-46-
Na in 1359 de opstandige stad Delft te hebben
ingenomen vertrekt Albrecht naar Beieren om
daar familiezaken te regelen, waardoor Jan van
Egmond als landvoogd stadhouder van Hol
land én pandheer van Wieringen vrij zijn gang
kon gaan.
Volgens J. Grolle begint Jan van Egmond mis
schien al in 1359, maar zeker in 1360 met het
slaan van munten op Wieringen op zijn naam.
Het heeft niet lang geduurd, en de hoeveelheid
die hij heeft gemunt kan niet al te groot zijn ge
weest, want zodra Albrecht in 1361 terugkeert
uit Beieren maakt hij een eind aan de Wieringer
muntslag. Muntslag is een grafelijk privilege en
de eigenhandige muntslag van Van Egmond is
een inbreuk op de grafelijke waardigheid. Nor
maal gesproken werd dit zwaar bestraft, maar het
is onwaarschijnlijk dat Jan van Egmond, als geld-
verstrekker aan de ruwaard, gestraft is. In 1364,
drie jaar later dus, treedt hij op als belangrijke
diplomaat voor Albrecht. De Wieringer muntslag
is hem dus persoonlijk niet heel zwaar aangere
kend.
Jan van Egmond (ca. 1310-1369)waarschijnlijk niet op
feiten gebaseerde 18e eeuwse tekening door Kornelis van
Alkemade
Albrecht was een energiek man, maar hij kwam
er snel achter dat zijn graafschap verscheurd
werd door een burgeroorlog en daardoor weinig
opleverde. Bovendien had zijn broer veel schul
den gemaakt en moesten de erfrechten van ou
dere broer Lodewijk de Romein (hij was geboren
in Rome) op Holland, Zeeland en Henegouwen
worden afgekocht voor 20.000 gouden schilden.
Kortom, Albrecht was blut en dat was heel verve
lend aangezien hij een leger moest uitrusten om
de opstandige Hoeken te verslaan. Kort na zijn
aantreden begint Albrecht met een reorganisatie.
Hij verkoopt grafelijke bezittingen en gaat diverse
Alles bij elkaar is er hooguit anderhalf jaar ge
munt op Wieringen. Het is dan ook niet vreemd
dat er weinig sporen van terug te vinden zijn.
Het is onbekend waar de muntplaats is geweest.
Grolle suggereert dat de "Burch" ten oosten van
Hippolytushoef de plek is geweest waar de mun
ten zijn geslagen. Volgens o.a. de Chronyk van
de stad Medemblik (Dirk Burger van Schoorl,
1728) was dit een versterking die niet geheel toe
vallig aan het eind van de Koningsweg (tegen
woordig de Elft) lag. De huidige Burgerweg in de
Polder-Waard-Nieuwland zou aan deze "Burch"
herinneren. Volgens Jo Daan betekent de Burg(e)
eerder zoiets als zeewering. Ze vermeldt overi
gens nog wel dat in de Grafelijkheidsrekeningen
voor 1343-1344 een vermelding staat van de
tiende van "Ypolshove, die berghen hiet". Dit berg-
We hebben al gezien hoe zij in conflict kwam met
haar zoon, de latere graaf Willem V en hoe deze
krankzinnig werd verklaard.
Zijn broer Albrecht van Beieren liet hem opslui
ten in een kasteel in Henegouwen en nam de
macht over, eerst als ruwaard (regent) en naWil-
lems dood in 1389 als graaf.
leningen aan. Hier verschijnt Jan van Egmond op
het toneel. Van Egmond is als heer van Egmond,
Warmenhuizen, Petten, de Zijpe en Ketelduinen
een belangrijk man in het Hollands Noorder
kwartier. En wat belangrijker is voor Albrecht: als
erfgenaam van één van de belangrijkste families
van Holland is Jan van Egmond zeer rijk.
Op 17 november 1358 leent Van Egmond 7.000
Brugse schilden (gouden munten) aan Albrecht.
Als onderpand ontvangt hij Wieringerland en
toebehoren.
Historische Vereniging Wieringen - "Op de Hoogte" - 23e jaargang nr. 2 - 2011