken om de tui nen werden verwijderd en verbrand in de kachel. Het schamele eten moest gekookt en daar had je brandstof voor nodig en als dat er niet was moest je creatief zijn en een andere oplossing zoeken. Hoe dan ook die kwam er steeds! Maar goed ik ben er nog steeds en in de geluk kige omstandigheden om het allemaal op te kun nen schrijven, mijn distributie stamkaart met bij behorende bonnetjes heb ik ook nog in mijn be zit. Ik weet dat dit een wonderlijk verhaal is voor deze tijd, maar het gebeurde toen wel allemaal. Het is een herinnering die ik nooit meer kwijtraak en daardoor besef ik heel goed hoe rijk en goed we het nu hebben. Laat het maar altijd zo blijven. Historische Vereniging Wieringen - "Op de Hoogte" - 24e jaargang nr. 2 - 2012

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Op de Hòògte - Wieringen | 2012 | | pagina 8