- 51 -
merktekenen dragen van de overstromingen, die
de polder hebben geteisterd, nadat de vijand het
land tegen het einde van de oorlog onder water
zette. Overal in het wijde land van de meer zien
we de tekenen van de wederopbouw, die hier met
kracht wordt aangepakt en men leert bij deze eer
ste kennismaking reeds aanstonds begrijpen, dat
velen, die hier wonen, dit nieuwe soort landschap
lief krijgen, ondanks de eenzaamheid, welke er
nu nog als iets eigenaardigs, bijna weemoedigs
van uitgaat.
En weer is het een verrassing, als hier tussen de
horizonten van brede vlakke akkers, doorsne
den door lange, rustige kanalen, plotseling iets
donkers aan de kim verschijnt. Iets wat niet van
deze moderne polderwereld is, waar kloeke lijnen
werden getrokken in grote, blinkende concepties,
snel groeiend, zoals de mooiste en edelste drui
ven in de broeikas, die zo prachtig zijn, dat men
de nadere kennismaking, die van de tong, haast
wantrouwt en bij voorbaat terugverlangt naar die
oude minder fraaie vruchten, doch donkerzoet
van smaak. Kleine huisjes met rieten en pannen
daken, die uitzien over een oud, vermoeid dijkje.
Wat een kinderlijke huisjes, in vergelijking met
die paleizen van modelboerderijen in de Wierin
germeer; een beetje smoezelig zelfs, in vergelij
king met al die propere nieuwbouw. En zo ge-
noegelijk bij elkaar, een beetje angstig lijkt het
wel, als stadsmensen in de grote nieuwe polders,
gauw duizelig van al die wijdheid en ruimte.
De bus snort tegen het dijkje op."De Haukes!"
roept de conductrice en we herinneren ons iets.
Van vroeger van de aardrijkskundeles. Ach ja, na
tuurlijk, daarom kwam het ons hier zo bekend
voor! Zo zien de oude vissersdorpjes langs de
Zuiderzeekust er allemaal uit: oud en echt en
schilderachtig. De Haukes nu aan de rand van
de Wieringermeer.
Er is hier echter nog niet veel te beleven en daar
om rijden we maar door. Waarom heeft onze blik
die eigenaardige neiging om te blijven hangen aan
die lage, doch oude bomengroepen? En vreemd,
zoals plotseling een liedje, dat we als kind zongen
bij het hoepelen in het oude stadpark, ons door
het hoofd speelde....
Verbaas u niet over zulke dingen, waarde reis
genoot, gij zult dit hier wel meer beleven: het
is de bekoring van het spel der tegengestelden.
Wij kwamen van een zeer jong en boomloos
land, plotseling tussen het zachte lover van het
zeer oude Wieringen. Dat werkt een beetje op
de geest als een Fins bad, maar dan met minder
sensatie; het reinigt op een dromerige manier,
glimlachende herinnering en nieuwsgierigheid
van het ogenblik gaan samen. Wacht maar tot ge
na deze vakantie weer aan uw werk gaat; als een
mens, die lang en prettig heeft gebaad en nu de
zorgen en vermoeienissen van het.... O, pardon,
gij hebt er geen behoefte aan uw wensen door
een reisgenoot te horen beschrijven? Een aardige
weg, nietwaar? Daar, tegen dat hellinkje op, ligt
Hippolytushoef. Een kopje koffie, misschien?
Neen heus, wij willen u niet met alle geweld la
ten uitstappen bij de eerste de beste gelegenheid.
Wees verstandig en doe uw eigen zin. De bus
rijdt door over de hele lengte van Wieringen naar
Den Oever. Kijkt u eerst eens rustig uit, of u er
in 't geheel wel voor voelt om hier te blijven. Wie
ringen heeft voldoende gasten, dan dat wij er een
premie voor zouden krijgen, als we er hier één
tegen zijn zin af deden stappen. Maar de uitslag
van uw persoonlijk onderzoek is ons bij voorbaat
al bekend en daarom rollen wij, terwijl ge door
rijdt naar Den Oever, hier in de hoofdplaats van
de hele gemeente vast uw belangen bepleiten bij
de VVV. Tenzij ge vannacht in uw overmoedige
zorgeloosheid aan de berm van de weg wilt sla
pen....
Maar vergeet in elk geval niet om, als ge in Den
Oever uit de bus stapt, uw vistuig mee te nemen.
Want dit is een hengelaarsparadijs!
Uit: Okke Haverkamp, WIERINGEN, Het "eiland" in de Wieringermeer, Doesburg, 1947, met een voor
woord van L.C. Kolff, burgemeester van Wieringen, april 1947 en een introductie van het bestuur van de
VW op Wieringen
Historische Vereniging Wieringen - "Op de Hoogte" - 24e jaargang nr. 2 - 2012