- 123 - PW. N. Kaan 1975 t/m 1977 Ds. J.P. Smidt 1895 t/m 1902 Da. E. van Turnhout-Dijkstra 1977 t/m 1984 Ds. D. Haars 1903 t/m 1905 Ds. G. Tjallig Kindt 1985 t/m 1987 Ds. M. Onnes 1906 t/m 1909 Da. A.C. Kuit-Verbeek 1987 t/m 1989 Ds. J.M. Leendertz 1910 t/m 1923 Ds. J.A. Marseille 1989 t/m 1997 Ds. O.L. v. d.Veen 1923 t/m 1929 PW.W. Bakker 1997 t/m 2001 Ds. H.W. Meihuizen 1933 t/m 1936 PW. A.G. Moussault 2001 t/m 2009 Ds. H.J. De Wilde 1937 t/m 1941 Ds. G. Tjalling Kindt 2011- Feiten: Doopsgezinden worden ook wel mennonieten of menisten genoemd en zijn volgelingen van Menno Simons. Grote groepen Mennonieten zijn in en na de Tweede Wereldoorlog uit Rusland verdreven. Een deel daarvan is in Canada terechtgeko men. Momenteel zijn er wereldwijd meer dan 1,3 miljoen doopsgezinden. De Troostbrief der weduwen, het enige be waard gebleven handschrift van Simons, van 18 mei omstreeks 1550 wordt bewaard bij de Bijzondere Collecties van de Universiteit van Amsterdam. Deze brief telt 43 regels. De benaming (weder) dopers heeft te maken met hun specifieke kijk op de doop. In plaats van kinderen te laten dopen, zoals dat tot nu nog bij de meeste andere kerken gebruikelijk is, kennen zij slechts de (volwassenen) doop op vrijwillige basis. Menno Simons werd, na de teloorgang van de commune van wederdopers in Münster (1534 1536, geleid door Jan van Leiden), de spilfi guur en grote inspirator van de anabaptistische of wederdopers-beweging. Een ander belangrijke karakteristiek is dat zij militaire dienst en het dragen van wapens en vroeger ook overheidsdienstneming afwijzen en werden daardoor uitgesloten van veel over heidsfuncties. Ten tijde van oorlog zetten zij zich in als bijvoorbeeld brandwacht of -weer of als hospitaalsoldaten. Cornelis Lely (1854-1929), ingenieur, ont werper van de plannen voor de Zuiderzeewer ken en driemaal minister van Waterstaat was doopsgezind. Tot zeker 1800 werden de volgers mennonie tenmenisten of dopers genoemd. Ergens in de tijd van de grote maatschappelijke veranderin gen tijdens de Bataafse Revolutie besloten veel menisten om zich niet langer meer "menist" of "mennoniet" te noemen maar "doopsgezin den" of "dopers". Daarmee gaven zij misschien aan dat zij zich minder (of niet meer) verbon den of gebonden voelden tot de door Menno Simons gegeven leefregels. In 1801 zouden de diverse richtingen zich als Verenigde Doopsge zinde Gemeenten bijeenvoegen. Vanaf het midden van de 19e eeuw stapten veel rechtzinnige doopsgezinden over naar de toen nieuwe Gereformeerde Kerk en de Vrije Evan gelische Gemeenten, waardoor de kerk een nog vrijzinniger karakter kreeg. Dit in tegenstelling tot veel buitenlandse geloofsgenoten, bijvoor beeld de Mennonieten in (ook Zuid-)Amerika, waaronder de zeer conservatieve Amish, die door de eeuwen heen in den vreemde aan hun gewoonten en opvattingen vasthielden, mede een gevolg van regelmatige onderdrukking en verdrijving. Verhoudingsgewijs worden veel van deze ge meenten voorgegaan door vrouwelijke predi kanten. De Doopsgezinde Kerk was de eerste kerk in Nederland die eind 19e eeuw haar pre dikantenopleiding openstelde voor vrouwen. Voorgangers van de Remonstrantse Kerk en van Doopsgezinde gemeenten zegenden als eersten homohuwelijken in: op informele wijze al bij partnerschapsregistratie en formeel na de officiële invoering ervan in 2001. BRONNEN: Notarieel Archief Wieringen, Doopsgezind archief Wierin- gen, Historische Vereniging Wieringen, Jan Bremer, Tan Lont-Lont Foto's beschikbaar gesteld door: Tan Lont-Lont, Annie Lont. Historische Vereniging Wieringen - "Op de Hoogte" - 23e jaargang nr. 4 - 2011

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Op de Hòògte - Wieringen | 2011 | | pagina 32