S TADSKINDEREN IN OORLOGSTIJD WlERINGEN '40/'45
- 106-
Geschreven door Tiny van Teulingen-Molenaar
De stadskinderen kwamen in de oorlog vanuit de grote steden naar Wieringenomdat er in de steden
bijna geen eten meer was. Tijdens de Hongerwinter heerste er in Amsterdam een gebrek aan van alles:
brandstof, kleding, maar vooral aan eten. Er is hongersnood in de grote steden in het westen van het
land. Door de spoorwegstaking rijden er geen treinen meer. En vervoer van voedsel per schip is door
de bezetter verboden. Bij gebrek aan gewoon voedsel eten de mensen zelfs tulpenbollen. Een aantal
Amsterdamse ouders stuurde hun kinderen daarom in de winter van 1944/45 naar Wieringen. Ook
op Wieringen was er aan het eind van de Hongerwinter werkelijk niets meer, geen eten, geen stroom en
op laatst ook geen water. De bewoners gebruikten het water uit de regenput als drinkwater, soms werd
er achter in het weiland een wel geslagen. Van heinde en ver kwamen mensen lopend naar Wieringen,
in de hoop dat zij hier iets te eten konden vinden, zij ruilden hun kleding zelfs voor eten.
Sommigen waren zodanig verzwakt dat zij on
derweg overleden. Bij jonge vrouwen bleef hier
door de menstruatie vaak uit. Familieleden van
buiten kwamen naar Wieringen om aan te ster
ken. Het project stadskinderen ging w.s. uit van
Maatschappij Nederland en was bedoeld voor
kinderen van zeemansvrouwen waarvan de vader
bij de koopvaardij voer.
Stadskind bij de ouders van
Cees Klein
De ouders van Cees Klein hadden ook een stads
kind in huis. Zijn naam was Theo Helder en hij
kwam uit Zaandam,Theo is ongeveer één jaar bij
de ouders van Cees in huis geweest en kwam na
de oorlog nog vaak bij hen langs.
Alle kinderen van familie de Bok die op Wieringen waren ondergebracht
Later woonde Theo in Meppel, daarna is Cees,
Theo uit het oog verloren. De ouders van Cees
hadden een boerderijtje. De Duitsers die op het
laatst ook moesten vluchten wilden graag bij de
vader van Cees in het hooi slapen, maar vader
wilde dit liever niet uit angst dat zij de boel in
brand zouden steken. Na het melken van de
koeien, ging de vader van Cees naar de Afsluit
dijk en ving hier de mensen op die de dijk over
wilden naar Friesland. Hij vertelde hen dat zij de
dijk nu beter niet meer over konden gaan, omdat
het donker en steeds kouder werd. Zij konden
bij hem eten en mochten in de schuur slapen.
De moeder van Cees kookte elke avond in een
grote pan eten, een soort stamppot van bruine
bonen, die zij dan overgoot in een grote emmers.
Eten wat eigenlijk veel
te zwaar was voor deze
mensen, omdat zij al
heel lang niets gegeten
hadden en hun maag
dit eten niet meer kon
verwerken. Maar om
dat er niets anders te
eten was, werd het
toch maar gegeten. Als
de Duitsers dan langs
kwamen om te vragen
of zij bij vader Klein
konden slapen, liep
vader met een klein
lichtje de schuur in en
liet hen zien dat er veel
mensen in de schuur
lagen, de Duitsers ver
trokken dan weer.
Historische Vereniging Wieringen - "Op de Höögte" - 23e jaargang nr. 4 - 2011