In het midden met de witte gevel de wachtkamer voor de Postboot, daarnaast met het platte dak de winkel van P Jongkind zvaar o. a. scheepsbenodigdheden werden verkocht. Links het in 1903 gebouwde postkantoor. zwemmende naar de steenglooiing te geleiden. Beide paarden bleken niets te mankeren. Ook de op Wieringen bekende schoolmeester J. Kuiper schrijft over het reizen per Postboot: De verbinding door de Postboot was vrij goed, vooral in de zomer, maar wie 's avonds te laat te Van Ewijcksluis aankwam, dus na 7 uur, moest daar maar overnachten. In de herfst of winter met mistig weer en laag water was het soms ho peloos, daar men dan soms of een paar uur in de nauwe vaargeul bij Van Ewijcksluis aan de grond zat, of moest wachten in het café vanWaijboer te Van Ewijcksluis tot de vloed opkwam. Gerrit Omis hier als uitbater van het café "De Postboot in De Haukes. De wachtkamer voor de Postboot bestaat anno 2011 nog steeds. Voer men dan weg, dan stond de knecht in het donker op de punt van de boot, gewapend met een grote haak als peilstok, roepende van "hard om de Noord" of "hard om de Zuid". Gevaar was er niet bij, maar ieder wilde na tuurlijk graag op tijd thuis zijn en raakte men met hoog water aan de grond, dan was daar in het geheel geen denken aan. Was men na een poos de vaar geul uit en in diep water gekomen, dan mocht de knecht sturen, nadat hij eerst de luchtpomp afgezet had, wat ook een op'luchting' was, want het ding maakte een heidens lawaai. De schipper ging nu geld vragen en kaartjes innemen. Wie- ringers die op reis gingen moesten steeds weer naar Wieringen terug, terwijl vreemdelingen er toch altijd weer vandaan moesten; gevolg: enkel retourkaartjes, die steeds geldig bleven en ook een grote levensduur hadden, want het kaartje dat Jansen teruggaf werd meteen aan Pietersen verkocht. Wel waren er twee prijsklassen en ook twee kajuiten, doch deze hadden niets met elkaar te maken. Wieringers betaalden met fiets voor een retour fl. 1,-, vreemdelingen fl. 1,20, doch niemand controleerde wie er wel en wie geen fiets had. Onbekenden betaalden naar het uiterlijk. Toen ondergetekende zijn eerste reis naar Wie ringen maakte in een vrij oude jas met een pet op en onder de modderspatten, was het tarief fl. 1,-. doch toen hij na een paar maanden (niet van zijn salaris, want dat ging niet in twee maanden) in Den Helder een hoed en een regenjas had ge kocht, was hij fl. 1,20 waard. Toen hij echter ver telde dat hij de nieuwe schoolmeester van Oos- terland was, kreeg hij met de opmerking dat hij dus Wieringer was, dadelijk 20 cent terug. Ge moedelijk was het dus wel. Bij ijsgang kon de boot soms dagenlang niet va ren, tot grote vreugde van soldaten, die met verlof thuis waren. Wie dan echter hoog noodzakelijk naar de "vaste wal" moest, kon nog met de ijsvlet mee, een open roeiboot. Een tocht met deze ijs- vlet, die ook post vervoerde, was lang geen pretje. Soms voer men een gedeelte tussen de schotsen Historische Vereniging Wieringen - De honderdjarige "Postboot" van Wieringen - juni 2011

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Op de Hòògte - Wieringen | 2011 | | pagina 9