- 110 -
Cornells Klein Nz. geeft de geboorte aan van zijn dochter
Dirkje, geboren op 3 januari 1812. Getuigen zijn Pieter
van Pomeren, notaris, 40 jaar en Albert Heiblok, ontvan
ger der dijkgelden, 33 jaar. C. Mulder, Maire (burgemees
ter, 'maire officier van den burgerlijken stand j.
De allereerste huwelijksakte van Wieringen, nummer 1, 1812
De allereerste huwelijksakte van Wieringen betrof het huwelijk van Barend Kaleveld, 24 jr zoon
van Simon Barendsz Kaleveld en Trijntje Hendriks Kuijl en Geertje Jacobs Bont, 20 jr dochter van
Jacob Cornelisz Bont en Maartje Everts Kaan.
De allereerste overlijdensakte van Wieringen, nummer 1, 2 januari 1812, Antje Minnes
De eerste overlijdensakte
van Wieringen, 2 januari
1812. Linksboven het kei
zerlijke Franse stempel. Voor
de duidelijkheid heb ik op
deze slechte kopie een betere
afdruk er onder geplaatst.
EMP(ire) FRAN(gais)
75 C(entime)s. Zo ook op
de geboorteakte van Dirkje
Klein.
Er staat:
"In het Jaar Agttienhonderd en twaalff, den Tweeden Januarij, Zijn voor Ons Maire (burgemeester, B. G.)
Officier van den Burgerlijken Staat der gemeente Wieringen, departement van de Zuiderzee, canton en mu-
nicipaliteit van Wieringen gecompareerd Jan Kuijtenz."
Zwager Jan Kuijt en broer Aldert Minnes geven op 2 januari het overlijden, op 1 januari 1812, aan
van Antje Minnes, ongehuwd, drieëntwintig jaar oud, dochter van Klaas Minnes en Sijtje Robbers
2. Het hebben van een achternaam werd verplicht.
Veel mensen hadden in 1810 al een achternaam, maar nog lang niet iedereen. Veelal gebruikte men
een patroniem (voornaam van vader), Simons (zoon) bijvoorbeeld. Men moest op het gemeentehuis
aangeven
a. dat je de achternaam die je al had wenste te behouden, of
b. dat je een achternaam koos.
Ook die verandering was blijvend. Het register waarin deze namen werden genoteerd heet het
"Naamsaanneemregister" De meeste registers zijn in 1812 opgemaakt. Ze zijn niet van iedere ge
meente bewaard gebleven.
3. Het decimale stelsel van maten en gewichten werd ingevoerd, de Franse Frank werd
geïntroduceerd.
Het metrieke stelsel verving de talrijke plaatselijke en gewestelijke maten en gewichten. Dat was wel
nodig ook. Er waren zoveel verschillende soorten maten en gewichten, veelal plaatselijk bepaald. Een
voorbeeld hiervan is de el. Deze lengtemaat varieerde nogal. Bijvoorbeeld in Den Haag 69,4 cm., in
Amsterdam 68,8 cm., in Twente 58,7 cm. Nu kwam er de standaard lengtemaat, de meter.
De muntuitgifte was
een zaak van de provin
ciale en in sommige ge
vallen van de stedelijke
overheden. Er werden
op centraal niveau ech
ter wel afspraken over
Munt van Holland, 1724, twee stuivers, Munt van de stad Utrecht, 1766
(dubbele stuiver), later genoemd dubbeltje
Historische Vereniging Wieringen - "Op de Hoogte" - 22e jaargang nr. 4 - 2010