- 119 - minder groot geworden. Op Wieringen ontving men zowel Friese als Vlaamse leraren van bui ten. De beide stromingen vervulde hier 'Liefdes diensten'. 's Winters kwamen zij slechts om de veertien dagen omdat het eiland dan moeilijk te bereiken was. De kerkelijke inkomsten kwamen uit giften en nalatenschappen. In doopsgezinde kringen waar men een zwaar accent legde op praktisch chris tendom, had men een hekel aan het houden van regelmatige collecten. Een ieder mocht uit eigen beweging geven en niet vanuit een zekere sleur. Aanvankelijk kende men geen academisch ge schoolde leraren, Bijbelkennis en verlichting door de lekenpredikers waren voldoende om tot voorganger te worden aangesteld. Zo heeft Wieringen in de 18e eeuw twee lekenpredikers voortgebracht, Elbert Wognum en Cornelis Wa- gemaker. De opbouw van een dienst was in die tijd als volgt: na voorzang en gebed, werd een preek ge lezen. Daarop werd met gebed en dankzegging en nagezang de dienst besloten. Een eigenaardig heid tot de 18e eeuw was dat de voorganger niet voorging in gebed, maar dat de gemeenteleden zelf baden. Zo vond het individualisme van de dopers uitdrukking in de liturgie. Bij de doops gezinden heeft altijd sterk de nadruk gelegen op het priesterschap der gelovigen. Op Wieringen behoorde het grootste deel van de bevolking tot de Hervormde Kerk. Daarnaast vormde de doopsgezinde (20%) de tweede groep. Deze groep bevond zich tot begin 1900 hoofd zakelijk op Stroe. Een hele kleine groep was de Roomse en Gereformeerde, veelal immigranten. Doopsgezinde gemeente op Wieringen Er wordt verondersteld dat op Wieringen in de 16e eeuw al een doopsgezinde gemeente is, ge zien de dooplijst van Leenaert Bouwens, een doopsgezinde voorganger die in 1551 door Menno Simons tot oudste werd bevestigd. Op deze lijst komen namelijk ook vijfendertig Wie- ringers voor. En in het oudst bewaard gebleven kerkraadsboek van de hervormde gemeente te Oosterland wordt gemeld dat in 1611 een lid van deze gemeente omging met 'menisten'. In 1737 en '38 worden er mededelingen gedaan omtrent kerkgebouwen, op Wieringen vergader plaatsen genoemd. Van oudsher waren er drie; op de Gest bij Den Oever, Stroe en een even ten oosten van Hippolytushoef. Nadat De Gest om streeks 1700 in verval raakte is deze verkocht. De vermaning op Stroe was een met riet gedekt gebouwtje, dat veel weg had van een schuur en dat verscholen stond achter een boerderij. Deze vergaderplaats is tweemaal vernieuwd met onder andere giften van gezinnen uit Westerland. De eerste keer in 1737, het was dringend aan een opknapbeurt toe: de houten wanden maakten plaats voor stenen muren. Ter voltooiing van het werk werd het jaartal 1738 in ijzeren ankers op de voorgevel geplaatst. De laatste verbouwing vond plaats in 1893. Toen de boerderij, die vóór de Vermaning stond, op 26 april 1933 in de brand vloog verdween ook deze unieke vermaning. Nog altijd is de lege plek op Stroe te zien. (Intussen is er door de eigenaren van de boerderij weer een aantal gebouwtjes op de plaats van de vermaning neergezet) De herin nering is nog altijd heel levend. Veel doopsgezin den hebben een afbeelding van deze vermaning. De eerste vermaning van Hippolytushoef stond aan de Elft. Het gebouw werd in 1776 opge knapt. De preekstoel werd gemaakt door Hen drik Spaans te Barsingerhorn. Op 1 januari 1777 werd het gerestaureerde gebouw in gebruik ge nomen: Cornelis Wagemaker, lekenprediker bij de Doopsgezinde Gemeente Wieringen, hield de eerste dienst in de gerestaureerde Vermaning en preekte nar aanleiding van de eerste brief van Pe trus, hoofdstuk 2, vers 4 en 5: "En komt tot hem, de levende steen, door de mensen wel verwor pen, maar bij God uitverkoren en kostbaar, en laat u ook zelf als levende stenen gebruiken voor de bouw van een geestelijk huis...." In 1860 was dit gebouw weer aan herstel toe, en daar werden ook plannen voor gemaakt. In het notulenboek lezen we in 1860 dat het bedehuis in de Elft de nodige herstellingen behoeft. Er zijn scheuren in het muurwerk en verzakkingen in het gebouw. Bovendien is de toegang naar het ge bouw gebrekkig. Er wordt een timmerman aan genomen, maar door het overlijden van Lijsbeth Veerdig veranderen de plannen. Bouw nieuwe Vermaning door legaat van Lijsbeth Veerdig Lijsbeth Veerdig werd op 30 mei 1818 geboren te Hippolytushoef als dochter van Geerlof Veerdig en Trijntje Buijs. Lijsbeth en haar oudere broer Historische Vereniging Wieringen - "Op de Hèögte" - 23e jaargang nr. 4 - 2011

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Op de Hòògte - Wieringen | 2011 | | pagina 28