door, dan weer trok men met vereende krachten de boot eerst op en dan over het ijs, meestal in de richting van de molen van Keuris ten zuiden van Van Ewijcksluis. Soms moest men onverrich- terzake terugkeren, een nat pak of natte voeten waren niet uitgesloten en steenkoud werd men als passagier altijd. Het meest werd het gebrek aan een vaste verbin ding gevoeld wanneer men plotseling wegens fa milieomstandigheden op reis moest of wanneer men onverwachts naar het ziekenhuis moest. In het laatste geval liet men de boot wel extra varen en toen Bruul te Hippolytushoef eenmaal een auto had ging deze mee op de boot en dan door naar Alkmaar, wat natuurlijk verre van goedkoop was. Maar.het werd steeds beter. We vragen ons echter wel af, voor hoevelen de hulp in het ziekenhuis voorheen te laat is gekomen. Geen wonder dat de verbinding met Noord-Hol land met vreugde werd begroet en toen later ook de autobussen verschenen, was Wieringen uit zijn isolement verlost. Meester Kuiper aangesteld als onderwijzer aan de openbare lagere school te Oosterland. In 1933 werd hij aangesteld als onderwij zer aan de nieuw gebouwde openbare lagere school te Den Oever. Hij werd in de jaren vijftig aangesteld als hoofd van de openbare lagere school te Hippolytushoef. Meester Kuiper heeft dit artikel in 1948 geschre ven, het speelt zich waarschijnlijk af rond 1920. We kunnen dus wel stellen dat de overtocht van of naar Wieringen soms geen plezierreisje was. Niet alleen in De Haukes was het aan en van boord gaan moeilijk ook in Van Ewijcksluis was het aanvankelijk een bedroevend gebeuren. Daar kwam in de Eerste Wereldoorlog dan nog wel het ongemak van de drijvende mijnen bij zo als blijkt uit een krantenbericht uit de winter van 1915. Door schipper J. Kuit is op de Wierbalg in de Zuiderzee een drijvende mijn op den walkant gevonden. Schipper Kuit gaf hiervan terstond aan de marine-autoriteiten te Den Helder ken nis. Door een Texelse schipper van het vaartuig Texel 1 werden in 't Oude Zwin in de Zuiderzee twee drijvende mijnen ontmoet. Ook deze schip per gaf ervan terstond kennis. Daar het visschen en varen op de Zuiderzee dus gevaarlijker wordt, zij een ieder aangeraden niet meer bij nacht te varen, vooral niet met Noordelijken wind. Onze postboot geeft daarvan reeds een goed voorbeeld en vaart met Noordelijken wind 's morgens vroeg en 's avonds laat niet meer. Verder vernamen wij, dat de twee in 't Oude Zwin drijvende mijnen door een kanonneerboot van Den Helder zijn stukgeschoten. Wat echter niet veranderde dat waren de pro blemen die ontstonden tijdens strenge winters waarin ondanks de sterke getij stromen het Am- steldiep deels dicht vroor en de Postboot niet kon varen. Om de postdienst toch gaande te houden maakte de postschipper dan gebruik van een ijs- vlet. Evert Baijs beschrijft een lange reis die hij heeft gemaakt met zijn vader Jan, zijn broer Jo hannes (Joh.) en hijzelf. Gezien de leeftijden van genoemde personen neem ik aan dat het een reis is geweest van rond 1900. WferïHfeiL Het postverkeer met den vasten wal is door dat de ze© vol Ijs is zeer moeilijk. Per Ijsvlet ge lukt bet schipper Baijs tot heden nog eenmaal per dag over te komen. Wij zullen hopen, dat de vorst spoedig moge verdwijnen. Bericht uit een een onbekende courant uit de winter. Zo schrijft E. Baijs Jzn. De tochten Wieringen-Ewijcksluis gedurende de winter met zogenaamde ijsgang. Met ijsgang geschiedde de overtocht per daarvan ingerichte ijsvlet. Deze was van hout gemaakt en met ge galvaniseerd ijzer beslagen. De vlet was 22 voet lang. Er werd dan gewoonlijk maar éénmaal per dag gevaren. Hij had daarvoor extra personeel aan boord. De langste reis die vader met de ijs vlet heeft gemaakt was 18 uur. Ze zijn om 12 uur voormiddag van Wieringen vertrokken en kwa men aan de havendam van Van Ewijcksluis de volgende dag 's morgens om zes uur. Mijn vader, mijn broer en ik met het overige personeel heb ben de langste reis gemaakt van 's avonds 4 uur van Van Ewijcksluis en 's morgens te 4 uur aan komst te Wieringen. Wij zaten die nacht met in begrip van passagiers met 22 man in de vlet. Wij hoopten een vlugge reis te zullen maken doch wij voeren juist met de vlet van het zogenaamde vas te ijs af en toen kwam de wind uit noordwesten. Dit veroorzaakte een harde stroom en dat maak te het ijs vanaf de zuidwal los en kwam precies in ons vaarwater en met zo'n gang dat er geen door komen aan was. We zijn met de vlet meegesleurd ongeveer anderhalf uur van Wieringen zuidoost- waards. Daar kregen we het vaste ijs te pakken Historische Vereniging Wieringen - De honderdjarige "Postboot" van Wieringen - juni 2011

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Op de Hòògte - Wieringen | 2011 | | pagina 10