S 0'
- 13 -
Zeug ligt, om hulp te halen. Het is dan zaterdagmor
gen negen uur als ze naar de wal gaan en wij wach
ten gelaten af. Het weer wordt slechter en kouder en
we blijven onderin en korten de tijd met zingen. Jaap
Glim weet de stemming erin te brengen en zaterdag
's avonds, als we nog steeds aan het anker liggen te
slingeren, is het net bruiloft aan boord. Het is een
tragisch en komisch geheel, als we dit alles overzien.
Tragisch: het doel van de reis en komisch: het gezel
schap, dat ondanks alles de moed erin houdt. Als dan
eindelijk het uur van slapen is gekomen proberen we
allemaal om op een gemakkelijke manier een rust
plaats te vijlden op de harde planken en proberen we
onder het schommelen van de boot in slaap te komen.
Enkelen van ons hebben last van zeeziekte en heb
ben het lang niet best. Even moet ik nog vermelden,
dat er nog een paar vissersboten aan waren gekomen;
één van Den Oever en één van Oude Zeug, ze bren
gen wat brood en ander voedsel voor enkele mannen.
Het wordt zondagmorgen en nog komt er geen hulp
opdagen, de schipper, die ook geen water en voedsel
aan boord, heeft besluit het anker te lichten en voor
de wind drijft de boot af, terug naar Den Oever. Een
sleepboot brengt ons aan wal bij de Leemans en even
later marcheren we met alle bagage weer terug naar de
school in Den Oever, waar we ondergebracht worden.
Daar is al lang bekend, dat we terug gekomen zijn,
want familie en kennissen komen aan met levens
middelen enz. Hetgeen ons zeer welkom is en vooral
het warme eten, gaat erin als koek. Tegen de avond
wordt er stro gebracht en we zijn weer een nacht op
Wieringen. Maandagmorgen om ongeveer tien uur
gaan we weer naar de boot waar inmiddels ook stro
ingebracht is en we hebben dus een beter verblijf. Het
is wel wat benauwder om te zitten en te liggen, maar
het is in ieder geval zachter dan op de harde planken.
Een sleepboot komt er voor en weer gaan we op weg,
bestemming Kampen. De reis verloopt nu goed. Het
weer is nogal knap en gelukkig betrokken, want als
we op het IJsselmeer zijn, ongeveer tussen Enkhuizen
en Urk, horen we vliegtuigen en moeten zij die bo
ven zijn beneden komen. Gelukkig vliegen ze gewoon
over, want een aanval op het water zou voor ons niet
aangenaam zijn geweest.
We trekken langs de N. O. -polder en om vijf uur sto
men wij het Keteldiep op, in de richting van Kampen.
Om ongeveer half zes maandagavond, 18 december,
liggen we in Kampen aan de wal. Eerst is er sprake
van, dat we van boord moeten, maar er schijnt nog
geen plaats voor ons te zijn en dus blijven we deze
nacht nog aan boord. Het is een prachtige, mooie,
heldere nacht met sterren en ik sta enige tijd boven
in de frisse avond, ook gaat er nog een V-l door de
lucht, die in oostelijke richting wordt afgeschoten. De
volgende morgen, 19 december om negen uur, wor
den we uit de boot gelaten en staan we even later op
de wal en marcheren we naar de Van Heuz kazerne.
Hier krijgen we allemaal de eerste kuch met boter en
kaas. In de kazerne hebben we ruimte genoeg en het
is er dan ook koud. Enkelen van ons hebben de gele
genheid om in en aantal cellen een aardige verblijf
plaats te vinden. Ik zit ook in een cel met tien man en
dan wordt het er warm. We krijgen de volgende mor
gen koffie en met de middag warme stamppot van
de centrale keuken, hetgeen goed smaakt. Af en toe
wordt er appel gehouden om te zien of we allemaal
nog present zijn. Het verblijf in Kampen is voor ons
te dragen, want de Duitse wacht is nogal soepel. We
korten de tijd met kaarten, roken, sport, slapen en
eten. Zaterdag 23 december 1944 moeten we op appel
verschijnen en worden de boeren, vissers en schippers
eruit gepikt, de boeren krijgen een vrijstelling en gaan
's middags met E Klein mee naar huis terug. Klein
is met de auto gekomen om kerstpakketjes te brengen,
waar we allemaal heel blij mee zijn. 's Avonds gaan
de vissers en schippers op transport en worden met
een Duitse auto weggebracht. Zondag 24 december
is het kerstfeest voor ons. 's Morgens komt er voor de
katholieken een geestelijke en is er in eri ander deel
van de kazerne voor ons allemaal kerstfeest. We gaan
er met 130 man heen en om half een is het vertrek
bezet met mannen, die als het ware in stille verwach
ting in het stro liggen. De zaal is, hoewel de middelen
ontbreken, toch in kerststemming gebracht. Het is al
lemaal het werk der verpleegsters, die al het mogelijke
hebben gedaan om het leven hier voor ons in Kampen
dragelijk te maken, ze zijn daar buitengewoon in ge
slaagd. Voor in de zaal staat een orgel en om twee uur
zal een dominee komen. Voordat hij er is zingt Jaap
Glim: "Ik hou van Hollandmet vele anderen. Een
zuster spreekt ons nog toe, maar het is duidelijk te ho
ren, dat ze het gemoed vol heeft en met moeite kan ze
ons slechts enkele woorden toespreken. Hoewel weinig
gezegd, voelen we dat ze weet waar we naar toe gaan,
want ze spreekt nog de
hoop uit, dat we de vol
gende Kerstmis weer vei
lig en wel thuis zullen
zijnMet tranen
in de ogen zoendt ze zich
af. Dan komen de attrac
ties: kerstkransjes, dan
een glaasje wijn, appel
en shag, weer koekjes en
wijn en tot slot een lepel
pudding. Het is geweldig,
zoals we daar onthaald
worden, dit is een van de
7 7 Nan Mulder
dingen die we nooit zul-
Historische Vereniging Wieringen - "Op de Hoogte" - 23e jaargang nr. 1 - 2011