- 48 - als halsmisdrijf de doodstraf op stond. Dat leidt ons tot de hypothese dat de vader van Letzkau wellicht de muntmeester was die de Wieringer munten sloeg in opdracht van Jan van Egmond. In de oudste Duitse bron die we hebben staat tenslotte "Als hier sein Vater durch den Grafen von Holland oder auf Befehl desselben getödtet worden Strikt genomen staat hier niet dat het een moord betreft. Het kan ook de uitvoering van een dood vonnis zijn, iets wat altijd in opdracht van de graaf plaatsvond. Ook wat betreft de tijd kan het: de exacte geboortedatum van Letzkau is onbe kend, we weten alleen dat hij in de tweede helft van de veertiende eeuw geboren is. Hij zou dan hooguit een jaar of tien geweest zijn. Het is goed mogelijk dat er contacten waren tus sen de valsemunter(s) en het Oostzeegebied. Veel Wieringer handelaars voeren op de belangrijke Hanzesteden aan de Oostzee, dus het was een voudig om de munten daar te slijten. Als vrouw en kind moesten vluchten vanwege de ontstane situatie dan ligt het voor de hand om met een van de koggeschepen mee te varen. Volgens Os- terroht trad hij als jongeman in dienst van de Duitse Orde, waar hij carrière maakte. In 1387 werd hij burger van Danzig en kon hij zich daar als koopman vestigen. Conclusie: is het mogelijk? Bij alles wat gezegd wordt over de Wieringer her komst van de veertiende-eeuwse burgemeester van Danzig moeten we bedenken dat we alleen de tekst van een Duitse genealoog uit de zestien de eeuw hebben als bewijs. En die tekst kennen we dan ook nog eens uitsluitend uit de tweede hand, niet direct een sterke basis voor een the orie. Hoe onwaarschijnlijk het ook klinkt, er is geen reden te bedenken waarom het niet waar zou kunnen zijn. Waarom zou men dit hebben verzonnen en waarom dan per se Wieringen? Als de nakomelingen van Letzkau hun afkomst wilden verfraaien, waarom dan gekozen voor af gelegen, winderig eiland in de Zuiderzee en niet voor bijvoorbeeld een opkomende stad als Am sterdam of bekende hanzesteden zoals Kampen of Deventer waar veel rijke kooplieden vandaan kwamen? Een mogelijke verklaring is een verschrijving: het had "van Wateringe" moeten zijn in plaats van "van Wieringen". De theorie dat Conrad Letz kau afstamt van de vermoorde edelman Gerrit van de Wateringe kan in de prullenbak. In dit ar tikel is aangetoond dat er te veel haken en ogen aan zitten om geloofwaardig te zijn. Als we kijken naar de situatie op Wieringen ten tijde van de geboorte of vroegste jeugd van Letz kau dan valt meteen het verhaal van de valse munterij op. Valsemunterij is een misdaad waar de doodstraf op stond. Wie weet heeft het een met het ander te maken. Ook al is het niet te bewijzen, de mogelijkheid dat Conrad Letzkau afstamt van de muntmeester lijkt aannemelijker dan dat hij de zoon was van een of andere edel man die eigenhandig door de graaf is vermoord. Of het echt waar is, valt helaas niet te traceren. Het tegendeel echter evenmin. De kans dat aan vullende informatie opduikt, hetzij hier danwel in Gdansk, is erg klein. Tot die tijd is het een mooie gedachte dat misschien een jongen van Wierin gen het geschopt heeft tot burgemeester van een van de belangrijkste steden van Noord-Europa en zeshonderd jaar na zijn dood in de gedachten van zijn stadsgenoten nog altijd voortleeft. LITERATUUR: Bernhard Engel, Reinhard von Hanstein - Abhandlungen zur Landeskunde der Provinz Westpreussen, Heft IV: Danzigs Mittelalterliche Grabsteine (Danzig, 1893) Robert Fruin - De moord van Gerrit van de Wateringe (in: Verspreide geschriften, Den Haag, 1900) R. de Graaf - Oorlog om Holland 1000-1375 (Hilversum, 1996) J.J. Grolle - Muntende Ministerialen in Over-Sticht en Hol land gedurende de 13e en 14e eeuw (Amsterdam, 2002) Theodor Hirsch e.a. - Scriptores Rerum Prussicarum, Die Geschichtsquellen der preussischen Vorzeit bis zum Unter- gange der Ordenherrschaft, vierter Band (Leipzig, 1870) J.S. Hoogschagen - De Wieringer muntslag (ongepubliceerd/ deels www.pagowirense.nl, 2007) A. Janse - Ridderschap in Holland: portret van een adellijke elite in de late middeleeuwen (Hilversum, 2001) Frans Ketner - Handel en scheepvaart van Amsterdam in de vijftiende eeuw (Leiden, 1946) H. von Osterroht - Conrad Letzkau; Schicksale eines Danzi- ger Bürgermeisters um 1400 (in: Deutsches Adelblatt Num mer 5, 1966, s. 228-231) A. Schmidt - Overleven na de dood; Weduwen in Leiden in de gouden eeuw (Amsterdam, 2001) Met dank aan dr. Janusz Mosakowski van de Universiteit van Gdansk en het Geldmuseum te Utrecht voor hun hulp. Historische Vereniging Wieringen - "Op de Hoogte" - 23e jaargang nr. 2 - 2011

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Op de Hòògte - Wieringen | 2011 | | pagina 21