- 47 - hen zou hetzelfde gebied zijn als de Burg. Op de kaart is "Burch" afgebeeld ten oosten van Hip- polytushoef. een klimmende leeuw) met doorsnede 22 mm en een zilvergehalte van ca. 0,76 gram, een kwart leeuwengroot (doorsnede 16 mm, zilvergehalte ca. 0,38 gram) en een penning, type dordra- censis (doorsnede 13 mm, zilvergehalte ca. 0,19 gram). De munten zijn voorzien van het opschrift "MONETA:WIRIGIE:H" "IOHD/NS DE/ EGMV/NDA" (Geld van Wieringen Johannes (Jan) van Egmond. De H is waarschijnlijk een afkorting voor Holland). De munten zelf zijn uitermate zeldzaam en in de meeste gevallen in slechte staat bewaard geble ven. Aangenomen wordt dat de destijds gebrui kelijke reeks: groot - halve groot - kwart groot - penning2 is aangemunt, maar tot 10 jaar gele den waren alleen de halve groot en kwart groot bekend. In 2000 is in Dordrecht een exemplaar van een Wieringer penning gevonden, de enige tot nu toe. Op zich een bijzonder toeval, omdat de Wieringer penning een imitatie was van de 20 jaar eerder in het graafschap Holland afgeschafte penning van het Dordtse type (de zogenaamde dordracensis). Voor zover bekend is nog nooit een Wieringer munt op Wieringen zelf gevonden. Aangezien het bij dit soort valsemunterij altijd de bedoeling was om het illegaal gemunte geld ergens ver weg, waar men niet wist dat het eigenlijk geen offici ële munten waren, om te wisselen of te gebrui ken voor de aankoop van goederen, is dit niet zo vreemd. Bekend en beschreven zijn nu een halve leeu wengroot (de benaming slaat op de beeldenaar: Zilveren penning geslagen op Wieringen, gevonden in 2000 te Dordrecht voor en achterzijde) - foto Geldmuseum Utrecht Het is niet helemaal duidelijk wanneer Albrecht zijn schuld bij Jan van Egmond heeft ingelost. Er zijn alleen wat indirecte aanwijzingen. In tal van grafelijke oorkondes uit de late 14e eeuw wordt Wieringen genoemd. In 1389 komt Wieringen weer voor in de grafelijke (belastings-)rekenin gen en in 1396 wordt de burgers van de Wie- ringhercogghe3 bescherming toegezegd tegen machtsmisbruik door de schout en zijn dienaren. Beide voorbeelden wijzen op een herstel van de oude machtsorde. Hoogstwaarschijnlijk heeft Al brecht al veel eerder zijn schulden ingelost. Terug naar het onderwerp van dit artikel: de Danziger burgemeester Conrad Letzkau en laten we eens een scenario opstellen. Zoals we zagen is het niet aannemelijk dat Jan van Egmond per soonlijk gestraft is voor de valsemunterij op Wie ringen, daarvoor was hij veel te belangrijk. Dat laat onverlet dat iemand wel degelijk gestraft kan zijn voor de misdaad, waar in de middeleeuwen 2 Gedurende de hele middeleeuwen werd gerekend met de pond - een gewichtsmaat. Uit een pond zilver werden 240 munten geslagen, penningen of denariën. Voor het rekenen had je nog de schelling, 12 pennin gen waren 1 schelling, 20 schellingen 1 pond. Schellingen bestonden alleen als virtuele rekenmunt. Later in de middeleeuwen werd dit onpraktisch en werden er munten geslagen ter waarde van 12 penningen: de groot. Deze devalueerde echter in Holland tot 8 penningen zodat er 30 groten in een pond gingen. 3 Een cogghe (kogge) was een rechtsgebied, bestaande uit vier bannen. Vier koggen vormden een ambacht en vier ambachten een gouw. Gronden Kaart van Wieringen van 1708 Historische Vereniging Wieringen - "Op de Hoogte" - 23e jaargang nr. 2 - 2011

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Op de Hòògte - Wieringen | 2011 | | pagina 20