- 52 -
IPPOLYTUSHOEF
Uit de Schager Courant van 1 augustus 1897
ingezonden door Peter de Greef
De naam hierboven is die van de hoofdplaats van het eiland Wieringen. Een eiland is als het ware
altijd een wereldje op zich zelf Het heeft vaak een anderen bodem dan het naburige vasteland het
heeft andere menschen andere taal andere kleederdracht andere zeden eit gewoonten. En al is nu
Wieringen in al deze opzichten niet zoo in het oogloopend sterk onderscheiden van het naastbijge-
legen Noord-Holland, het is en blijft nog een eiland, merkwaardig door zijne eigenaardigheden. Wie
zich hiervan wil overtuigen en niet tegen een klein zeetochtje opziet, ga op een goeden dag het eiland
een bezoek brengen.
De wandeling van de haven tot Hippolytushoef,
slechts drie kwartier gaans, met het uitzicht over
een hellend eenigszins golvend landschap en de
zee in de verte, heeft op zichzelf reeds iets aan
trekkelijks. 't Is waar, -- de tijd brengt gestadig
veranderingen aan en geeft gedurig andere ge
zichten te zien, ook op Wieringen. Vroeger was
de overtocht met het zeilschuitje van den post-
schipper een aardig zeereisje bij frisch weer en
hoog water. En dan die aankomst aan het smalle
trapje tegen het grijs-grauwe wierhoofd, zoo'n
klauterpartijtje, dat was werkelijk iets heel bij
zonders. 't Was heel lastig bij ongunstig weer,
maar men gevoelde zoo, dat men uit zee kwam
en voet aan wal zette. Thans heeft de postschip-
per zich voorzien van eene stalen stoomsloep, of
schroefbootje, gedreven door een petroleummo-
tor, waarmede ge, bij gunstige omstandigheden,
in 20 minuten overvaart van de van Ewijcksluis
in Anna Paulowna naar de Haukes op Wieringen.
Als ge er aan denkt, zeeziek te zullen worden, zijt
ge in de haven meteen. Het oude wierhoofd is er
nog, doch ge snort er met eene korte bocht om
heen in eene komvormige ruimte en stapt heel
gewoon af aan een steenen wal, zoo goed als aan
een steiger te Amsterdam of elders. Zoo gaat het!
Als de plannen van droogmaking der Zuiderzee
nog eens ten uitvoer komen, zal men misschien
nog kunnen afstappen aan het station Wieringen
van den spoorweg....? Doch zoover zijn we nog
niet. Hoort ge, wat die vrouw daar tot haar jon
gen zegt? „Toe, niet zoo op je lcoese loope deur
dat zangd! Gaan maar es op de diek kieke of
de skuut al na de kangt is!" Dat is geen dialect
van de naastbijgelegen plaatsen aan den vasten
wal of van een der Westfriesche dorpen, 't Is wel
geen onverstaanbare taal, maar het is ook geen
gewoon Noord Hollandsch. En nu naar Hippoly
tushoef! Dit plaatsje vertegenwoordigt het eiland
en tevens de gemeente Wieringen op waardige
wijze. Over het eiland zijn meer dan 25 grootere
en kleinere gehuchten en buurten verspreid, die
ieder hun eigen naam hebben, doch de Wierin-
gers noemen maar één ervan het „dorp" en dat is
Hippolytushoef.
TeWesterland heeft men kerk en school, te Oos-
terland eveneens, Stroe was bekend om zijn al
oud heidensch kerkje en Den Oever was vóór het
graven van het Noord-Hollandsch kanaal een
bloeiend plaatsje met lichterschepen voor den
wal, maar Hippolytushoef geniet de onderschei
ding van te worden aangeduid met den naam "het
dorp". Natuurlijk ligt het dorp aan den Hoofd
weg, den Gemeenelandsweg, die over het geheele
eiland in de lengte voortloopt. Daarbij komen
ook nog een paar andere wegen op het dorp uit.
Het middelpunt van Hippolytushoef vormt de,
oorspronkelijk aan den Heiligen Hypolitus ge
wijde, groote Ned. Hervormde kerk, gebouwd
midden op het kerkhof, dat nog altijd als alge-
meene begraafplaats in gebruik is. Dit kerkhof is
van den publieken weg gescheiden door een hek,
dat weder omgeven is door eene rij hooge popu
lieren. Al dadelijk ziet men op naar den hoogen,
forschen toren, die tot den top uit gemetseld is,
zonder traceeringen evenwel. Op de wijzerbor-
den aan de muren vindt men het jaartal 1040,
hetwelk wijst op den hoogen ouderdom van dit
gebouw. Oudheidkundigen zullen zeker ook let
ten op de buitengewoon groote afmetingen der
steenen, aan het benedendeel van den toren. Dat
dit kerkgebouw te Hippolytushoef door den tijd
al veel te verduren heeft gehad en dat er in den
loop der eeuwen veel, zeer veel, aan en in het ge
bouw is hersteld en gewijzigd, is wel te begrijpen.
In het jaar 1674, bij een hevigen storm, stort
te een groot gedeelte van de kerk, tusschen het
koor en den toren in. Na de herstelling schijnt
Historische Vereniging Wieringen - "Op de Hoogte" - 23e jaargang nr. 2 - 2011