- 107 - De mensen die in de schuur sliepen zaten onder de luizen. Cees was in die tijd nog een baby en de mensen wilden hem graag vasthouden. Moe der Klein was hiermee niet zo blij, ze keek Cees naderhand goed na of hij geen luizen had opge lopen. Op een dag kwamen er twee jongetjes uit Amsterdam met hun moeder op een handkar bij vader Klein aan. De moeder was er erg slecht aan toe, vader Klein legde haar in de schuur, maar dat ging niet want de vrouw was te ziek en zo be sloot vader haar in de woonkamer in de bedstee te leggen. Vader Klein vertelde de jongetjes dat ze konden blijven, zodat hun moeder aansterken kon, maar de jongetjes wilden toch verder naar familie in Friesland. Toen moeder weer wat was opgeknapt vertrokken zij richting Friesland. Na een paar dagen kwamen zij terug, moeder lag be vroren op de handkar en zij wilden met haar naar Amsterdam, omdat zij hun moeder daar wilden begraven. Baukje Bijlsma stadskind bij de familie Koorn, Slingerweg 95 te Hippolytushoef. De familie be stond uit: Jan Koorn en zijn vrouw Aaftje Koorn- de Beurs en hun 2 kinderen Jan en Rrijnie. De vader van Baukje vertrok in december 1939 naar zee en kwam na augustus 1945 weer terug. Baukje was in 1943 op een boerderij in Loenen op de Veluwe en kwam hier met de kerstdagen nog eens terug. In de zomervakantie van 1944 kwam ze met haar zusje Akke en een groep an dere meisjes voor het eerst vanuit Amsterdam met de trein via Anna Paulowna naar Wieringen. Later kwam zij via het project Stadskinderen terug naar Wieringen, tot groot genoegen van Baukje bij dezelfde mensen. Haar zusje Akke ging naar familie Nan Mulder in de Elft, in boer derij "Ypolshof". De stadskinderen werden vol ledig opgenomen in de gastgezinnen. Veelal werd op zolder de overloop afgezet, zodat de kinde ren hier konden slapen. Een ruimte waar vanuit het zolderraam licht naar binnen viel, zodat er in ieder geval daglicht naar binnen kwam. Baukje mocht op Wieringen helaas niet naar school, de teleurstelling klinkt zelfs nu nog in haar verhaal door. Een groot aantal kinderen van evacuees vanuit Den Helder die in Helderse Buurt waren komen wonen bevolkten de school, hierdoor was er op school geen plaats voor Baukje. Tante Aaf kon best streng zijn, vertelde Baukje. 's Zaterdags werden alle schoenen in de bijkeuken gedaan en moest Baukje ze poetsen, de trap van boven naar beneden vegen en helpen afdrogen. Kachelhout splijten met een bijl, vaak werden hiervoor kistjes gebruikt die Baukje dan eerst uit elkaar moest halen. "Nu moet je niet denken dat ik werd uit gebuit, hoor": pleit Baukje voor tante Aaf. "Ze liet me dit ook doen, om ervan te leren en ik vond het helemaal niet erg". Baukje kwam op tien jarige leeftijd van Amsterdam naar Wierin gen, weet nog goed dat zij haar elfde verjaardag bij de oom en tante (zo noemde Baukje, Jan en Aaf Koorn) vierde, een belevenis die nog vers in haar geheugen ligt. Ze werd vaak geplaagd door Jan Koorn, de zoon van de familie. Hij joeg het paard, waarop Baukje zat op, dit vond ze niet zo leuk van Jan. En omdat Baukje niet naar school kon, was ze vaak te vinden, bij oom Jan als hij de koeien aan het melken was. Oom Ab de Graaf, nam Baukje soms in de brandweergreep en draaide dan met haar in de rondte, dit vond ze erg leuk, vertelde zij! Oom Ab, ging in zijn lange leren jas melkmonsters nemen. In grote boeken werden de pasgeboren kalfjes opgetekend, dit vond Baukje best interessant en zo zat zij dan ook veel bij Oom Ab te kijken als hij hiermee bezig was. Albert de Graaf was melkcontroleur en getrouwd met de zus van Aaftje Koorn-de Beurs, zij woonden enkele huizen verderop in de Slingerweg. Baukje kan zich nog goed herinne ren dat ze met de buurkinderen en kinderen van de familie achter in de tuin aan het schommelen was. Toen in de winter de sloten bevroren waren, gingen zij schaatsend via de sloten naar het Am- stelmeer. Op maandag 7 december, sneeuwde het een beetje en werd Baukje achterop de fiets naar huis gebracht. Degene die haar thuis bracht, hoopte stilletjes dat ze bij aankomst iets te eten zou krijgen. Bij de familie Koorn was eigenlijk altijd voldoende eten, zij hadden een boerderij en oom Jan werkte ook nog in de bakkerij "de Koornschoof" waar zijn broer Jaap woonde. Van uit de bakkerij nam hij beschuiten en brood mee naar huis. Baukje is een half jaar op Wieringen geweest! In die periode moest ze af en toe een brief aan haar moeder schrijven, maar hier had zij eigenlijk een hekel aan. Nu zij hierop terug kijkt vind ze, dat de familie Koorn gelijk had, dat ze dit van hen moest doen. Terug naar Amsterdam Na de bevrijding kwam de moeder van Baukje haar halen, er was geen openbaar vervoer meer, haar moeder kwam daarom met de boot naar Wieringen en overnachtte onderweg van Amster dam naar Wieringen ergens in een kippenhok. Historische Vereniging Wieringen - "Op de Hoogte" - 23e jaargang nr. 4 - 2011

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Op de Hòògte - Wieringen | 2011 | | pagina 16