- 53 - de kerk niet veel veranderd te zijn, tot op het jaar 1839, toen zij wegens hare bouwvalligheid drin gend voorziening eischte. Waarschijnlijk is toen ook het achterste gedeelte, het koor, nog in zijn ouden staat gebleven; althans, Mr. Paludanus schrijft in zijne oudheidkundige verhandelingen (uitgegeven in 1776), dat het koor der kerk te Hippolytushoef uit zwaardere en oudere steenen opgemetseld, dan de overige deelen van het ge bouw. Op zondagmorgen, den 13den Augustus van het jaar 1893, bij prachtig zomerweer, gelukkig nog even vóór den gewonen kerktijd, stortte eensklaps het oude koor in. Op last der bevoegde autoriteit werd, ter voorkoming van ongelukken, de gods dienstoefening in dit kerkgebouw tot nader order verboden en werd tot zoolang den Hervormden het gebruik van de kerk der Doopsgezinde ge meente te Hippolytushoef toegestaan. Thans is de kerk weder opgebouwd en alle gevaar voor in storting al lang geweken, zoodat ge veilig door de deur in den dikken torenmuur kunt binnengaan. Ge komt nu eerst in een ruim en vrij hoog ver trek, dat tot catechisatielokaal is ingericht. On willekeurig ontvangt ge hier een minder aange- namen indruk van het nieuwe gebouw: 't is hier zoo vreeselijk somber. Voor een deel ontstaat deze somberheid hierdoor, dat ter wederzijde buiten het lokaal een der uitgangen van de kerk loopt. Het licht treedt dus hier door twee ramen getem perd binnen. Daarbij komt nog, dat men voor kleur van de verf donker eikenhout of notenhout genomen heeft, voorloopig althans. Boven het catechisatielokaal, over de geheele breedte van de kerk, is een ander vertrek, dat tot vergaderplaats voor den Protestantenbond is bestemd. De trap, die naar deze bovenverdieping leidt, geeft tevens toegang tot het orgel. Door den bouw van ge noemde twee lokalen in het voorste deel van de kerk, is van de overtollige ruimte, zooals men die in vele oude kerken vindt, op doelmatige wijze gebruik gemaakt. In het koor der kerk is eene ruimte afgeschoten voor consistoriekamer. Het middendeel van het groote gebouw is dus thans de plaats voor de gewone godsdienstoefening. Er is ruimte genoeg. Men ziet hier het hooge gewelf en de hooge smalle ramen in spitsboogstijl, waar van een met glasschildering, doch overigens aan het gebouw zelf weinig of niets, wat herinnert aan den tijd van voor eenige eeuwen. Integen deel ameublement en middelen voor verlich ting en verwarming, hoe doelmatig ook ingericht, zijn van den jongsten tijd. Een tweetal eenvou dige houten borden aan den muur bevatten eene naamlijst van predikanten, die hun ambt bij de Ned. Herv. gemeente te Hippolytushoef c.a. op Wieringen hebben waargenomen sedert 1574. In den zuidelijken muur is eene zwartmarmeren plaat gezet, met de volgende inscriptie: "Het is een edele, zoo niet de edelste vorm van weldoen, die den mensch de gelegenheid opent aan zijn verhevenste aspiratiën te voldoen. Door de milde schenking van den heer P. W Janssen te Amsterdam werd dit kerkgebouw na jaren van vruchteloos pogen in het geheele land, met een bij drage van het Rijk en de Algemeene Synode, in den jare 1895 gerestaureerd en in den oorspronke- lijken vorm teruggebracht. Heil den belangeloozen gever P. W Janssen Aan het doophek vindt men nog vermeld, dat deze gerestaureerde kerk is ingewijd den 15den Maart 1896, door den consulent Ds. H. A. Lud- wig te Helder. Hebt ge alzoo het merkwaardige uit de groote kerk van het Dorp bezien, dan kunt ge over de begraafplaats terug gaan naar het plein, dat rondom de kerk ligt.De omgeving hier herinnert u aan de marktplaats te Schagen of een ander plattelandsstadje, waar de kerk in het mid den staat, met de huizen er om heen gegroepeerd. Alleen niemand woont hier twee of meer hoog: 't zijn hier huizen van gewoon dorpsmodel. Een deel van dit terrein wordt 's zomers gebruikt als marktplaats en met de kermis is het geheel bezet met kramen en tenten en wat daarbij behoort. De Wieringer kermis is eene drukke kermis. De gemeente Wieringen telt 2800 inwoners en houdt maar eenmaal in 't jaar kermis en dan nog op eene en dezelfde plaats: aan 't Dorp. In de omliggende gemeenten aan den vasten wal heet het ook: "De kermis komt maar eens in 't jaar!", maar daar laat men het gelden voor elk gehucht in het bijzonder en neemt men de kermis op eene of meer grootere plaatsen in den naasten omtrek op den koop toe. Deze Wieringer kermis staat in de buurt bekend onder den vreemden naam van: "De Tulenmarkt." De laatste naam staat in ver band met een zeer eigenaardig gebruik, dat tot voor korte jaren bij het begin der kermis plaats had, tegelijk met de verpachting der tiendrechten of "tien den" op het eiland. De kermis begint altijd op den laatsten donderdag der maand Juli en duurt Historische Vereniging Wieringen - "Op de Hoogte" - 23e jaargang nr. 2 - 2011

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Op de Hòògte - Wieringen | 2011 | | pagina 26